donderdag 30 juni 2016

Vluchtelingenstroom 112


De scherpzinnige Amerikaanse standup comedian George Carlin vatte het neoliberale bestel als volgt samen:

Forget the politicians, they're irrelevant. The politicians are put there to give you the idea you have freedom of choice - you don't. You have no choice. You have owners. They own you. They own everything. They own all the important land. They own, and control the corporations. They've long since bought, and payed for the senate, the congress, the state houses, the city halls, they got the judges in their back pockets, and they own all the big media, so they control just about all the information you get. They got you by the balls. They spend billions of dollars every year lobbying - lobbying, to get what they want.

Well we know what they want. They want more for themselves, and less for everybody else, but I'll tell you what they don't want - they don't want a population of citizens capable of critical thinking. They don't want well informed, well educated people capable of critical thinking. They're not interested in that - that doesn't help them. That's against their interests. That's right. They don't want people that are smart enough to sit around a kitchen table, and think about how badly they're getting fucked by a system that threw them overboard 30 fucking years ago. They don't want they. You know what they want? Obedient workers - Obedient workers, people who are just smart enough to run the machines, and do that paper work. And just dumb enough to passively accept all these increasingly shittier jobs with the lower pay, the longer hours, the reduced benefits, the end of overtime, and vanishing pension that disappear the minute you go to collect it, and now they're coming for your social security money. They want your fucking retirement money. They want it back so they can give it to their criminal friends on Wall Street, and you know something? They'll get it - they'll get it all from you sooner or later cause they own this fucking place. It's a big club, and you aint in it. You, and I are not in The Big Club.

By the way, it's the same big club they use to beat you over the head with all day long when they tell you what to believe. All day long beating you over the head with their media telling you what to believe, what to think, and what to buy.
The table has tilted, folks. The game is rigged, and nobody seems to notice. Nobody seems to care. Good honest hard working people: white collar, blue collar it doesn't matter what color shirt you have on. Good honest hard working people continue (these are people of modest being) - continue to elect these rich cocksuckers who don't give a fuck about you. They don't give a fuck about you - they don't give a fuck about you. They don't care about you at all - at all - at all, and nobody seems to notice. Nobody seems to care.

That's what the owners counted on. The fact that Americans will probably remain willfully ignorant of the big red, white, and blue dick that's being jammed up their assholes everyday, because the owners of this country know the truth. It's called the American Dream cause you have to be asleep to believe it,

aldus de populaire Carlin, die voor zover ik weet nooit door de grote Amerikaanse netwerken werd gevraagd om zijn visie toe toe te lichten, omdat op de vrijheid van meningsuiting in de VS een taboe ligt. Nu Nederland. De VPRO-journalist Chris Kijne schreef in een open brief, gedateerd 14 juni 2016: 

Lieve Sylvana, blijf in godsnaam zelf nadenken. Laat je niet meeslepen door malle populisten in zo’n Rita Verdonk-filmpje. Waarin je achterlijke zinnetjes moet zeggen over ‘de media als poortwachter van de gevestigde orde.’ Jij weet, als media character, als wegbereider van de zelfbewuste zwarte stem in DWDD, dat dit op zijn állerbest de halve waarheid is. Ik schat hem veel lager in, maar het is in ieder geval voor minstens de andere helft betreurenswaardige flauwekul.

Sterker nog: het is in deze tijden waarin iedereen zijn eigen waarheid bij elkaar kan googelen en oneindig verspreiden onder gelijkdenkenden op Twitter of Snapchat, levensgevaarlijke onzin. Juist nú hebben we al die gewone, hardwerkende, serieuze, onafhankelijke, nieuwsgierige en onderzoekende journalisten nodig. 

Gezien de door hem geclaimde voortreffelijkheid van de westerse mainstream-pers is het van belang te weten dat hij in april 2012, toen was vastgesteld dat als gevolg van de kredietcrisis ook de Nederlandse staat op grote schaal werd geflest door de banksters, zichzelf de vraag stelde: ‘Wat nu staat de journalistiek te doen in dit geval?’ De ‘hardwerkende, serieuze, onafhankelijke, nieuwsgierige en onderzoekende’ VPRO-journalist schreef dat voor de ‘vrije pers’ geldt dat de financiële luchthandel scherp in de gaten moest worden gehouden, aangezien

het de enige manier [is] om met de materie om te gaan: nauwgezet, langdurig en onbevooroordeeld onderzoek doen naar een wereld die zo groot en belangrijk is geworden  dat hij inmiddels bijvoorbeeld de economie van de hele Eurozone in zijn greep heeft.

Zijn woorden getuigen van een doortrapte pedanterie en wel omdat dezelfde Chris Kijne in 2008 had laten weten eraan te twijfelen of het wel zin had zijn publiek eerlijk te informeren en of de ‘vrije pers’ niet in dienst moest staan van het belang van de economische en financiële elite, en hun vertegenwoordigers in de politiek. Immers, zo schreef de domineeszoon:

Voor ons journalisten was het natuurlijk niet nieuw dat Wouter Bos ons niet altijd de waarheid vertelde. Wel is het nieuw dat ik op dit moment even niet meer weet of ik wel even hard als vroeger mijn best moet doen om hem die waarheid te laten vertellen. Of er inderdaad niet even een hoger belang is dan 'de waarheid, niets dan de waarheid.'

Chris Kijne is niet de enige journalist met opportunistische opvattingen, zo weet ik na bijna vijf decennia journalistieke ervaring. Alleen etaleert Kijne zijn corrupte houding wat openlijker dan de rest van de mainstream. Intussen is, mede dankzij de collaborerende houding van de commerciële media, de situatie in de financiële wereld op geen enkele manier wezenlijk veranderd, want vier jaar later constateerde hij:

Aan dat verschijnsel, in de woorden van Bos de ‘fundamentele oorzaken van deze crisis,’ is dus volgens de voormalig PvdA-leider nog steeds  niets, of in ieder geval veel te weinig, gedaan. Heb ik toch weer een meninkje:  Als hem en al zijn collega-politici iets valt aan te rekenen, is het dat.

Dit nu is een schoolvoorbeeld van de wijd verspreide corrupte mentaliteit van de westerse mainstream-pers. Zij demonstreert overduidelijk dat ‘de media als poortwachter van de gevestigde orde’ functioneren, een feit dat Kijne verwijst naar het rijk der fabelen. Hoe opportunistisch hij is blijkt tevens uit het volgende: eind 2010 schreef Kijne in het inmiddels ter ziele gegane personeelsblad van omroepmedewerkers Spreek’buis dat het hem 'verbaasd heeft dat Joris Luyendijk zich verbaasde' over het feit dat rond dat pleintje in Den Haag 'journalistiek en politiek regelmatig elkaar de hand wassen.’ Uit zijn column bleek dat Kijne zich daarover volstrekt niet verbaasde, zo was nu eenmaal de mores onder politici en ‘de gewone, hardwerkende, serieuze, onafhankelijke, nieuwsgierige en onderzoekende journalisten.’ De corruptie is doodnormaal, zo wist ook onze Chris K., die in 2008 had opgemerkt:

had u tot voor kort gedacht dat een minister van Financiën er mee weg zou komen wanneer hij tegen de Kamer zei: ‘Nee, natuurlijk heb ik u vorige week, toen ik op het punt stond de grootste ingreep in de economie te doen die een minister van Financiën ooit heeft gedaan, niet de waarheid verteld. En als ik volgende week een nog grotere ingreep ga doen, vertel ik het u weer niet.’ Is toch gebeurd. Gaat over democratie. En het vreemdste is: we vinden allemaal nog dat Bos gelijk heeft ook.


Natuurlijk verbaasde Chris Kijne zich ook niet dat ‘de media als poortwachter van de gevestigde orde,’ fungeren, hijzelf is er een illustrerend voorbeeld van. Zijn excuus voor de collaboratie met de macht stond destijds al in de eerste zin van zijn column: 'Ik ben geen anarchist.' In het denken van corrupte journalisten dient men namelijk een ‘voorstander van anarchie’ te zijn om de macht van ‘de gevestigde orde’ consequent te controleren. Met het oog op een ‘hoger belang’ dan louter en alleen 'de waarheid, niets dan de waarheid’ vertelde Kijne bovendien zijn publiek in 2010:

Er is, met andere woorden, alle reden om Wikileaks en zijn flamboyante leidsman even omzichtig te benaderen.

Zijn huiver voor de onthullingen van de journalist Julian Assange en diens WikiLeaks is een ander voorbeeld van het poortwachterschap van de ‘vrije pers,’ voor wie 'de waarheid, niets dan de waarheid,' geen absolute leidraad is, maar het verkiezen een 'hoger belang' te dienen van degenen met werkelijke macht, zodra dit uitkomt. Vandaar dat er  ‘alle reden’ is ‘om Wikileaks en zijn flamboyante leidsman' te wantrouwen, want die spelen het spel niet mee, en hoe meer WikiLeaks openbaart des te duidelijker wordt het dat journalisten als Chris Kijne de kluit belazeren. Hij geeft het impliciet zelf toe, het staat er allemaal echt, het is geen ironie, geen pastiche, hij meent het doodserieus. Het toppunt van zijn schizofrenie is wanneer hij schrijft: ‘Lieve Sylvana, blijf in godsnaam zelf nadenken.’ Maar omdatde corruptie en hypocrisie volkomen geïnternaliseerd zijn in het poldermodel-denken is er niemand  van de ‘vrije pers’ in Nederland die de domme sluwheid doorprikt, zo normaal is het geworden dat mijn mainstream-collega’s onbetrouwbaar zijn, en zich laten ‘meeslepen door malle populisten.’ De lezer dient daarbij vooral niet te vergeten dat geen van mijn corrupte collega’s publiekelijk durft te reageren op mijn beschuldigingen, terwijl zij toch telkens weer claimen dat een publiek debat over wezenlijke zaken het democratisch gehalte van een rechtstaat bepaalt. Ook Chris Kijne, met wie ik jarenlang bij de VPRO heb samengewerkt, zwijgt als het graf, omdat hij domweg geen weerwoord heeft, terwijl hij intussen wel onweersproken doorgaat met het verspreiden van andermans propaganda. Desondanks beweerde Kijne in mei 2012 dat 

Nederland, wat de persvrijheid betreft, nog wel een paradijs [is]. Journalisten worden hier niet vermoord of ontvoerd en gemarteld. Ook zijn de belangrijkste nieuwsbronnen nog niet, zoals in de Verenigde Staten, in handen van een paar grote bedrijven die – let op de documentaire Shadows of Liberty, kijk en huiver – onwelgevallig nieuws uit de krant en van de radio en de televisie houden. En we hebben een sterke publieke omroep.

Een ’sterke publieke omroep’ met journalisten voor wie het ‘natuurlijk niet nieuw [was] dat Wouter Bos ons niet altijd de waarheid vertelde,’ maar die desalniettemin het spel meespelen, zoals blijkt uit het gegeven dat 'journalistiek en politiek regelmatig elkaar de hand wassen.’ Juni 2012 werd in de VPRO-gids een opvallende vraag opgeworpen over ‘Nederland’ als ‘paradijs’ van de ‘persvrijheid.’ Onder de kop ‘De conformist. Censuur in de polder,’ handelend over de ‘conformistische spiraal’ waarin de Hilversumse omroepjournalistiek gevangen zit, stond het volgende:

Journalisten die minder kritisch berichten uit vrees voor hun baan en aan de veilige kant blijven omwille van gevoeligheden en overheden en private partijen die morrelen aan een vrij internet — hoe komen we hier uit en waarborgen we een zo vrij mogelijke pers?

Een goede vraag. Duidelijk is in elk geval dat ‘een zo vrij mogelijke pers’ niet kan bestaan door journalisten als Kijne verantwoordelijk te maken voor 'de waarheid, niets dan de waarheid.’ Door de zelfgenoegzame pretenties en gecorrumpeerde werkwijze van de mainstream-media verneemt het publiek doorgaans alleen de clichématige consensus, dus de officiële versie van de werkelijkheid. Men zal er nooit de analyse van een vooraanstaande intellectueel als Wendy Brown lezen of horen. Deze Amerikaanse hoogleraar plaatst in haar boek Undoing the Demos. Neoliberalism’s Stealth Revolution (2015) de realiteit in een breder kader en geeft daardoor een waarheidsgetrouw beeld.  Zij zette uiteen dat

when market values become the only values, when liberal democracy is fully transformed into market democracy, what disappears is this capacity to limit, this platform of critique, and this source of radical democratic inspiration and aspiration.

Terwijl de Kijne’s in de mainstream het doen voorkomen dat ‘we’ in een democratische maatschappij leven, met ‘onafhankelijke’ journalisten, zitten ‘we’ in werkelijkheid gevangen in een hermetisch systeem ‘ruled by others.’ Kortom ‘The table has tilted, folks. The game is rigged,’ waardoor we lose the language and frame by which we are accountable to the present and entitled to make our own future, the language and frame which we might contest the forces otherwise claiming that future.'

De burger is geen subject meer dat politiek handelend optreedt om een reële invloed uit te oefenen op zijn eigen lot. Nogmaals professor Brown:

I have been arguing that neoliberal rationality's economization of the political, its jettisoning (overboord werpen. svh) of the very idea of the social, and its displacement of politics by governance (management. svh) diminish significant venues for active citizenship and the meaning of citizenship itself. However, as this rationality eliminates the last classical republican traces of citizenship formulated as engagement with the public interest, it retains and transforms the idea of citizen sacrifice. In fact, as I will suggest below, neoliberalism may require sacrifice as a supplement, something outside of its terms, yet essential to its operation. 

While, in the transition from liberal to neoliberal democracy, citizen virtue is reworked as responsibilized entrepreneurialism and self-investment, it is also reworked in the austerity era as the ‘shared sacrifice’ routinely solicited by heads of state and heads of businesses. Such sacrifice may entail sudden job losses, furloughs (verlof. svh), or cuts in pay, benefits, and pensions, or it may involve suffering the more sustained effects of stagflation, currency deflation, credit crunches, liquidity crises, foreclosure (executie van hypotheek. svh)  crises, and more. ‘Shared sacrifice’ may refer to the effects of curtailed state investment in education, infrastructure, public transportation, public parks, or public services, or it may simply be a way of introducing job ‘sharing,’ that is, reduced hours and pay. Regardless, as active citizenship is slimmed to tending oneself as responsibilized human capital, sacrificial citizenship expands to include anything related to the requirements and imperatives of the economy.

Om de grote economische, politieke en culturele omslag zo gunstig mogelijk te propageren kwam in Nederland het begrip 'participatiesamenleving' in zwang. Overigens kwam dit begrip ‘niet’ in ‘2013 uit de lucht vallen,’ aldus het bestuur van Movisie, een  stichting dat volgens haar Raad van Bestuur als doel heeft ‘de participatie en zelfredzaamheid van burgers te bevorderen.’ De organisatie wees erop dat 

[a]l in 1991 PvdA-leider Wim Kok het PvdA-congres toe[sprak] met de woorden: ‘Wij zitten nu in een overgangsfase: van een verzorgingsstaat naar een werkzame, naar een participatiesamenleving.’ Premier Balkenende noemde het in 2005 en in 2013 lanceerde het kabinet Rutte de participatiesamenleving dus opnieuw via de troonrede. Zelfredzaamheid van de burger bevorderen.


De politiek verantwoordelijken deelden mee dat het afgelopen was met de ‘verzorgingsstaat’ en dat voortaan nagenoeg iedere burger moest deelnemen aan de — veel aantrekkelijker klinkende — ‘participatiesamenleving,’ waarin ieder individu zich zou kunnen ontplooien. Althans, zo luidde de propaganda. De dagelijkse realiteit was voor de groeiende groep overtolligen precies tegenovergesteld. Zo waarschuwde de gerespecteerde socioloog Zygmunt Bauman voor de praktijk van het westerse model, waarbij in de afgelopen decennia  

de arbeidsplaatsen in de 'ontwikkelde' economieën in een steeds sneller tempo verdwenen, waardoor de plaatselijke arbeidskrachten hun onderhandelingspositie steeds verder zagen verslechteren.

Bauman somde een serie veelzeggende feiten op in het onthullende boekje Hebben we er iets aan als de rijken steeds rijker worden? (2014) In het eerste hoofdstuk, getiteld Hoe ongelijk zijn we vandaag de dag eigenlijk? schreef hij:

Het meest tot de verbeelding spreekt de ontdekking of liever gezegd het ietwat traag ingedaalde besef, dat de 'grote kloof' in de Amerikaanse, Britse en een groeiend aantal andere samenlevingen 'zich nu minder tussen de top, het middendeel en de onderkant aftekent, dan tussen een kleine groep helemaal bovenaan en vrijwel alle anderen.' 'Het aantal miljardairs in de VS is bijvoorbeeld in de 25 jaar tot 2007 veertig maal zo groot geworden — terwijl het gezamenlijk bezit van de vierhonderd rijkste Amerikanen is gestegen van 169 naar 1500 miljard dollar.' Na 2007, tijdens de jaren van de kredietcrisis, gevolgd door een economische depressie en stijgende werkloosheid, voltrok deze tendens zich in een waarlijk uitzonderlijk tempo: in plaats van iedereen te treffen, zoals alom was verwacht en geschetst, bleek deze gesel zijn klappen opmerkelijk selectief uit te delen: in 2011 bereikte het aantal miljardairs in de VS het historische record van 1210 individuen, wier gezamenlijke rijkdom was gegroeid van 3500 miljard dollar in 2007 naar 4500 miljard dollar in 2010. 'In 1990 moest je een fortuin van 50 miljoen pond hebben mom op de lijst van de tweehonderd rijkste inwoners van Groot-Brittannië te komen, zoals die jaarlijks wordt samengesteld door de Sunday Times. In 2008 was dat bedrag gestegen naar 430 miljoen pond, bijna het negenvoudige.' Alles bij elkaar 'is het gezamenlijke bezit van de rijkste duizend mensen in de wereld bijna tweemaal zo omvangrijk als dat van de armste 2,5 miljard.' Volgens het in Helsinki gevestigde World Institute for Development Economic Research zijn de mensen die tot de rijkste één procent van de wereldbevolking behoren nu bijna tweeduizend maal rijker dan de onderste vijftig procent. 

Een kenmerkend voorbeeld van de werkelijke gang van zaken gaf donderdag 23 januari 2014 de jongerenkrant nrc.next. In een vertaald artikel uit het neoliberale tijdschrift The Economist werd op grond van de huidige stand van zaken voorspeld dat in de toekomst

[v]eel van de banen die gevaar lopen voor mensen [zijn] onderaan de maatschappelijke ladder, terwijl de vaardigheden die het minst kwetsbaar zijn voor automatisering (creativiteit, management) vaak het terrein zijn van hoger geplaatsten.

De boosheid over de toegenomen ongelijkheid zal groeien, maar politici zullen moeite hebben er iets aan te doen. De vooruitgang mijden zal net zo onzinnig blijken te zijn als protesteren tegen de gemechaniseerde weefgetouwen in 1810. Want elk land dat weigert mee te doen wordt ingehaald door landen die de nieuwe technologie omarmen. En de mogelijkheden om de rijken te straffen met hoge belastingen zullen beperkt zijn, omdat kapitaal en hooggeschoolde arbeidskrachten dan doodleuk naar een ander land verhuizen.

het Britse weekblad beschreef de neoliberale werkelijkheid die wereldwijd al dan niet met geweld is afgedwongen. Nadat  The Economist eerder had bericht dat 'Van alle inkomsten in de VS in de jaren zeventig 9 procent naar de rijkste 1 procent van de bevolking [ging], nu is dat 22 procent,' betitelde het tijdschrift vervolgens'hoge belastingen' als 'straffen.' Daarbij geldt dat voor neoliberalen elke belastingverhoging voor de rijken als een hoge straf wordt beschouwd. Vandaar dat de belastingen op het vermogen van miljonairs de afgelopen kwart eeuw drastisch zijn verlaagd, en de rijken via het buitenland massaal de belastingen ontduiken via allerlei half-legale en illegale constructies. Daarnaast weten de vermogenden dankzij door de volksvertegenwoordiging gecreëerde mazen in de wet een minimum aan belastingen te betalen, waardoor vandaag de dag in bijvoorbeeld de VS slechts 1 procent van de bevolking ruim 40 procent van alle rijkdommen in het land bezit en meer dan eenvijfde van alle inkomens. Desondanks wordt tegenover de jeugdige lezers van de nrc.next gesuggereerd dat progressieve belastingheffing een vorm van 'straffen' is. Voor het feit dat er belastingen worden geheven om een samenleving überhaupt mogelijk te maken is in dit mens- en wereldbeeld geen plaats. En dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, wordt als volstrekt absurd beschouwd. Het graaien moet juist beloond worden, en de staat is er alleen om het kapitalisme overeind te houden op het moment dat het weer eens failliet dreigt te gaan of al is, zoals we in 2008 zagen toen wereldwijd de -- met niet bestaand geld -- speculerende banken ineens dreigden om te vallen en overheden met meer dan een biljoen dollar de banken moesten subsidiëren om te voorkomen dat de niet bestaande 'vrije markt' ineenstortte. Dankzij dit socialisme voor de rijken konden The Economist en in zijn voetspoor  nrc.next  melden dat

de mogelijkheden van mensen ongelijk [zullen] blijven. In een wereld die economisch steeds meer gepolariseerd is, zullen velen hun kansen zien verminderen, terwijl hun salarissen worden afgeknepen. De beste manier om hen te helpen is niet, zoals links vaak denkt, dan maar het minimumloon te verhogen. Dat zou de verschuiving van 'werk laten doen door mensen' naar 'werk laten doen door computers' alleen maar versnellen. Het is beter hun lonen op te hogen met publiek geld, zodat iedereen die werkt een redelijk inkomen heeft.

Het meest onthullende van dit artikel was misschien wel het feit dat het geen democratisch discussiestuk is, maar een oekaze, een decreet van een anoniem presidium. Hier werd de burger verteld hoe zijn toekomst is gedetermineerd en wat zijn/haar mogelijkheden, maar vooral ook onmogelijkheden zijn in een neoliberale 'democratie,' die geen democratie is aangezien de meerderheid van de bevolking niet de mogelijkheid bezit om haar eigen lot te bepalen. Wat hier werd verkondigd was dat een zeer kleine rijke elite, bijgestaan door managers en technocraten, en gesteund door haar pleitbezorgers in de mainstream-pers, zonder enige zinvolle tussenkomst van volksvertegenwoordigers de toekomst van de hele mensheid bepaalt. Op welk moment dit beslist was, door wie, en op grond waarvan, waren vragen die door de 'vrije pers' en de 'democratische politici' in het midden werden gelaten, omdat ze  domweg volstrekt irrelevant werden geacht. 'Innovatie, het wondermiddel dat voor vooruitgang zorgt, heeft altijd banen gekost,' was de enige rechtvaardiging in de bekendmaking van The Economist/nrc.next. De prominente Britse filosoof John Gray waarschuwde in zijn boek Black Mass: Apocalyptic Religion and the Death of Utopia (2008) dat het 'conventional view of history is wrong. It is founded on a pernicious (schadelijke. svh) myth of an achievable utopia that in the last century alone caused the murder of tens of millions.' Ook de neoliberale ideologie claimt de waarheid in pacht te hebben, er is dan ook niets geleerd, er is niets wezenlijks veranderd. Gray:

Modern revolutionaries from the Jacobins onwards share these beliefs, but whereas the millenarians believed that only God could remake the world, modern revolutionaries imagined it could be reshaped by humanity alone. This is a notion as far-fetched as anything believed in medieval times. Perhaps for that reason it has always been presented as having the authority of science. Modern politics has been driven by the belief that humanity can be delivered from immemorial evils by the power of knowledge.

Op grond van het blinde Verlichtingsgeloof in de verlossing van de mens kon The Economist/nrc.nextonder de kop 'Wie is er beter in jouw werk? Jij of een robot?' melden dat ‘[i]n een recent onderzoek van de Oxford Universiteit gesuggereerd wordt dat 47 procent van de huidige banen in de komende twintig jaar zou kunnen worden geautomatiseerd.’ Niets kan de ‘Vooruitgang’ stoppen, en al helemaal niet de ter ziele gegane democratie. De dynamiek van het neoliberalisme is onbeheersbaar geworden. De burger speelt geen rol meer. Wendy Brown:

In this context, outsourcing, downsizing, salary and benefits reductions, along with slashed public services all present themselves as business decisions, not political ones. This also means that when economic ‘reality’ requires it, even the most thoroughly responsibilized individuals may be legitimately cast off from the ship. Human capital for itself bears the responsibility of enhancing and securing its future; it is expected to self-invest wisely and is condemned for dependency. However, human capital for the firm or the nation is bound to the project of the whole and is valued according to macroeconomic vicissitudes (wisselvalligheden. svh) and exigencies (vereisten. svh). This means that neither its responsibility nor its fealty (trouw. svh) guarantees its survival. It also means that the solidarity and sacrifice that workers once directed toward unions in the form of union dues, stay-aways, or strikes are now redirected toward capital and the state in the form of accepting layoffs, furloughs, and reduced hours and benefits. It means tolerating the substitution of undocumented or prison labor for one's own or losing business to firms with access to such labor. It means willingness to suffer regressive taxation and bankrupt state coffers on the rationale that corporate and mineral-extraction taxes discourage investment, chase away businesses, or stymie (belemmert. svh) growth. It means accepting encomiums (lofredes. svh) to spend, borrow, or save according to the changing needs of the economy, rather than the needs of oneself, one's family, community, or planet. And where austerity measures are most severe, as all of Southern Europe has recently learned, it means accepting persistent high rates of joblessness combined with life-threatening cuts in social protections and services. 

Een slogan als bijvoorbeeld ‘Geen Jorwert zonder Brussel’ versnelt datgene wat in het neoliberale jargon ‘jobless growth’ wordt genoemd. Het is de voornaamste reden waarom een propagandist als Geert Mak door Europese autoriteiten zo geprezen wordt, en waarom premier ‘Mark Rutte (VVD) Hofland in een eerste reactie op het overlijden een monument van de Nederlandse journalistiek’ noemde, 

Niemand verdiende die titel ‘Nederlandse journalist van de twintigste eeuw’ meer dan hij,’ liet de minister-president dinsdag weten. ‘In het Nederlandse perslandschap valt met zijn overlijden een groot gat,’

aldus berichtte NRC/Handelsblad met nauwelijks verholen trots over zijn voormalige opiniemaker. En inderdaad, voor de gevestigde orde valt er ‘een groot gat,’ want Hofland was in Nederland de belangrijkste woordvoerder van het kapitalistische establishment. Hij kan weliswaar geprezen worden, maar juist niet voor de belangrijkste vereiste van een ‘serieuze’ journalist, te weten ‘onafhankelijkheid.’ Daarvoor was de grijze eminentie van de polderpers teveel de pleitbezorger van elitebelangen. De carrière van de journalist die 'je' — in de woorden van de huidigeNRC-hoofdredacteur — ‘zonder overdrijving een van de monumenten van onze krant mag noemen’ zou nooit zo’n hoge vlucht hebben kunnen nemen. Als er één feit was die Hofland nooit vergat is dat dissidenten in geen enkel systeem geliefd zijn. Professor Brown:

The notion that loyal citizens must ‘share sacrifice’ in accepting austerities, the encomium one hears today from Right to Left, relocates this classic gesture of patriotism from a political-military register to an economic one, a relocation that itself indexes (aanduiden. svh) the neoliberal economization of the political. Yet a depoliticized economy and economized polity does not terminate the economy as a political end; rather, as we have seen, competitive positioning, credit rating, and growth become the national ends, and citizenship entails reconciliation (verzoening. svh) to those ends. Virtuous citizenship undertakes this reconciliation; bad citizenship (greedy public employees, lazy consumers of benefits, or intransigent labor unions) does not. Thus, while neoliberalism formally promises to liberate the citizen from the state, from politics, and even from concern with the social, practically, it integrates both state and citizenship into serving the economy and morally fuses hyperbolic self-reliance with readiness to be sacrificed.

The ‘shared sacrifice’ discourse of neoliberalism's austerity epoch differs sharply from that accompanying the ‘trickle-down’ economics of the 1980s. The Reagan-Thatcher era promised that wealth generated by the giants would benefit the small; today's sacrificial citizen receives no such promise. Economic ends are delinked from the general welfare of the population but, in addition, as citizens are integrated into these ends via governance, they may be be sacrificed to its needs, vicissitudes, (wisselvalligheden. svh) and contingencies (eventualiteiten. svh) in a nation, just as they are in a firm. Thus, a political rationality born in reaction to National Socialism (recall that the theories of F.A. Hayek and the Ordo School of neoliberalism were retorts to [antwoorden op. svh] that formation) paradoxically comes to mirror select aspects of it. In place of the social-contractarian promise (de belofte van het maatschappelijk contract. svh) — that the political aggregate [gelijkschakeling. svh]… will secure the individual against life-threatening danger from without and within — individual homo oeconomicae may now be legitimately sacrificed to macroeconomic imperatives. Instead of being secured or protected, the responsibilized citizen tolerates insecurity, deprivation, and extreme exposure to maintain the competitive positioning, growth, or credit rating of the nation as firm. 

Wat voorheen een samenleving was waarvan de koers werd bepaald door democratisch gekozen politici is nu wat Wim Kok als premier met zekere voldoening de ‘BV. Nederland’ noemde, het product van ‘de maatschappelijke constellatie die we nu hebben’ waar, volgens hem, ‘geen alternatief’ voor bestond ‘en dus’ had ‘het geen enkele zin daar naar te streven.’ Men betreedt hier het domein van het magisch denken waar de ontwikkelingen in de wereld gepredestineerd zijn, een geloof waarmee de ‘calvinistische sociaal-democraat’ al als kind werd geconfronteerd. Het neoliberalisme is in het magisch denken een kracht die — net als god — boven de mens uit stijgt, en daarom heeft ‘het geen enkele zin’ die macht aan banden te leggen, er is domweg ‘geen alternatief.’Daarom ‘tolereert’ de ‘verantwoordelijk gemaakte burger,’ die niets in te brengen heeft, zowel ‘onzekerheid’ als ‘deprivation, and extreme exposure to maintain the competitive positioning, growth, or credit rating of the nation as firm.’ Professor Brown voegt hier voor alle duidelijkheid het volgende aan toe:

Shared sacrifice is also different from ‘shared pain,’ ‘lowered expectations,’ or ‘trimming the fat’ — other signatures of earlier decades in American political-economic life. Of course, where ostensibly bloated (opgeblazen. svh) public sectors or indulgent subjects or nations are targeted for cuts or restructuring, a blaming discourse still circulates, and measures are taken to punish or discipline lazy or freeloading peoples, regions or practices. However, when we are called to share sacrifice, we are neither being punished nor simply suffering a necessity. Something else is afoot (is er aan de hand. svh).

So why is shared sacrifice the lingua franca of business and governments today, circulating across firms large and small and accompanying the fiscal restructuring or bailouts in the EU, states, municipalities, or certain economic or public sectors? What work is this call doing and upon what tropes (thema’s. svh) is it drawing? Sacrifice is a historically and culturally ubiquitous (overal aanwezig. svh), yet dis-unified and shape-shifting practice. It has supremely religious, as well as utterly prosaic usages — there are ritual sacrifices of animals and other treasures to god(s), parental sacrifices of time, sleep, and money for children, and strategic sacrifices in games — of a pawn in chess or to advance a runner in baseball. Which orbit of meaning harbors the call for shared sacrifice in neoliberal austerity politics? 


Ik geef een voorbeeld: Geert Mak mag dan wel bij hoog en bij laag volhouden dat er ‘Geen Jorwert zonder Brussel’mogelijk is, in de praktijk betekent dit dat een groeiende groep burgers wordt opgeofferd aan het bezuinigingsbeleid en uitstotingsbeleid van het neoliberalisme. Niet het belang van de bevolking staat hierbij centraal, maar dat van een rijke elite, waardoor nu slechts 62 individuen op aarde evenveel bezitten als de helft van de hele mensheid tezamen. Het is ook niet vreemd dat na het besluit tot ‘Brexit’ de Volkskrant concludeerde ‘Britse onderklasse rekent af met gevestigde orde.’ Inmiddels is het tot de meerderheid van de Britten doorgedrongen dat zij de dupe is van het neoliberale ‘Brussel.’ Dit is geen mening, maar een feit, zoals de kiezers uit eigen ervaring weten. Zij willen niet langer meer geofferd worden op het altaar van het neoliberale kapitalisme en zijn mammon, de god van het geld. De almaar groeiende ‘onderklasse’ beseft dat hiervoor geen rechtvaardiging bestaat, zeker niet nu in het Westen alom het besef is ontstaan dat kinderen het niet langer meer beter zullen krijgen dan hun ouders, maar integendeel slechter af zullen zijn. En waarom zou de postmoderne burger zijn kinderen offeren aan een onverzadigbare god die de maatschappelijke orde vernietigt? Als gevolg van de neoliberale ideologie wordt het nageslacht geconfronteerd met een chaotische werkelijkheid. Wendy Brown eindigt in dit verband haar boek Undoing the Demos. Neoliberalism’s Stealth Revolution met het hoofdstuk ‘Losing Bare Democracy and the Inversion of Freedom into Sacrifice,’ waarin  zij uiteenzet dat

religious sacrifice is generally (but not always) communal, ritualistic, and oriented toward restoring order and harmony. While such sacrifice generally entails killing a designated victim, and while it is the killing itself that is crucial in the eyes of some theorists, others have argued that its importance lies in making an offering of life to the wellspring of life, to the supreme power from which life emanates and on which all life depends. The life of an animal or a child is offered up to the sacred origin of life as a way of restoring or feeding that source. Sacrifice is a communal ritual that renarrates (opnieuw vertellen. svh) the community’s origin and expresses its conscious dependence on the sacred, but is distinct from other expressions of devotion or servitude in that we feed the life-giving powers of the sacred with life. Thus, Henri Hubert (Franse godsdienstsocioloog. svh) and Marcel Mauss (prominente Franse etnoloog. svh) argue that sacrifice acts to establish a relationship between the sacred and the profane: ‘the profane enters into a relationship with the divine... because it sees in it the very source of life.’  […]

both religious and moral-political sacrifice are premised upon a noneconomistic and nonmarketized form of exchange. Both involve and articulate belonging to an order larger than oneself. Both entail a destruction or deprivation of life in the name of sustaining or regenerating that order. These features remind us of the respects in which the logic of sacrifice is external to neoliberal reason, working as a supplement to it.

Waarom zou een westerse burger zo irrationeel zijn zichzelf en zijn kinderen op te offeren om ‘een orde groter dan’ hijzelf in stand te houden, waarvan slechts een bijzonder kleine schatrijke elite profiteert, die zich absoluut niet voor de slachtoffers interesseert? Brown merkt op dat terwijl het management een beroep doet op zelfopoffering in belang van de groep, biedt

the devastation of human well-being entailed in slashed jobs, pay, benefits, and services brings no immediate returns to those who sacrifice or are sacrificed.  Rather, the putative aim is restoration of economic and state fiscal ‘health,’ a return from the brink of bankruptcy, currency collapse, debt default, or credit downgrade. Moreover, the addressee of sacrifice is not the nation, not the demos, but the spectacularly imbricated (overlappende. svh) state and economy on which all life depends, but which also command destruction and deprivation. In the 2008 subprime mortgage crisis, for example, 700 billion taxpayer dollars and over five million homeowners were fed to banks ‘too big to fail.’ Thus we are returned to the religious… sacrifice. In shared sacrifice for economic restoration, we sacrifice ‘to,’ rather than ‘for,’ and make an offering to a supreme power on which we are radically dependent, but that owes us nothing. We are called to offer life to propitiate and regenerate its life-giving capacities… but without any guarantee that the benefits of this sacrifice will redound (ten goede komen. svh) to us.   

Het meest irrationele is misschien wel het feit dat in 2008 de al gedupeerde burger nog eens werd gedwongen vele honderden miljarden aan belastinggeld aan corrupte bankiers te verstrekken om op die manier het vertrouwen in dezelfde speculerende bankiers terug te brengen. De belastingbetaler moest dus niet zozeer offeren ‘to’ een groter goed, zijnde de gemeenschap, maar ‘for’ de corrupte financiële elite, die vervolgens ongestoord verder ging met haar asociale luchthandel. En hoewel de ‘poortwachters van de gevestigde orde’ hun uiterste best deden om hun publiek te overtuigen dat het geld was ‘verdampt,’ wisten mijn mainstream-collega’s zelf maar al te goed dat hier sprake was van een geraffineerde bankroof, gepleegd terwijl iedereen toekeek, de grootste bakroof die ooit had plaatsgevonden, zonder dat ook maar één vooraanstaande bankster hiervoor veroordeeld is. Dit geeft  tevens het belang aan van een gehoorzame ‘corporate press’ die de belangen van de rijken gehoorzaam behartigen. Ook hier is sprake van magisch denken, aangezien de mens een offer brengt in de hoop de allerhoogsten gunstig te stemmen. 

  


Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...