zondag 6 september 2015

Kajsa Ollongren van D'66

Mayor of Van der Laan and deputy mayor lay a wreath at


Wat is bekend over de sociaal-democraat Rabin? Onder andere dat hij tijdens de Eerste Intifada de Israelische troepen opdracht gaf de botten te breken van Palestijnse jongeren die demonstreerden. Daarnaast dat hij als commandant in 1947 en 1948 op grote schaal oorlogsmisdaden pleegde:
D E _ O N E I N D I G E _ O O R L O G
d o o r _ S t a n _ v a n _ H o u c k e

Op 11 april 1948, werd Lydda door zionistische troepen overvallen toen luitenant-kolonel Moshe Dayan aan het hoofd van een pantserbataljon ‘op volle snelheid door Lydda’ was gereden ‘waarbij de stad kapot geschoten werd en wanorde werd gecreëerd en een zekere mate van paniek onder de burgerbevolking.’ Kenneth Bilby van de New York Herald Tribune noteerde dat hij na Dayans terreuraanslag ‘de lichamen van Arabische mannen, vrouwen en zelfs kinderen’ had gezien die ‘her en der op straat verspreid lagen in het spoor van de meedogenloze briljante aanval.’ Maar deze poging tot etnische zuivering bleek onvoldoende te zijn om de bevolking onmiddellijk massaal op de vlucht te doen slaan. Vandaar dat in juli van hetzelfde jaar het geweld tegen de Palestijnse burgerbevolking werd herhaald. Ditmaal met meer manschappen en nog meer meedogenloosheid. Volgens Benny Morris, de vooraanstaande joods-Israelische historicus ‘waren de verdrijvingen’ uit Lydda in opdracht van Ben Goerion en ‘onder bevel van luitenant-kolonel Yitzhak Rabin een onderdeel van de gedeeltelijke etnische zuivering die Israël bevrijdde van de meerderheid van zijn Arabische inwoners op het moment van zijn oprichting. Eerder, in de jaren dertig en veertig, was onder de zionistische leiders een zo goed als consensus ontstaan over de noodzaak van ''transfer.'' Ze geloofden dat het van cruciaal belang was om de Arabische inwoners uit te kopen of te verdrijven uit de gebieden die bestemd waren voor de joodse staat… Hoe dan ook, de transfer was voltooid, 700.000 Palestijnen hadden het land verlaten, en het vluchtelingenprobleem dat Israël sindsdien achtervolgt was geboren.’ Zouden de Palestijnen niet zijn ‘verdreven dan zou er geen joodse staat zijn ontstaan… Het was een smerige zaak. Maar zo is de geschiedenis… Hadden de meeste Palestijnen het land niet verlaten dan zou er vandaag de dag geen Israël zijn,’ aldus Benny Morris. Op 10 juli 1948 benoemde Ben Goerion generaal Yigal Allon tot bevelhebber van de aanval op het gebied waar onder andere Lydda lag. Yitzhak Rabin was zijn directe ondergeschikte. De stad kent een lange geschiedenis en is bij christenen en moslims bekend als de stad van Sint Joris, beschermheilige van zowel de Engelse als Palestijnse christenen. Lydda was de geboorteplaats van de moeder van de heilige Joris. Hij werd genoot er onderwijs en zou later in de omgeving van de stad een draak verslaan, die de omgeving terroriseerde, aldus de overlevering. De Kerk van de Heilige Joris in het centrum is onderdeel van een gebouwencomplex waar ook de Moskee van Al Khader uitmaakt, die net als de kerk gewijd is aan Sint Joris, wat nog eens onderstreept dat christenen en moslims eeuwenlang vreedzaam samenleefden.

Allon gaf opdracht Lydda vanuit de lucht te bombarderen, alvorens aansluitend het centrum van de stad te bestormen. Aangezien Lydda en het nabijgelegen Ramleh in het gebied lagen dat door de Verenigde Naties aan de toekomstige Palestijnse staat was gegeven, dachten de inwoners dat ze door het Arabische Legioen, onder leiding van de Britse generaal John Glubb, zouden worden beschermd. Maar omdat de Israëlische troepen veruit in de meerderheid waren, had de generaal zijn manschappen opdracht gegeven zich terug te trekken. Aan hun lot overgelaten probeerden de mannen van Lydda, gewapend met enkele oude geweren, vanuit de Dahamish Moskee vergeefs de stad te verdedigen. Na een paar uur gaven ze zich over om onmiddellijk daarna in de moskee door de Israëlische troepen te worden afgeslacht. Vervolgens trokken de joodse soldaten moordend en plunderend door de stad, waarbij honderden Palestijnse mannen, vrouwen en kinderen werden vermoord. Inmiddels was als gevolg van de etnische zuiveringen elders het aantal mensen in Lydda verdubbeld tot meer dan 40.000. De dag erop werd iedereen uit woningen, kerken en moskeeën gehaald en de stad uitgedreven richting de Westbank, geheel in overeenstemming met met het door Yitzhak Rabin ondertekende bevel, waarin stond dat alle ‘ingezetenen van Lydda snel moeten worden verdreven, ongeacht hun leeftijd.’ In A Soldier with the Arabs (1957) schreef generaal Glubb dat onmiddellijk nadat de Israëlische soldaten de steden waren binnengedrongen ze begonnen met een huis aan huis zoektocht, alle mannen van militaire leeftijd werden gearresteerd en naar concentratiekampen gedeporteerd. Daarna reden Israëlische busjes met luidsprekers erop door de straten, de overgebleven inwoners het bevel gevend om binnen een half uur te vertrekken.’ De soldaten drongen de ‘huizen binnen en behandelden vrouwen ruw genoeg om de waarschuwing… serieus te nemen… Misschien 30.000 mensen of meer, bijna allen vrouwen en kinderen, pakten vlug wat spullen bij elkaar en ontvluchtten hun huizen dwars door de open velden… De Arabische Legioen probeerde tegen het Israëlische leger te vechten zonder burgers te treffen. Misschien zijn vandaag de dag dergelijke normen achterhaald,’ aldus de Britse commandant. Onder een brandende zon en in een temperatuur van 40 graden Celsius moesten de inwoners van Lydda drie dagen lang door grotendeels onbegaanbaar heuvelachtig landschap om in veiligheid te komen. Glubb schreef naderhand dat ‘niemand ooit zal weten hoeveel kinderen stierven’ tijdens deze gruwelijke uittocht. Benny Morris constateerde dat ‘alle Israëli’s die getuige waren van de gebeurtenissen het erover eens waren dat de exodus, onder een hete juli zon, voor de vluchtelingen, vooral die uit Lydda, een langdurige lijdensweg betekende. Sommigen werden door soldaten terwijl ze de stad verlieten of bij controleposten onderweg beroofd van hun kostbaarheden… Een Israëlische soldaat… noteerde zijn indrukken van de dorst en honger van de vluchtelingen onderweg, en hoe “kinderen vermist raakten” en hoe een kind in een put viel en verdronk… Een andere soldaat beschreef het spoor dat werd achtergelaten door de langzaam voortschuifelende colonnes “allereerst… gebruiksvoorwerpen en meubilair en uiteindelijk lichamen van mannen, vrouwen en kinderen, die her en der verspreid lagen!”' 

Fayez Arafat: ‘In het begin was iedereen verspreid over een groot gebied, de vluchtelingen sliepen in de open lucht, onder bomen. Tot de UNWRA hier in de jaren 1950-1952 een kamp oprichtte met enige voorzieningen. En u ziet het, we leven er nog steeds, op elkaars lip, omdat we niet mogen uitbreiden. We kunnen alleen omhoog, een nieuwe etage erop bouwen, vaak op een fundering die daarvoor niet geschikt is. En hier leeft men permanent in angst voor de Israëlische invallen.’ De daarbij gebruikte tactiek van het Israëlische leger is om in het holst van de nachts een gat te slaan in de muur van een huis dat aan de rand van het vluchtelingenkamp ligt. Vervolgens breken ze van binnen uit telkens weer de ernaast gelegen woning binnen tot ze aan het einde van de straat zijn. Op die manier hoeven de militairen niet over de openbare weg waar ze beschoten kunnen worden door verzetsstrijders die het kamp verdedigen. En de Palestijnse vluchtelingen weten dat dit elke nacht straffeloos kan gebeuren. De angst bij ouders wordt nog eens versterkt door het feit dat hun kinderen op weg naar school en zelfs in sommige gevallen thuis gedood kunnen worden, zoals de mensenrechtenorganisatie Defence for Children International (DCI) uitgebreid gedocumenteerd heeft. Sinds het begin van de tweede intifada september 2000 tot half november 2007 zijn volgens deze mensenrechtenorganisatie 899 Palestijnse kinderen door Israël gedood. 127 van die kinderen waren in de leeftijdsgroep van 0 tot en met 8 jaar, en 144 in de leeftijdsgroep van 9 tot en met 12 jaar, Het betreft in alle gevallen Palestijnse kinderen die geen levensbedreigend gevaar vormden voor de Israëlische strijdkrachten, maar die toch bewust zijn gedood. Daarnaast zaten volgens DCI half november 2007 tenminste 317 Palestijnse kinderen in Israëlische gevangenissen, onder wie twee meisjes. De Palestijnse kinderen, die meer dan 50 procent van de bevolking in de bezette Westbank uitmaken, zijn een uiterst kwetsbare groep, waardoor de ouders op hun beurt nog kwetsbaarder zijn en hun angst blijft toenemen. De ouders en hun kinderen weten dat zelfs minderjarigen zo zwaar mishandeld kunnen worden door Israëlische functionarissen dat er sprake is van martelen, zoals uit onderzoek van Defence for Children International blijkt. Bovendien worden Palestijnse kinderen zonder enige vorm inbeschuldigingstelling of proces in zogeheten administratieve hechtenis gezet, voor periodes van 6 maanden. De verlenging kan onbeperkt doorgaan en is een schending van de Vierde Conventie van Genève. Zelfs als men voor de militaire rechter verschijnt mogen zowel de beschuldigde als zijn/haar advocaat niet weten wat de aanklacht is. September 2007 berichtte DCI in haar halfjaarlijks rapport dat ‘De arrestatie, het verhoor en de gevangenneming van Palestijnse kinderen op de Westbank door Israëlische strijdkrachten en personeel van andere Israëlische veiligheidsdiensten, geen nieuw verschijnsel is. Israël heeft sinds zijn bezetting van de Westbank en de Gaza Strook in 1967 onophoudelijk kinderen opgepakt en vervolgd.’ Het enige verschil met vroeger is het volgende: ‘Tijdens de Tweede Intifada begon Israël administratieve hechtenis toe te passen op Palestijnse kinderen en het begon kinderen onder de leeftijd van 14 jaar voor periodes van maximaal 6 maanden te veroordelen en gevangen te zetten… De afgelopen jaren… zijn de arrestatie, het verhoor en de gevangenneming van Palestijnse kinderen systematisch geworden, waarbij de maandelijkse aantallen van gevangen gezette kinderen schommelen tussen de 350 en 430 kinderen… Gedurende de periode januari 2007 tot juni 2007 werd 47.1 procent van de Palestijnse kinderen die voor Israëlische militaire rechtbanken verschenen veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van 12 maanden tot 3 jaar of langer. 52.9 procent van de kinderen kreeg gevangenisstraffen van maximaal 12 maanden. Geen van de kinderen werd vrijgesproken van wat hen formeel ten laste was gelegd. Het Israëlische militaire systeem dat de vervolging van Palestijnse kinderen op de Westbank regelt, is deel van een breder militair juridisch systeem dat elke aspect beheerst van het leven van een Palestijnse inwoner. Centraal in de voorlopige hechtenis, de vervolging en de gevangenhouding is de door de Staat goedgekeurde en uitgestippelde slechte behandeling en mishandeling, die in vele gevallen op marteling neerkomt… Naast het ontzeggen van vele andere fundamentele rechten hebben kinderen niet het recht om zich tijdens het verhoor te laten bijstaan door een ouder, een verantwoordelijke volwassene of een advocaat… Net als volwassenen kan een kind, onder de Militaire Order 378, zonder aanklacht tot maximaal 90 dagen worden verhoord. Juridische autoriteiten in het Israëlische Militaire Rechtssysteem, die in feite militair personeel zijn, hebben als uitgangspunt genomen dat bekentenissen aanvaardbaar zijn als bewijs.’ En dat terwijl de bekentenissen van de kinderen afgedwongen zijn door slaan en schelden, bedreigingen en andere lichamelijk en psychisch geweld, zoals uit de studie van DCI blijkt. Kinderen ondervonden continue slaag gedurende de arrestatie en verplaatsing naar een verhoorcentrum… Alle kinderen meldden dat ze bij de arrestatie waren geboeid en geblinddoekt en de meerderheid meldde dat hun enkels aan elkaar waren geketend toen ze in militaire jeeps werden overgebracht. De meerderheid van de kinderen verklaarde herhaaldelijk te zijn geschopt, geslagen en gestompt door militair personeel die daarbij hun handen of geweren gebruikten.’ Over het verhoor zelf vertelden kinderen aan de onderzoekers van DCI dat ‘ze door het Israëlisch militair personeel onderworpen werden aan de volgende vormen van mishandeling’: in de kou moeten staan, geslagen worden, geen eten krijgen voor een periode van maximaal 12 uur, eenzame opsluiting, urenlang uitgescholden worden, bedreiging met seksuele intimidatie en/of onfatsoenlijk betast worden, het bedreigen van de familie van het gevangen kind, dagenlang weigeren dat kinderen zich verschonen, stompen op verschillende plaatsen van het lichaam, enzovoorts. ‘Palestijnse kinderen van de Westbank, die gearresteerd zijn door Israëlische militairen vallen onder dezelfde jurisdictie als volwassenen Palestijnen. Er bestaat geen speciale afdeling van de Israëlische Militaire Rechtbanken voor Palestijnse minderjarige politieke gevangenen… Militaire Order 132 definieert een “kind” als een persoon jonger dan 16 jaar… Kinderen tussen de leeftijd 14 en 16 jaar worden gevangen genomen voor een periode van maximaal 12 maanden voor delicten waarop een gevangenisstraf staat van 5 jaar of minder… kinderen ouder dan 14 kunnen voor bepaalde veiligheidsdelicten een gevangenisstraf krijgen van maximaal 25 jaar tot levenslang… Het gooien van objecten inclusief een steen kunnen een gevangenisstraf van 10 tot 20 jaar opleveren. Het letsel toebrengen, beledigen en bedreigen van Israëlische soldaten kan 10 jaar gevangenisstraf opleveren. Het schenden van de openbare orde kan door de rechtbank worden bestraft met levenslang. Het opzettelijk beschadigen van bezit kan leiden tot 10 jaar gevangenisstraf,’ aldus het Israëlisch militair recht. Defence for Children International wijst er ook op dat ‘de veroordelingen van Palestijnse kinderen op grond van overtredingen van de Militaire Order 378’ in strijd zijn met de Conventie betreffende de Rechten van het Kind, die door Israël is ondertekend. Dat hier geen sprake is van onafhankelijke rechtspraak benadrukt DCI nog eens door te wijzen op het feit dat de hele rechtsgang van arrestatie tot veroordeling in handen is van de militaire bezettingsmacht en dat in alle gevallen geen van de kinderen werd vrijgesproken. Het zal dan ook niemand verbazen dat onder andere hierdoor de Palestijnen in zowel het belegerde Gaza als op de bezette Westbank stellen dat ze vogelvrij zijn verklaard en dat dit besef tot grote onzekerheid en angst onder de burgerbevolking leidt. 


Welnu, over PVDA-burgemeester Van der Laan heb ik weinig op te merken. De eerste keer dat ik hem ontmoette was  midden van de jaren zeventig, en ik besefte onmiddellijk uit zijn houding dat hij een opportunist was, een ambitieuze man zonder karakter. Daarentegen is Kajsa Ollongren van D'66 een ander geval. Ook zij is voorstander van een nauwe band met Tel Aviv, de stad waar de etnische zuivering van Palestina werd voorbereid. Kennelijk is Ollongren als zelfbewuste feministische vrouw niet in staat te solidariseren Palestijnse vrouwen en kinderen. Dit zou niet zo buitengewoon verwonderlijk zijn, ware het niet dat zij vanwege haar seksuele voorkeur zelf tot een  minderheidsgroep behoort. Waarom is het voor een dergelijke autoriteit zo vreselijk moeilijk om te beseffen dat men niet namens Amsterdamse burgers een krans legt bij het herdenkingsmonument van een oorlogsmisdadiger? Waarom is het zo intens problematisch voor haar om zich in te leven in de situatie van een vervolgde bevolking? Waarom is een carrièriste niet in staat de kant te kiezen van een onderdrukte minderheidsgroep?

Rabin's Break Their Bones Policy




The real Yitzhak Rabin

Today marks the fifteenth anniversary of when former Israeli Prime Minister Yitzhak Rabin was assassinated by a right-wing Israeli extremist for Rabin’s signing of the Oslo Accords with Yasir Arafat. With the anniversary comes the obligatory mourning of Rabin as a “man of peace,” as the Israeli leader who, had he survived, might have been the one who brought lasting peace to Israel and Palestine.
While that’s the conventional wisdom of Rabin, it’s based on a total erasure of his sordid role in the Israeli military establishment as well as a fundamental misreading of what the Oslo accords were intended to do. The only way that wisdom holds is if you shut out Palestinian views of Rabin, which is what happens in U.S. media and political discourse.
Former President Bill Clinton’s Op-Ed in today’s New York Times is emblematic of the narrative about Rabin in the United States. Clinton says Rabin had a “vision for freedom, tolerance, cooperation, security and peace”; that had he lived, “I am confident a new era of enduring partnership and economic prosperity would have emerged”; and that the “the cause for which Yitzhak Rabin gave his life” was “building a shared future in which our common humanity is more important than our interesting differences.”
The reality of Rabin is that he was a key player in the expulsion of tens of thousands of Palestinians during the 1947-49 war that led to Israel’s founding, which Palestinians refer to as al-Nakba, or the Catastrophe. During the First Intifada, or Palestinian uprising, Rabin infamously gave orders to “break the bones” of Palestinians participating in the uprising against the then-twenty year old Israeli occupation of the West Bank and the Gaza Strip. And the Oslo accords were never really about peace; it was a successful attempt to “subcontract” the occupation out to the newly formed Palestinian Authority, as Israeli professor Neve Gordon puts it in his excellent book Israel’s Occupation.
Israel’s ‘peace’ axioms were re-articulated during the days of Yitzhak Rabin, the same Yitzhak Rabin who, as a young officer, had taken an active part in the 1948 cleansing but who had now been elected as prime minister on a platform that promised the resumption of the peace effort. Rabin’s death – he was assassinated by one of his own people on 4 November 1995 came too soon for anyone to assess how much he had really changed from his 1948 days: as recently as 1987, as minister of defence, he had ordered his troops to break the bones of Palestinians who confronted his tanks with stones in the first Intifada; he had deported hundreds of Palestinians as prime minister prior to the Oslo Agreement, and he had pushed for the 1994 Oslo B agreement that effectively caged the Palestinians in the West Bank into several Bantustans.
Ha’aretz columnist Amira Hass gave voice to what Palestinians think of Rabin in this article:
Before the handshake on the White House lawn, before the Nobel Prize and before the murder, when Palestinians were asked about Rabin, this is what they remember: One thinks of his hands, scarred by soldiers’ beatings; another remembers a friend who flitted between life and death in the hospital for 12 days, after he was beaten by soldiers who caught him drawing a slogan on a wall during a curfew. Yet another remembers the Al-Amari refugee camp; during the first intifada, all its young men were hopping on crutches or were in casts because they had thrown stones at soldiers, who in turn chased after them and carried out Rabin’s order.
As for the goals of the Oslo accords, here’s what Gordon writes:
The Oslo process was, to a large extent, the result of Israel’s failure to crush the intifada, and Israel’s major goal in the process was to find a way of managing the Palestinian population while continuing to hold on to their land. As Edward Said, Noam Chomsky, and several others pointed out from the outset, Oslo was not an instrument of decolonization but rather a framework that changed the means of Israel’s control in order to perpetuate the occupation. It constituted a move from direct military rule over the Palestinians in the OT to a more indirect or neocolonial form of domination.
And what has the creation of the Palestinian Authority, perhaps the most lasting legacy of the tenure of Rabin, brought to the Palestinian people? Collaboration with Israel and repression of dissent.
Let’s save the lauding of Rabin as a “man of peace” for someone who is really working towards peace and justice in Israel and Palestine.


Kajsa Ollongren van D'66



4 opmerkingen:

Sonja zei

En die kranslegging kwam nog geen twee dagen na Burgemeester belooft mensenrechten aan de orde te stellen in Israël.

Sander zei

Valt mij mee van een D66'er want 99% van deze sekte haat Israël en herhaalt de antisemitische leugens verkondigd door Arabieren, Hamas, PLO. Misschien heeft zij door wat voor smerige leugens figuren als Pappé, Hass (haat) rondstrooit.
Goed dat er nog zelfstandig denkende vrouwen zijn en niet als hersendoden achter Israëlhaters en hun voetvolk aanhobbelt.
Pluim.

Sander

stan zei

kijk aan, de reactie van een kleine zionistische fascist, die zelf in alle comfort en vrede opgroeit.

Sonja zei

Update. Uit het verslag van burgemeester Van der Laan van de reis blijkt dat hij een dag later een krans heeft gelegd bij het (tijdelijke) graf van Arafat. Dat is blijkbaar door iedereen verzwegen.

Het Nihilistische Israel

‘Het Westen heeft de wereld niet gewonnen door de superioriteit van zijn ideeën, waarden of religie, maar eerder door zijn superioriteit in ...