maandag 8 juni 2015

Henk Hofland en de Massa 77


Angelus Novus. Paul Klee. 1920



Is het altruïsme dat Henk Hofland ertoe drijft om in De Groene Amsterdammer van 4 juni 2015 ineens te waarschuwen voor de '1,3 miljoen laaggeletterden' in Nederland, die, volgens hem, tot '[d]e nieuwe onderklasse' behoren? Nee, zeker niet, zijn motief is schrik aan te jagen door te stellen dat 'analfabetisme' de 'grondslag' vormt 'voor een permanente klassenmaatschappij,' waarin de ongeletterden 'intellectueel permanent invalide zijn.' Hoewel dit weliswaar 'een schandaal' is in een 'zich beschaafd noemend land,' lijkt hem veel erger nog dat onder 'de massa der analfabeten... hun bereidheid tot geweldpleging [groeit],'  terwijl ze 'anderzijds ook vatbaar [zouden] kunnen worden voor een eigen vorm van populisme.' Kortom, de door de gevestigde wanorde zo geprezen opiniemaker die doorgaans blind achter grootscheeps NAVO-geweld staat, waarschuwt zijn 'politiek-literaire elite' en het establishment dat '[h]et analfabetisme een tijdbom [is] met een groeiende explosieve lading.' 

Een oplossing heeft Hofland niet, want, ondanks het feit dat '[i]n Nederland de "misstand" van het analfabetisme al op z'n minst twintig jaar [wordt] erkend' hebben goedwillende initiatieven 'allemaal niet geholpen.' Hoe dan verder blijft onduidelijk. Dat is volgens hem een ernstig probleem, omdat '[o]ok analfabeten trouwen' en bovendien 'kinderen [krijgen],' terwijl '[h]et milieu waarin die opgroeien hun intellectuele nieuwsgierigheid niet [zal] stimuleren, om het zacht te zeggen.' Door voorts op te merken dat '[w]e naar een "kenniseconomie" [streefden] maar de laagste klasse deed niet mee,' lijkt het erop alsof Hofland suggereert dat alleen een drastische steriliserings-campagne gericht op de onderkaste nog de enige overgebleven oplossing is. Immers, zoals het nu gaat kan het niet langer; de ongeletterden zijn 'een tijdbom,' waarvan de 'groeiende explosieve lading' een maatschappelijke ontploffing kan veroorzaken die allereerst de belangen van de elite zal aantasten. Het probleem ligt dus in wezen bij de analfabeten zelf, ze willen niet leren lezen! En daarin ligt 'ook een sluimerend politiek risico' voor de geletterde bovenklasse die de macht in handen heeft, zeker nu

[a]an het begin van deze eeuw de traditionele Nederlandse maatschappij haar stabiliteit [heeft] verloren. Het poldermodel werd weggevaagd. Door de grote economische crisis is de samenhang nog verder aangetast. 

Op dit punt aangekomen kan Hofland niet langer meer zijn chronisch gebrek aan logica verhullen. Hij stelt namelijk dat 'we' in feite

al sinds het begin van dezes eeuw in een samenleving [leven] die steeds labieler is geworden, waarbij het traditionele gezag steeds verder is afgebroken… Het verval van de oude hiërarchie, in alle opzichten, hoort tot tot het dagelijkse nieuws. 

De voor de hand liggende vraag is daarom: wie anders dan de geletterde bovenklasse heeft de huidige massale verpaupering in de hand gewerkt? De ongeletterden zelf? Ja, zo valt op te maken uit Hoflands bewering dat de onderkaste 'niet mee[deed],' ondanks alle inspanningen van de geletterde goedwillenden. Door de lamlendigheid van degenen die niet  meededen werd de 'intellectuele nieuwsgierigheid' van de kinderen uit dit 'milieu' niet gestimuleerd. Eerder al beweerde Hofland in het fotoboek Platter & Dikker (2011) over de onderkaste met grote stelligheid: ‘Leuk is een sleutelwoord in de nieuwe fase van onze beschaving,’ die ‘een nieuwe mens tot ontwikkeling’ heeft gebracht. ‘Hij zal iedereen laten weten dat hij hier op aarde is, een god die als zodanig erkend wil worden. Respect!’ En ondertussen gaat diens ‘heb- en vraatzucht,’ gewoon door en daarmee de ‘hufterigheid, agressie, consumentisme en exhibitionisme,’ die als een orkaan de samenleving heeft overvallen. In Hoflands onlogische betoog is namelijk het 'consumentisme' een ‘ideologie’ die ‘iets meer dan een halve eeuw geleden spontaan is ontkiemd.’ Na een ‘uiterst bescheiden selectie’ te hebben gegeven van wat in de mainstream media ‘zinloos geweld’ wordt betiteld, vervolgt de éminence grise van de polder-journalistiek met de verzuchting dat ‘[d]it soort geweldpleging in de loop van ongeveer de afgelopen dertig jaar genormaliseerd, en hoe absurd het ook mag klinken, tot de omgangsvormen gaan horen.’ Omdat de nestor van de commerciële journalistiek er vanuit gaat dat het ‘consumentisme’ als ‘ideologie’ ineens ‘spontaan is ontkiemd,’ voelt hij zich niet genoodzaakt naar 'oorzaken' te zoeken. In zijn absurd wereldbeeld bestaat de wet van oorzaak en gevolg niet. Massale en ingrijpende  veranderingen vinden ‘spontaan’ plaats. Daarentegen blijven intellectuelen elders zoeken naar causale verbanden. In de studie Land of Desire. Merchants, Power, and the Rise of a New American Culture (1993) begint de Amerikaanse historicus, William Leach, bij het ontstaan van deze consumptiecultuur. Hij ontdekte dat al in 1906 de Amerikaanse zakenman John Wanamaker schreef dat ‘iedereen die iets nieuws begint op hetzelfde punt staat als waar Columbus stond toen hij uitvoer. Weinigen geloofden dat hij ooit het Land van Begeerte zou bereiken.’

Wanamaker kondigde de opkomst van een nieuwe cultuur aan die het Amerikaanse leven zou gaan domineren. Centraal daarin was de zoektocht naar genot, veiligheid, comfort, en materieel welzijn. Leach:

‘Het spreekt tot ons,’ zei een andere handelaar, 'alleen over ons, ons plezier, ons leven.' Het zegt niet ‘Bidt, gehoorzaam, offer uzelf op, respecteer de Koning, vreest uw meester.’ Het fluistert, ‘Amuseer uzelf, zorg voor uzelf.’ Is dit niet het natuurlijke en logische gevolg van een eeuw van individualisme?

In de decennia na de burgeroorlog begon het Amerikaanse kapitalisme een duidelijk herkenbare nieuwe cultuur te produceren, niet verbonden met traditionele familie- of gemeenschapswaarden, met religie in welke conventionele betekenis dan ook, of met politieke democratie. Het was een wereldse, zakelijke- en markt-georiënteerde cultuur, met… de omloop van geld en goederen als basis van haar esthetische bestaan en van haar morele bewustzijn… 

De fundamentele kenmerken van deze cultuur waren aankoop en consumptie als de middelen om geluk te verwerven; de cultuur van het nieuwe; de democratisering van begeerte; en geldwaarde als de dominante maatstaf van alle waarde in de maatschappij. Tegen de Eerste Wereldoorlog werden Amerikanen verleid tot allereerst consumentengenot en luxe in plaats van arbeid als de weg naar geluk. De wortels van deze verleiding lagen diep verankerd in de Amerikaanse en Europese geschiedenis. Generaties lang was Amerika geportretteerd als een plaats van overvloed, een tuin waarin alle paradijselijke verlangens zouden worden bevredigd. Vele protestantse kolonisten dachten zelfs dat de belofte van een duizendjarige vredesrijk –de wederkomst van Christus – voorbeschikt was om hier tot vervulling te komen en dat het Nieuwe Jeruzalem niet alleen verlossing en spirituele zaligheid zou brengen maar ook wereldlijke zegeningen en de beëindiging van de armoede. 

Tegen het begin van de negentiende eeuw was deze mythe getransformeerd, geürbaniseerd en vercommercialiseerd, in toenemende mate afgesneden van haar religieuze doeleinden en steeds meer gericht op persoonlijke bevrediging en zelfs op nieuwe paradijzen van genot als warenhuizen, theaters, restaurants, hotels, danszalen, en amusementsparken.

Toen ik professor Leach begin 2012 in zijn werkkamer op de campus van de Columbia University interviewde, benadrukte hij herhaaldelijk dat ‘het nieuwe’ een geloofsartikel bij uitstek is in de geglobaliseerde Amerikaanse cultuur. In zijn boek vat hij dit kort samen, wanneer hij verklaart dat tegen het eind van de negentiende eeuw

commercial capitalism had latched on the cult of the new, fully identified with it, and taken it over. Innovation became tied to the production of more and more commodities. Fashion and style were at the center, appropriating folk design and image, reducing custom to mere surface and appearance. The cult of the new was, perhaps, the most radical aspect of this culture, because it readily subverted whatever custom, value, or folk idea was within its reach. Science, too, was radical but not intrinsically hostile to custom or tradition or religion. Market capitalism was hostile; no immigrant culture – and, to a considerable degree, no religious tradition – had the power to resist it, as none can in our own time. Any group that has come to this country has had to learn to accept and to adjust to this elemental feature of American capitalist culture.

Het was de geschoolde, geletterde klasse die de cultuur van het consumentisme introduceerde en nog steeds met inmiddels vele miljarden aan reclamegeld in stand houdt. Hoflands bewering dat het consumentisme 'iets meer dan een halve eeuw geleden spontaan is ontkiemd' demonstreert hoe slecht geïnformeerd hij is en hoe pedant zijn bravoure is. Het consumentisme is de 'ideologie' van de geletterden die na de dood van God de spirituele leegte in het kapitalistische Westen had moeten opvullen of op zijn minst verhullen, zo weten 'we' via onder andere Karl Marx, Emile Durkheim, Carl Weber:

Marx, Durkheim, and Weber all differed in their idea of what caused alienation. That is, the problem of the old system that isolated individuals from mankind. For Marx, it was the issue of class conflict. For Durkheim, it was a disorganized society trying to adapt. And Weber felt alienation was because of legal rationality (instrumentive rationality).

Net vóór en na de Tweede Wereldoorlog werd de consumptiecultuur nog verder kritisch geanalyseerd door ondermeer Theodor Adorno, Herbert Marcuse en Max Horkheimer, grote denkers van wie het werk in de hervormingsgezinde jaren zestig veel gelezen werd. Dit alles weten de hoogbejaarde Hofland en zijn 'politiek-literaire elite' van De Groene Amsterdammer kennelijk niet. Al deze ongeïnformeerde en ongeïnteresseerde geletterden gaan er vanuit dat, ik citeer nog eens hun gezaghebbende opiniemaker, het 'analfabetisme,' anno 2015 'de grondslag' is 'voor een permanente klassenmaatschappij.' Kennelijk was er 'iets meer dan een halve eeuw geleden' geen sprake van 'een permanente klassenmaatschappij,' maar was de economische elite druk doende de klassenmaatschappij af te breken.  

Deze nonsens kan nog steeds onweersproken onder de Nederlandse geletterden blijven rondcirkelen. Hier is 'onwetendheid' van de alfabeten 'als een gletsjer die per generatie verder de maatschappij binnen schuift.' Daarover zwijgt Hofland, omdat hij weliswaar veel kranten leest maar zeer weinig boeken. Bovendien koestert hij een aangeboren weerzin tegen 'het volk.' Omdat de P.C. Hooftprijs-winnaar zelf weinig te vertellen heeft, valt hij terug op het zaaien van angst onder de kleinburgers, voor wie hij al zijn hele werkzame leven lang meningen opschrijft. Dat is niet vreemd, voor het verspreiden van angst blijft er altijd een aanzienlijk marktaandeel over. Voor niets is de middenklasse zo bang als voor de 'onderklasse,' oud zowel als nieuw. Afwisselend bewonderend dan wel bevreesd opkijkend naar de rijke elite, blijft er voor de petite bourgeoisie niet veel anders over dan zich tegen de 'onderklasse' af te zetten. De slachtoffers van het neoliberale systeem moeten de schuld in de schoenen geschoven krijgen voor de telkens weer terugkerende recessies en depressies van het kapitalistische systeem. In de jaren dertig en veertig kregen joodse burgers de schuld van de crisis, nu schrijft het postmoderne fascisme voor dat de economische 'Untermenschen' in de 'nieuwe onderklasse,' het probleem zijn. Waar anders moeten de ressentimenten van Hofland en zijn publiek op geprojecteerd worden? En daarom schrijft hij dat onder het gajes 'hun bereidheid [groeit] tot geweldpleging.' Hofland beweert dit zonder onderzoek te hebben gedaan met grote zekerheid, en op een manier alsof hij het over ongedierte heeft dat, eenmaal aan het daglicht blootgesteld, 'vergeefs op zoek naar nieuwe duisternis' gaat, onderwijl 'een lauwe, muf-zure damp' verspreidend.   

Als de propagandist maar lang genoeg zijn propaganda herhaalt, wordt het op den duur onvermijdelijk de waarheid voor zijn publiek. Omdat het merendeel van wat de burger/consument weet niet stamt uit eigen ervaring maar van horen zeggen, is hij  gedwongen zijn informatiebron te vertrouwen of elk bericht te checken bij andere bronnen. Bijna niemand is daartoe in staat. Vandaar dat de macht van de propagandist in de journalistiek buitensporig groot is. Hij bepaalt wat waar en niet waar is, en de burger/consument is aan hem of haar overgeleverd. In zijn beschouwing Gelatenheid, die in 1979 in een Nederlandse vertaling verscheen, wees de Duitse filosoof Martin Heidegger op een bijkomend gevaar, namelijk de 'toenemende gedachteloosheid' van de geletterden, en zelfs hun 'vlucht voor het denken.' Heidegger:

Deze gedachten-vlucht is de grond van de gedachten-loosheid. Kenmerkend voor deze vlucht voor het denken is het feit, dat de mens die niet wil zien en ook niet wil erkennen. De hedendaagse mens zal zelfs deze vlucht voor het denken ronduit ontkennen. Hij zal het tegenovergestelde beweren. Hij zal — en dit met het volste recht — zeggen, dat er geen tijd is geweest, waarin er zulke vérstrekkende plannen werden gemaakt, waarin er zoveel onderzocht en hartstochtelijk doorvorst werd. 

Het probleem is evenwel dat dit 'rekenende denken nooit stil [houdt], niet tot bezinning [komt]. Het rekenende denken is geen bezonnen denken; geen denken dat na-denkt over de zin die heerst in alles wat is,

aldus Heidegger, die eraan toevoegde:

Als wij zeggen, de hedendaagse mens is op de vlucht voor het denken, dan bedoelen wij juist dit na-denken.


Dit grote gevaar ontgaat Hofland volledig. Vanuit zijn comfortabele leunstoel is hij niet werkelijk in staat met intellectuele distantie over de waan van de dag na te denken. Ik geef een voorbeeld van wat ik bedoel: de grote cultuurfilosoof Walter Benjamin, die in 1940 als joodse Duitser op de vlucht voor de nazi’s zelfmoord pleegde, schreef vlak voor zijn dood het volgende over Paul Klee’s aquarel Angelus Novus uit 1920:

Er bestaat een afbeelding van Paul Klee, dat Angelus Novus heet. Er staat een engel op afgebeeld die zo te zien op het punt staat zich te verwijderen van iets waar het zijn blik strak op gericht houdt. Zijn ogen en zijn mond zijn opengesperd, hij heeft zijn vleugels gespreid. Zo moet de engel van de geschiedenis eruit zien. Zijn gelaat is naar het verleden gewend. Waar wij een reeks gebeurtenissen waarnemen, ziet hij één enkele catastrofe en daarin wordt zonder enig respijt puinhoop op puinhoop gestapeld, die hem voor de voeten geworpen wordt. De engel zou wel willen blijven, de doden tot leven wekken en dat wat verbrijzeld is weer tot een geheel maken. Maar zijn vleugels vangen de wind die uit het paradijs waait, een storm die zo hard is dat hij ze niet kan sluiten. Deze storm stuwt hem onweerstaanbaar voort, naar de toekomst die hij de rug heeft toegekeerd, terwijl de stapel puin vóór hem tot aan de hemel groeit. Deze storm is wat wij vooruitgang noemen.

Voortgedreven door de technocratie constateert een na-denkende individu dat 

[g]een enkel individu, geen enkele groep van mensen, geen enkele commissie van nog zo vooraanstaande staatslieden, onderzoekers en technici, geen enkele conferentie van leidinggevende personen uit het bedrijfsleven en de industrie vermag het historisch verloop van het atoomtijdperk te remmen of in een bepaalde richting te leiden. Geen enkele louter menselijke organisatie is in staat, de heerschappij over dit tijdperk te verwerven,

aldus Heidegger. De dynamiek van de technologische ontwikkelingen is zo groot dat niemand haar kan stoppen. Met als gevolg dat het technocratische mens vandaag de dag zichzelf en de mensheid bedreigd met een nucleair armageddon of door de klimaatverandering. En ondertussen babbelt de hoogbejaarde opiniemaker rustig door over de positie van wat hij de Nederlandse 'politiek-literaire elite' noemt, de geletterde intelligentsia in de polder die nu door 'een tijdbom met een groeiende explosieve lading' wordt bedreigd, te weten het 'analfabetisme,' niet beseffend dat het ware gevaar zijn eigen onvermogen is om na te denken. Angelus Novus: Nieuwe Engel. 


Canada’s Harper Government Provides Military Training to Neo-Nazi Ukraine National Guard

Region: 
In-depth Report: 

 49 
  30  1 


  105
poroshenko-harper
The Canadian media has highlighted Prime Minister Harper’s one on one meeting with Ukraine’s president Poroshenko in Kiev (June 5, 2015). The official story which has been fed to Canadians is that Ottawa is providing “non-lethal aid” as well support to the country’s civilian police force:
 “We supply a range of non-lethal military equipment,” Harper said…  While disappointed about this, Poroshenko praised Canada for supporting Ukraine since “the first hours” of his presidency and said the military aid it had provided to his country, such as medical kits and mobile hospitals, “addressed an acute problem. (National Post, June 6, 2015, emphasis added)
Harper also announced that Canada would be sending 10 police officers to Ukraine to help reform the country’s security sector in a partnership with the United States.
Harper announced the $5 million project during a visit in which he watched training exercises by police cadets. …  (CP News 24, June 6, 2015, emphasis added)
This story contradicts earlier reports and government statements.
The gist of Harper’s flash visit to Kiev prior to the G7 Summit was to reaffirm Canada’s  commitment to the dispatch of “military instructors” in support of Ukraine’s National Guard, which is controlled by the two Neo-Nazi parties, Svoboda and Right Sector.
In April, Washington confirmed that it would send in a US contingent of instructors “of  290 specialists which will be working with the National Guard. Britain has dispatched 75 military personnel responsible for training “in command procedures and tactical intelligence”. (Los Angeles Times, April 20, 2015).
Ironically, the Harper government quite candidly acknowledged that there were Neo-Nazi elements within the National Guard, and that provisions were being envisaged to prevent Canadian military instructors from training Neo-Nazis: 
The Canadian government is confident that troops from Petawawa won’t end up instructing Neo Nazis and far right extremists when they begin their training mission in Ukraine this summer, but a former diplomat is warning it will be difficult to weed out such extremists as their militia units are now being integrated into Ukraine’s regular forces.
Some members of Ukraine’s most effective fighting units [Azov batallion] have openly acknowledged they are Nazi sympathizers or have expressed anti-Semitic or extreme right wing views. (Ottawa Citizen, April 18, 2015, emphasis added)
The solution proposed by Canada’s Defence Minister Kenney is contradictory to say the least: Ottawa will support the National Guard as a means to avoiding the training of Neo-Nazis. Canada’s military instructors will be dispatched and allocated to the National Guard:
“We’re not going to be in the business of training ad hoc militias… We will only be training units of the Ukrainian National Guard and army recognized by the government of Ukraine.” (Ibid, emphasis added)
What is Ukraine’s National Guard
The National Guard which is now supported by Canada has been responsible for countless atrocities in the Donbass region.
The wear Nazi insignia on their uniforms.
Below is the Nazi emblem of the National Guard  [Національна гвардія України] which is defined as Reserves of the Ukrainian Armed Forces. They operate under the jurisdiction of the Ministry of Internal Affairs.
The National Guard is part of the so-called “Internal Troops of Ukraine.” The emblem is a stylized swastika (see below).


The main battalion of the National Guard under the jurisdiction of the Ministry of Internal Affairs involved in the Donbass region is The Azov Battalion (Батальйон Азов).
This battalion is supported by the Western military alliance including Canada.
The Azov Battalion -which displays the Nazi SS emblem– (below left) is described by the Kiev regime as “a volunteer battalion of territorial defense”.
It’s a National Guard battalion under the jurisdiction of the Ministry of Internal Affairs.  Officially based in Berdyank on the Sea of Azov, it was formed by the regime to fight the opposition insurgency in Eastern and Southern Ukraine. It is supported by the US and NATO.
 
These militia bearing the Nazi SS emblem supported by the US and Canada are casually referred to as “Freedom fighters”.
Scroll down for Selected Images of the Azov Battalion “Freedom Fighters”
Imagine what would happen if  Canada’s RCMP or the US National Guard were to display swastika-like symbols.
Media Disinformation
Unknown to both Americans and Canadians, the West is channeling financial support, weapons and training to a Neo-Nazi entity. Both Washington and Ottawa have sent in military instructors.
Nobody knows about it because the use of the words “Neo-Nazi” and “Fascist” in relation to Ukraine is a taboo. The have been excluded from the lexicon of investigative reporting. In media reports they have been replaced by “Ultra-conservative”, “Extreme Right” and “Nationalist”.
Ukraine’s National Guard –which is supported by Canada– glorifies Adolph Hitler  and Stepan Bandera, Ukraine’s World War II Nazi leader and collaborator of the Third Reich.
People holding UPA (horizontal red and black) and Svoboda (3 yellow fingers on blue) flags march through Kyiv to the honor of the Nazi ally, Bandera. 
It is worth noting that Ukrainian Jews were the target of the Third Reich’s Einsatzgruppen (Task Groups or Deployment Groups) which were supported by Ukrainian Nazi collaborators led by Stepan Bandera . These “task forces” were paramilitary death squads deployed in occupied territories.
Talking about Neo-Nazis in Ukraine, who are part of the coalition government, is a taboo. It is not newsworthy. Yet, the Neo-Nazis play a central role in the country’s security apparatus.
Surely Canadians should be made aware of the fact that their government is sending military instructors to train Neo-Nazi recruits.
In contrast to the scanty news which is fed to Canadians, the Ukrainian media’s coverage of Harper’s visit to Kiev has nonetheless acknowledged Canada’s support for the country’s National Guard:
Canada will allocate $5 million to train new police officers and military instructors for the National Guard of Ukraine, Prime Minister of Ukraine Arseniy Yatseniuk said.
Besides, Canadian military instructors will arrive to Ukraine to train the National Guard, the premier said. (Interfax-Ukraine, June 6, 2015)

Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...