woensdag 14 oktober 2015

Vluchtelingenstroom 5


September 2015 reageerde Geert Mak op de vraag: 'Begrijpt u waarom het sentiment in Europa zo tegen vreemdelingen is gericht?' met het volgende antwoord:

Omdat het over iets fundamenteels gaat: de soevereiniteit over je grens. Daar zijn oorlogen over gevoerd. We weten wel dat grenzen achterhaald zijn, maar het kost moeite dat los te laten. Op een typisch Europese manier wordt nu onderhandeld over quota. Maar zodra dat systeem op poten staat, zal iedereen tevreden zijn. Dan kan dat gezeul met asielzoekers ophouden.

Ergens begrijp je het wel natuurlijk. In nogal wat Europese landen is het met de gastarbeiders in veel buurten echt fout gelopen. Daardoor kwam het begrip migratie in een kwaad daglicht te staan. Maar we kunnen daar overheen. Europa is een kwestie van solidariteit, maar ook van gezamenlijke moraal. Politieke leiders die dat niet meer uitdragen, ontlopen hun historische verantwoordelijkheid.

Deze beschrijving is een symptoom van autisme, de wereld plooit zich naar het beeld dat de narcist zich ervan voorstelt, en niet omgekeerd. Aan de ervaring gaat de ideologie vooraf. In deze optiek is vreemdelingenhaat niets anders dan de bedreiging van 'de soevereiniteit over je grens,' aldus, in gebrekkig Nederlands, de blanke, christelijke opiniemaker Geert Mak, gevormd door een, van origine, Europese kapitalistische cultuur die op jacht naar grondstoffen en markten al vijf eeuwen lang geen enkele 'soevereiniteit' erkent, zodra die het winstprincipe in de weg staat. Vanuit historisch oogpunt is dan ook de vraag: over welke 'soevereiniteit' heeft mijn oude vriend het? Die van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden? Of die van 'Nederlands Indië,' het koloniale wingewest waar 'onze' huidige welvaart op gefundeerd is? Of de 'soevereiniteit' van het individu, de integriteit van lichaam en geest van elk mens, die door het Calvinistisch Nederland tijdens de slavenhandel eeuwenlang werd geschonden? 'We weten wel dat grenzen achterhaald zijn, maar het kost moeite dat los te laten.'  Die 'grenzen' zijn voor de financiële en economische macht inderdaad 'achterhaald,' maar niet voor de 'we,' op wie Mak zich almaar beroept. 

Hoe is het te verklaren dat in 'de democratie,' een kleine schatrijke elite kan bepalen waar de 'grenzen' precies liggen? Waarom duikt ook deze vraag niet op bij Mak? En waarom zou het een rechtschapen burger 'moeite' kosten grenzen 'los te laten'? Mak zwijgt opnieuw. Desondanks beweert hij met grote stelligheid dat een 'quota' systeem 'iedereen tevreden' zal stellen, alsof op dat moment de uittocht uit het arme deel van de geglobaliseerde neoliberale wereld niet zal blijven aanzwellen. Het betreft hier magisch denken, dat ervan uitgaat dat de samenleving volledig, maar dan volledig maakbaar is. Dat de geschiedenis exact het tegenovergestelde laat zien, tempert de verwachtingen niet van de hoopvolle vooruitgangs-gelovige Mak. Integendeel, er moet juist nog meer controle worden uitgeoefend op de grillige natuur van de mens. De macht moet de 'fouten' die de persoonlijke wil van de burger veroorzaken 'in het perfecte patroon van het systeem' radicaal de kop indrukken. Daarom voorspelt Mak dat 'het nog [gaat] knakken en kraken,’ en dat 'we' daarom 'meer macht [moeten] overdragen aan Europa,’ wat in de praktijk betekent dat in toenemende mate alle macht in handen verdwijnt van een kleine ongecontroleerde technologische bureaucratie die de belangen behartigt van de financiële en economische elite. Deze ontwikkeling is al in 1955 haarscherp geanalyseerd door de gerenommeerde Duits-Amerikaanse sociaal-psycholoog en filosoof, Erich Fromm, in zijn ook in het Nederlands vertaalde boek The Sane Society. Omdat zijn analyse van de moderne massamaatschappij baanbrekend was, zal ik enkele fragmenten eruit citeren. Fromm stelt ondermeer het volgende:

De mens is niet alleen vervreemd van zijn werk, van de dingen en het amusement die hij consumeert, maar tevens van de maatschappelijke machten, die onze samenleving en het leven van elk individu bepalen. 

Onze feitelijke hulpeloosheid ten opzichte van de machten die on regeren, blijkt vooral duidelijk bij de sociale rampen waaraan het tot dusver nooit ontbroken heeft, al worden zij elke keer weer als betreurenswaardige toevalligheden afgedaan, namelijk economische crises en oorlogen. De sociale verschijnselen doen zich voor als natuurrampen terwijl zij in werkelijkheid door de mens zelf, zij het ook zonder opzet en zonder zich ervan bewust te zijn, gecreëerde gebeurtenissen zijn. 

Een dergelijke anonimiteit van de maatschappelijke machten is inherent aan de structuur van de kapitalistische productiewijze. In tegenstelling tot de meeste andere samenlevingsvormen, waarbij de sociale wetten geformuleerd en vastgesteld zijn op basis van politieke macht of traditie, ontbreken deze vastgestelde regels bij het kapitalisme. Dit is immers gebaseerd op het beginsel dat zodra iedereen op de markt op eigen voordeel uit is, alles goed zal komen en er geen anarchie maar orde zal heersen. Uiteraard bestaan er economische wetten die de werking van de markt beheersen, maar dit voltrekt zich achter de rug van het handelend individu zelf, zodat de laatste zich slechts met zijn particuliere belangen hoeft bezig te houden. Hij kan alleen proberen deze marktwetten te raden, zoals een Calvinist in Genève moest gissen of God hem voor de zaligheid had voorbestemd of niet. Maar evenals God's wil stonden ook de marktwetten boven de macht van zijn wil of invloed. 

Vandaar ook dat, zodra het erop aankomt, Geert Mak zijn gehoor voorhoudt dat 

de EU een markt [is] van bijna een half miljard mensen met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld. Alleen al voor Nederland is de Unie goed voor tweederde van onze totale export, eenvijfde van het nationale product. We hebben nu een open toegang tot die markt,

en dat 'we' de 'deur' naar die 'markt' natuurlijk niet kunnen dichtgooien, hoe desastreus het neoliberale marktdenken ook mag uitwerken voor de mens en de natuur. Ook bij de gereformeerd opgevoede domineeszoon is sprake van een gedetermineerd mens- en wereldbeeld. 'We' kunnen ons absoluut niet onttrekken aan de 'marktwetten,' ook al leiden die onvermijdelijk tot een permanente staat van oorlog tegen de mens en de natuur, en ook al veroorzaken hun verwoestende uitwerking tenslotte de ondergang van de menselijke soort. Erich Fromm:

De vraag of er nog andere mogelijkheden zijn dan de keuze tussen 'het vrije ondernemerschap' en politieke disciplinering is hier niet aan de orde. Wel moet in dit verband worden opgemerkt dat juist het feit dat wij door wetten worden beheerst die onszelf ontsnappen en die wij niet eens wensen te beheersen, één van de belangrijkste verschijningsvormen van vervreemding is. Wij zijn zelf de scheppers van onze economische en maatschappelijke inrichting en toch weigeren wij tegelijkertijd bewust en zelfs met overgave elke verantwoordelijkheid, en blijven we met hoop of vrees, al naar gelang de omstandigheden, af wachten wat 'de toekomst' ons zal brengen. Onze eigen daden zijn belichaamd in de wetten die ons regeren, maar intussen zijn deze wetten hoog boven ons verheven en zijn wij hun slaven. De reusachtige staat en het gigantisch economische systeem worden niet meer door de mens beheerst. Zij slaan op hol en hun leiders zijn als een ruiter op een op hol geslagen paard, vol trots dat hij nog in het zadel weet te blijven, hoewel hij iedere macht over het paard verloren heeft. 

Vragen wij naar de aard van de relatie waarin de moderne mens tot zijn medemens staat, dan vinden wij een verhouding als tussen twee abstracties, twee levende machines die elkaar wederkerig gebruiken. De werkgever gebruikt zijn werknemers, de verkoper zijn klanten. Iedereen is voor ieder ander een gebruiksvoorwerp dat men met een zekere mate van vriendelijkheid bejegenen moet omdat het, ook wanneer het niet direct van nut is, dit toch wellicht later kan zijn. Men vindt even weinig liefde als haat in de menselijke betrekkingen van onze tijd. Eerder vindt men een oppervlakkige vriendelijkheid, naast een meer dan oppervlakkige 'eerlijkheid,' maar onder die buitenlaag heersen afstand en onverschilligheid. 

Het is juist Mak's 'afstand en onverschilligheid' die het hem mogelijk maken om moeiteloos te beweren dat de VS na 1945 'decennialang als ordebewaker en politieagent' op aarde 'fungeerde,' terwijl in werkelijkheid het imperium 'a legacy of ashes' in de hele wereld achterliet. Mijn oude vriend is zo vervreemd van de werkelijkheid geraakt dat hij die niet meer kan herkennen. Deze geestesgesteldheid maakt het hem mogelijk als bestseller-auteur te functioneren die zich telkens weer aanpast aan de smaak van de markt. Hij functioneert als de grootgrutter die een gat in de markt vult. Erich Fromm:

Wat is de relatie van de mens tot zichzelf? Ik heb elders deze verhouding beschreven als 'markt-gericht.' Bij deze instelling ervaart de mens zichzelf als een zaak, die men met succes op de markt moet brengen, niet als oorsprong van handelen en drager van menselijke vermogens. Hij is van deze vermogens juist vervreemd. Zijn doel is slechts zich te verkopen en zijn ikbesef vloeit niet voort uit zijn activiteit als een liefhebbend en denkend individu maar uit zijn sociaal-economische rol. Konden dingen spreken, dan zou een schrijfmachine de vraag 'Wie ben je?' beantwoorden met 'Ik ben een schrijfmachine,' een automobiel met 'Ik ben een automobiel,' of meer specificerend met 'Ik ben een Ford, een Buick of een Cadillac.' Vraagt men een man 'Wie ben je?' dan luidt zijn antwoord 'Ik ben een winkelier' of 'Ik ben een kantoorbediende, een arts, een getrouwde man, de vader van twee kinderen,' enzovoorts, en zijn antwoord heeft vrijwel dezelfde betekenis als in het geval van de 'sprekende' dingen. Zo is de wijze waarop hij zichzelf ervaart, niet als een man met liefde, vrees, overtuigingen, of twijfel, maar als de van zijn ware natuur vervreemde abstractie, die een bepaalde functie in het sociale systeem vervult. Zijn waardebesef is van zijn succes afhankelijk. Zijn lichaam, geest en ziel vormen zijn kapitaal, dat hij in zijn leven zo goed mogelijk moet beleggen om winst uit zichzelf te halen. Menselijke eigenschappen zoals vriendelijkheid, hoffelijkheid en kameraadschap veranderen in gebruiksvoorwerpen, onderdelen van zijn uitrusting aan 'persoonlijkheid.' Weet hij zichzelf niet winstgevend te beleggen, dan is hij in zijn gevoel een mislukking en omgekeerd. Evenals dit bij met verlies verkochte koopwaar het geval is, komt het op zijn intrinsieke gebruikswaarde niet aan. 

Deze mentaliteit verklaart tevens de, wat ik noem, Makkiaanse Paradoxen, waarbij Geert Mak als het ware in één adem zichzelf moeiteloos kan tegenspreken. Zo kan de mainstream-opiniemaker enerzijds waarschuwen voor wat hij het 'grootkapitaal' betitelt 'waar je niks tegen kunt doen,' om anderzijds met evenveel stelligheid te pleiten voor blijvende steun aan het 'grootkapitaal,' aangezien in zijn ogen 'Jorwert zonder Brussel' onmogelijk is. Hij ziet hierin geen onoverkomelijke tegenstrijdigheid. In zijn gelijk geschakeld bewustzijn bestaan geen tegenstrijdigheden. Omdat deze stoornis wijdverspreid is bedreigt zij het voortbestaan van de mensheid. Zodra namelijk alles even waar is, bestaat er geen 'waarheid' meer en is alles gepermitteerd. Lucebert had gelijk toen hij stelde: 'Alles van waarde is weerloos,' en wel omdat het waardevolle geen stem heeft temidden van het helse kabaal van de commerciële massamedia, een milieu waarin een poseur als Mak zich als een vis in het water voelt. De diepe vervreemding wordt momenteel, ironisch genoeg, op de spits gedreven door de komst van berooide vluchtelingen, waarvoor de van zichzelf en zijn omgeving vervreemde massamens geen ruimte heeft in zijn klein, angstig universum, waar hij zich voortdurend van alle kanten bedreigd voelt en weet. Daarom werken Mak's beweringen als een graadmeter van de  onderhuidse werkelijkheid. Meer hierover later. 


Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...