donderdag 3 november 2016

Paul Simon in Kashba


Trailways Bus


Dinsdag 1 november

‘Is het oké als ik een van die Tibetaanse hoornen wat uitprobeer?’ vraagt de man al binnenlopend.
Hij klinkt als een Ier, hij oogt als een hobbit – 
al helemaal wanneer z’n bolle wangen ook nog ’ns vuurrood aanlopen.
Meteen bij de eerste ademstoot sta ik perplex, hij tovert er perfect geluid uit.
Als een doorgewinterde monnik ergens in de Himalaya.
Zal een professionele muzikant zijn.

Hij probeert een andere hoorn en produceert een mooie, zeer lage toon.
- Komt het door de lengte dat de ene hoorn lager klinkt dan de ander?
Altijd willen weten namelijk.

‘Nee, dat ligt louter aan de diepte van dit schoteltje.’ 
Hij legt z’n vinger op het mondstuk. 
'Hoe dieper het kommetje voordat het in de hoorn overgaat, des meer je lippen vanzelf  blrblrblrblrblr doen.’
Alsof hij een tandeloze baby nadoet die voor de lol z'n pap er weer uitgooit.

‘Heel anders dan deze Bengaalse schelp,’ zegt hij en haalt er meteen een lange, heldere klaroenstoot uit. 
Nog rooier.
‘Zijn die niet bedoeld om tussen de bergen te communiceren met elkaar?

Toegegeven, niet helemaal vrij van plagen, pak ik een Tibetaanse trompet van menselijk scheenbeen erbij.
Bijna niemand krijgt daar fatsoenlijk geluid uit, ook de monniken in de Himalaya niet. Meestal zetten zij het bot schuin aan de lippen om er met veel kracht een hoog, snerpend geluid uit te persen.
Allesbehalve strelend voor het oor.

De achterliggende veronderstelling is om met menselijke lichaamsdelen – een schedeltrommeltje bijvoorbeeld – geluiden voort te brengen die je tijdens diepe mediatie of overlijden zou horen. 

De meesten instrumentalisten schrikken ervoor terug om een mensenbot aan de lippen te zetten, maar hij neemt het met respect ter hand.
‘O, heb je d'r ook zo eentje?’ zegt hij verrast. ‘Nog persoonlijk gekend?’

Na enig passen en sabbelen haalt hij er een fraaie, iele klank uit - voor zover dat kan. En begrijp ik eindelijk ook de clou: heel zachtjes aanblazen.

‘Altijd leuk om vreemde voorwerpen aan de praat te krijgen,’ zegt hij bijna verontschuldigend, ‘maar ik ben slechts gitarist, hoor. Daarvoor ben ik althans 'n dagje in Amsterdam.’
- Je treedt hier op?
‘Ja, gisterenavond, hier in de Ziggo Dome.’
- Kunnen daar niet… duizenden mensen in?
‘Haha, ja, het zat helemaal vol, maar die kwamen niet voor mij, hoor, maar voor Paul Simon. Een van ons was hier gisteren bij je in de winkel, de drummer, hij kocht een paar van die cymbaaltjes. Zij lopen allemaal wat trager, maar ze zullen zo wel komen.’
- Ze..?
‘Ja, de groep is aan de wandel met Paul.’
– O… eh… moet ik daarna de deur sluiten…?
‘Hoe dat zo?’
- Nou, we hadden hier een keer Goldie Hawn in een strak ruitje en de winkel stond meteen stampvol.
‘Haha, ja, boobies, dan krijg je dat. Maar die heeft Paul niet, althans niet waarvoor er mensen komen. Hij valt niet op, glijdt er tussendoor, niemand merkt het, don’t worry.’


Twee dagen eerder
Om de hoek, op de Kloof, woont Bo. In een vorig leven had hij enig succes in de VS als drummer. Daarna als promoter. Terwijl ik de winkel open, komt hij met z’n hondje naast me staan en steekt meteen van wal:

’Kun je het geloven, man? Twee weken niets van je laten horen omdat je ‘sprakeloos’ bent. Je krijgt een Nobelprijs voor de literatuur en twee, drie weken kon je d’r even geen woorden voor vinden… What a schmuck.'

De dag van bekendmaking riep hij echter meteen hoe fantastisch het was dat Dylan de Nobelprijs voor de literatuur kreeg. ‘En zo terecht!’

Ik plaag Bo graag een beetje, hij is een vriendelijke mister know it all.

– Een bekende Nederlandse schrijver, Harry Mulisch, vond jarenlang dat hij de prijsbeker moest krijgen. Ook toen gingen er elk jaar al stemmen op voor Bob Dylan. Dat vond hij ridicuul, dat was geen literatuur, dan hoefde hij ‘m niet meer. Dan kun je ‘m volgens hem nog beter aan Leonard Cohen geven.’
‘Leonard Cohen?! Dat heb ik nooit muziek gevonden, man, daar kun je niet bij drummen. Die Mulisch heeft er niets van begrepen. Like a Rolling Stone had meer impact dan menig boek.’

Ik had geen zin de man uit de VS uit te leggen dat Mulish dat wellicht zei omdat bevriende collega Remco Campert inmiddels de teksten van Cohen had vertaald. Frank Zappa vond dat hij na Like a rolling stone eigenlijk geen tekst meer hoefde te schrijven. It said it all. Kort geleden hoorde ik het lied nog eens voorbij komen. Aan te bevelen, zeker, maar wie zingspreekt eigenlijk die tamelijk paternalistische tekst tegen wie?

– Je hebt helemaal gelijk, zeg ik om het woord te behouden. Ik vind namelijk dat je bij songwriters tekst en muziek niet kunt scheiden. Het een beïnvloed het ander, geeft een andere meerwaarde. Zoiets. Dylans teksten are great maar of z’n muziek op zich overeind blijft, betwijfel ik.
‘Uh… daar heb je een punt,’ zegt hij  met enige tegenzin.

Wow, hij geeft me gelijk, ik maak een vreugdedansje. 
De uitstallende groenteman kijkt er even van op.

‘Wat bedoel je daarmee…’ vraag Bo met argwaan, 'vind je me echt zo eigenwijs..?’
- Welnee, ik ben gewoon blij dat om overmorgen op reis te gaan, jok ik.
‘Welke muzikant had de prijs volgens jou dan moeten hebben?’
- Iemand die tekst en muziek perfect aan elkaar weet te smeden… eh… Paul Simon, misschien…?
Literatuur, muziek, politici… ik weet dat hij graag mag selecteren onder De Geselecteerden, zeg maar, z’n eigen bevolkingsgroep.
Het hondje wil weg en hij geeft mee.
‘Daar moet ik nog ’ns over nadenken.’ 



Dinsdag 2 november schud ik Paul Simon de hand. Rondkijkend vraagt hij hoe lang we de winkel al hebben. Het blijkt de inleiding tot een onderwerp waar hij mee bezig is. 
‘Afgelopen week ben ik 75 geworden. Ik denk er vaak aan om te stoppen, kan er toch niet eeuwig mee door blijven gaan.’

In een krant las ik dat hij ‘zowaar een dansje op het podium maakte’ in het Ziggo Dome. Kennelijk was dat nieuws.

‘Ik moet er hoe dan ook mee breken.’
- Hm, use it or lose it. Toen ik in de dertig was, ondervond ik dat je niet moet breken maar wat je bereikt heb beter kunt transformeren naar een vorm die je wel wilt behouden. En toen ben ik gauw terug gerend.

Hij kijkt me aan en zegt langzaam: 
‘You were lucky to see that, then.’

Transformeren is een betere term dan breken, hoor ik mezelf m’n hand overspelen. De gedachte was leuk maar een woordkunstenaar de les lezen… nota bene in z’n eigen taal…


De sfeer blijft echter heel gemoedelijk. De bandleden kijken geïnteresseerd rond en kopen kadootjes voor thuisblijvers. De drummer staat te twijfelen over een oude sjamanenketting met een honderdtal verschillende belletjes, kijkt naar de prijs en hangt ‘m terug. Paul pakt de ketting en legt ‘m op de toonbank met z’n creditcard ernaast.

‘Wat vind je Pauls beste plaat,’ vraagt een van hen.
- The Caveman, zeg ik meteen. Het is een van de weinige platen die Bo en ik gemeen hebben qua smaak. De groep reageert tamelijk verrast. Wat mij weer verrast.
‘Je bent de eerste in een lange, lange tijd die dat weer eens zegt.’
‘Het kostte hem bijna de kop dankzij enkele Portoricaanse groeperingen.’

‘Any song in particular?’ vraagt Paul me.
- Trailways Bus. 
‘Yeah,’ knikt hij, even bedachtzaam en lijzig als hij op alles reageert, ‘that’s a good song.’

Trailways Bus handelt over een immigrant die na een illegale grensoverschrijving per bus naar het noorden vlucht. De melancholische, latijnse melodie en de verschillende stemmen sluiten perfect aan bij de tekst.



A passenger traveling quietly conceals himself
With a magazine and a sleepless pillow
Over the crest of the mountains
The moon begins its climb
And he wakes to find he’s in rolling farm land
The farmer sleeps against his wife
He wonders what their life must be
A Trailways bus is heading south
Into Washington, DC

A mother and child-the baby maybe two months old
Prepare themselves for sleep and feeding

The shadow of the Capitol dome
Slides across his face
And his heart is racing
With the urge to freedom

The father motionless as stone
A shepherd resting with his flock
The Trailways bus is turning west
Dallas via Little Rock

The border patrol outside of Tucson boarded the bus
Any aliens here, you better check with us
How ‘bout you son?
You like you’ve got Spanish blood
Do you “habla ingles”? Am I understood?

Yes, I am an alien from Mars
I come to earth from outer space
And if I traveled my whole life
You guys would still be on my case
You guys would still be on my case

But he can’t leave his fears behind
He recalls each fatal thrust
The screams are carried by the wind
Phantom figures in the dust

Ondertussen moet ik denken aan m’n eerdere conversaties met Bo. Het zou leuk zijn straks een beetje te kunnen opscheppen. 
Ik besluit onze discussie samen te vatten en begin aan een warrig verhaal. De oudere mannen van de band luisteren geduldig en plaatsen af en toe snedige opmerkingen.
‘Dylan heeft al minstens dertig jaar geen muziek gemaaktEn zeker geen nieuwe muziek.’
‘Cohen…,’ aarzelt Paul, ‘…hardly made any good songs at all.'
- Some, kom ik in verdediging.
‘Susan?’ vraagt hij een beetje spottend.
- Nee, maar wel van de eerste elpee, ik geloof dat het the dealer song heet.
Hij fronst, weet niet welke song ik bedoel.
He was just some Joseph looking for a manger, citeer ik een regel die bovendrijft.
‘O, ja… that one… oké, enkele goeie songs dan.’

Beetje hakkelend begin ik aan m’n stelling dat je lyrics en songs niet kunt scheiden. 
De band luistert beleefd.
Ik ga verder: dat een dergelijke prijs voor tekst èn muziek zou moeten zijn en dat mij als jarenlange fan de eer te beurt is gevallen om de Kashba Nobelprijs uit te rijken aan... Paul Simon.
Ze schieten allen in de lach en Paul neemt m'n kadootje - een vlug maar mooi ingepakt Tibetaanse doosje - in ontvangst. Op z’n Aziatisch: zonder het open te maken.


De band loopt de Staalstraat in, een groepje oudere mannen, niemand kijkt ervan op. 
Een vriendinnetje komt aanfietsen.
- Je komt net te laat, kijk, daar gaat Paul Simon.
‘O, een BN’er, wat leuk, dat is toch die acteur?’

Ze is 23 en ja, van Bob Dylan heeft ze gehoord.
‘Dat is toch een tekstschrijver voor Adèle…? Wat staan jullie nou te lachen..?’


Gegroet 
uit transit Bangkok Airport




KASHBA
Ais Loupatty / Ton Lankreijer


Staalstraat 6
Open 11:00 tot 17:30 uur
1074 CH Amsterdam
020 - 6235564

Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...