woensdag 15 april 2015

Henk Hofland en de Massa 45


The World Upside Down (March 20)

On March 20 in the year 2003, Iraq’s air force bombed the United States.
On the heels of the bombs, Iraqi troops invaded U.S. soil.
There was collateral damage. Many civilians, most of them women and children, were killed or maimed. No one knows how many, because tradition dictates tabulating the losses suffered by invading troops and prohibits counting victims among the invaded population.
The war was inevitable. The security of Iraq and of all humanity was threatened by the weapons of mass destruction stockpiled in United States arsenals.
There was no basis, however, to the insidious rumors suggesting that Iraq intended to keep all the oil in Alaska.
Eduardo Galeano. Upside Down. A Primer For The Looking-Glass World. 1998




Aangezien het Europa van 'Geen Jorwert zonder Brussel' een satelliet is van de macht die in Washington en op Wall Street zetelt, is het van vitaal belang om te weten wat de Amerikaanse elite drijft. Onontbeerlijk voor een goed begrip is dat men de cultuur van de VS, in de brede zin van het woord, bestudeert, en geen genoegen neemt met het verpolitiekte simplisme dat opiniemakers als Henk Hofland, Geert Mak en de meeste andere 'Amerika-deskundigen' voor de werkelijkheid aanzien. Zoals alleen een kind kan ontdekken dat de keizer geen kleren aanheeft, dient de lezer zich allereerst te bevrijden van de officiële propaganda, door het werk te raadplegen van Amerikaanse non-conformisten, van dissidenten, zowel de beroemde onder hen als de onbekende, van intellectuelen voor wie carrièredrang niet het belangrijkste motief is.  Eén van de academici voor wie status en inkomen niet boven alles ging, was de éminente joods-Amerikaanse historicus, wijlen professor Gabriel Kolko, die in zijn in 1976 verschenen studie Main Currents in Modern American History het volgende constateerde:

The United States from its inception has been a nation blind to itself — its past, its present, and its future. Intellectually and culturally underdeveloped, it has left it to a handful of European commentators and rare, alienated mavericks to produce some of the more penetrating assessments of American life and society. No industrialized people confronts reality so ill-prepared in terms of ideas and insights to cope with the problems before it. 

In a critical sense, this myopia (bijziendheid. svh) is the consequence of the pervasive self-satisfied chauvinism which characterized the United States during its first modern century after the Civil War, and optimism is virtually the national ideology. Until the traumatic experience of Vietnam, which undermined the illusions of an unprecedented number of Americans, vaingloriousness or the absence of a critical vision was virtually unanimous among those who wrote about their own nation. Even occasional critics though that reforms which were, in the scale of things, essentially minor could redeem the society. Vietnam temporarily and quite superficially broke that consensus, but how long this skeptical mood among some will continue remains to be seen. America yet marches into a future with its eyes turned toward the past, remaining astonishingly indulgent of itsw own tragedies and foibles, and as menacing tho itself and the world as ever. The large majority of its writers and scholars continue to reinforce3 its optimism, mindlessness, and banality, even if they no longer celebrate the nation as during the great euphoria of the first two decades of the postwar epoch. And they nevertheless persist in avoiding the fundamental questions of the cause of the causes of the United States' growing, even inexhaustible, problems at home and the dangers it poses abroad. The consequence of this aversion to fundamentals is that there still exists, even today after the Korean and Vietnam holocausts, an only minor dissenting tradition in American thought — one which leaves unchallenged the far larger sand influential mood of national optimism and self-satisfaction, to say nothing of the dissociation between reality and the definition of it. Absent is a critical alternative overview of the American historical process and system.

Het valt meteen op dat Kolko's analyse fundamenteel verschilt van de beweringen van Nederlandse opiniemakers als Geert Mak, die tegen het einde van zijn bestseller Reizen zonder John (2012) beweert dat de VS 'decennialang als ordebewaker en politieagent [fungeerde] — om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde.' Tevreden constateert hij vervolgens dat het moreel en financieel failliete Washington en Wall Street 'nog steeds' het 

anker [zijn] van het hele hele Atlantische deel van de wereld in de ruimste zin van het woord. Het is nog altijd de 'standaardmacht,' een rol die Rusland, Europa en ook China niet snel zullen overnemen.

Het begrip 'standaardmacht' verraadt Mak's propagandistische positie in het geheel. Hij heeft dit oordeel geleend van de Duitse Atlanticus Josef Joffe, uitgever en redacteur van het weekblad Die Zeit, die in het september/oktober 2009 nummer van het al even behoudende Foreign Affairs onder de kop 'The Default Power. The False Prophecy of America's Decline,' een artikel schreef, dat onmiddellijk door De Groene Amsterdammer werd overgenomen. Joffe schreef:

De VS zijn de default power, de standaard-macht, het land dat het podium inneemt omdat er niemand anders is met de vereiste macht en motivatie. Waarom geen van de anderen? Speculerend kun je zeggen dat er een liberaal, zeevarend rijk nodig is om nationale belangen te veranderen in internationale publieke zaken. Het Verenigd Koninkrijk bouwde een wereldrijk voor zichzelf, maar ondertussen produceerde het een hele berg aan kostbare publieke zaken: vrije handel, vrijheid der zeeën en de gouden standaard. 

Het is moeilijk China, India, Japan, Rusland of de EU voor te stellen als bewakers van het grotere algemeen belang. De EU komt in de buurt, maar heeft noch de middelen noch de wil om strategisch te handelen. Japan, hoewel rijk genoeg om de middelen vrij te maken, zal onder de strategische paraplu van de VS blijven kruipen zo lang als die is opgestoken. India heeft de omvang en de populatie, maar behalve dat het de armste van allemaal is, zit het gevangen in een permanent conflict met Pakistan (en een latent conflict met China), wat alle middelen en aandacht opeist. China en Rusland zijn revisionistische machten die alleen voor zichzelf opkomen. Die landen mogen dan voorbeelden van autoritaire modernisering lijken, maar om echt tot de politieke verbeelding te spreken op een hoger niveau moet een land niet alleen rijk zijn, maar ook democratisch en vrij. 

Kortom, de bekende propagandistische riedel van 'vrije handel, vrijheid der zeeën en de gouden standaard,' zonder de vermelding dat die 'vrije handel' alleen gold voor het blanke, racistische Europa en de VS, en dan alleen als de grootmachten er geen hinder van ondervonden. Maar omdat de werkelijkheid door Joffe, De Groene Amsterdammer en de populist Mak dient te worden verzwegen, besteden zij geen enkele aandacht aan datgene wat de op 13 april 2015 overleden Uruguayaanse auteur Eduardo Galeano zo uitgebreid heeft beschreven in zijn boek De aderlating van een continent. Vijf eeuwen economische exploitatie van Latijns-Amerika (1971:

Dankzij het offer van de slaven in het Caribisch gebied kwamen James Watts stoommachine en George Washington's kanonnen op de wereld... De suiker uit de Latijns-Amerikaanse tropen vormde een grote stimulans voor de accumulatie van het kapitaal ten behoeve van de industriële ontwikkeling van Engeland, Frankrijk, Nederland en ook de Verenigde Staten, terwijl tegelijkertijd de economie van Noordoost-Brazilië en de Caribische eilanden erdoor verminkt en de historische ruïnering van Afrika erdoor bezegeld werden. De steunpilaar voor de driehoek-handel tussen Europa, Afrika en Amerika was de slavenhandel met als bestemming de suikerplantages. […]

Adam Smith zei dat de ontdekking van Amerika 'het mercantilistische systeem tot een stadium van schittering en glorie had verheven dat het anders nooit bereikt zou hebben.' Volgens Sergio Bagú (Argentijnse historicus svh) was de Zuidamerikaanse slavernij de krachtigste motor voor de accumulatie van handelskapitaal in Europa; dit kapitaal was op zijn beurt weer 'de basis waarop het reusachtige industrie-kapitaal van tegenwoordig gegrondvest is.' […]

Dankzij het geaccumuleerde kapitaal uit de driehoek-handel — manufactuur, slaven, suiker — was de uitvinding van de stoommachine mogelijk: James Watt werd financieel gesteund door kooplieden die zo fortuin gemaakt hadden. […] 

Weliswaar kwam een groot deel van het kapitaal, waardoor de industriële revolutie in de Verenigde Staten van Amerika vergemakkelijkt werd, uit de slavenhandel in New England. Halverwege de 18de eeuw brachten de  slavenschepen uit het noorden tonnen vol rum uit Boston , Newport of Providence naar Afrika: in Afrika werden ze ingeruild voor slaven; ze verkochten de slaven in het Caribisch gebied en vandaar namen ze stroop mee naar Massachusetts waar het gedestilleerd werden en om de cirkel rond te maken, in rum veranderde. De beste rum van de Antillen, de West Indian Rum, werd niet op de Antillen gemaakt. Met behulp van kapitaal verkregen door deze slavenhandel installeerden de gebroeders Brown uit Providence de ijzergieterij die generaal George Washington van kanonnen voorzag voor de Onafhankelijkheidsoorlog. […] 

Zo werd het bloed overgetapt door al deze processen. De landen die in onze tijd ontwikkeld zijn, ontwikkelden zich; de onderontwikkelden onderontwikkelden zich. 

De zwarte kant van 'een liberaal, zeevarend rijk' is in de ideologische beschouwingen van  Joffe en Mak een te verwaarlozen detail, zodat de mythe overeind kan blijven dat 'een liberaal, zeevarend rijk nodig is om nationale belangen te veranderen in internationale publieke zaken.' Hoewel het westers koloniaal geweld miljoenen doden en miljarden straatarmen heeft veroorzaakt en nog steeds veroorzaakt, is dit in het vlot geschreven gebabbel van Joffe en Mak de prijs die anderen moeten betalen voor de rijkdom van de westerse elite. En daarom vraagt de miljonair Geert Mak zich op pagina 523 van zijn boek, waarin hij claimt 'op zoek naar Amerika' te zijn (hij bedoelt de VS), met angst en beven af:

Zal het zo blijven? 

Mak geeft er geen eenduidig antwoord op, wat geenszins merkwaardig is, aangezien hij zo weinig van de 'Amerikaanse' geschiedenis en drijfveren afweet, dat het volslagen onmogelijk voor hem is om de toekomst van de VS te voorspellen. Wat hij wel meent te weten is dat, zoals Joffe stelde: 'Het moeilijk [is] China, India, Japan, Rusland of de EU voor te stellen als bewakers van het grotere algemeen belang.' Op westerse mainstream-opiniemakers na, begrijpt iedereen dat 'het grotere algemeen belang' in de praktijk het belang van de schatrijke elite is, waardoor de kloof tussen arm en rijk, nu ook in Westen, blijft toenemen. Desondanks geldt voor de propagandisten als Joffe, Mak en Hofland dat 'China en Rusland,' in tegenstelling tot de VS en Europa, 'revisionistische machten [zijn] die alleen voor zichzelf opkomen.' In tegenstelling natuurlijk tot het Westen, waar het 'democratisch' bestel 85 miljardairs zo rijk heeft gemaakt dat ze evenveel bezitten als de helft van de hele mensheid. De ontheemden en straatarmen  zouden 'een liberaal, zeevarend rijk nodig' hebben  'om nationale belangen te veranderen in internationale publieke zaken,' maar aangezien de verpauperden geen grootscheeps geweld kunnen genereren en dus geen macht kunnen ze niet 'echt tot de politieke verbeelding te spreken,' aangezien 'op een hoger niveau moet een land niet alleen rijk zijn, maar ook democratisch en vrij.' En omdat ze arm zijn en worden gehouden, hebben ze geen 'hoger niveau' en kunnen ze dus ook niet 'democratisch en vrij' zijn. Sterker nog, zodra de paupers 'democratisch en vrij' willen worden, dan verhindert het Westen dit, want dan zou het zijn rijkdommen moeten delen, en vanzelfsprekend zet de elite alles op alles om juist dit te voorkomen. Een treffend voorbeeld daarvan is de voortdurende propaganda van Joffe, Mak, Hofland en de rest van de gedresseerde mainstream pers in het Westen. 

'Zal het zo blijven?' Nee, beste Geert, alleen al die vraag getuigt van een wezenlijk gebrek aan historische kennis en inzicht. Geen enkel imperium is eeuwig. Geen enkele macht, hoe gewelddadig ook, heeft het eeuwige leven, zelfs de door jou gepropageerde 'Atlantische' terreur, onder aanvoering van de VS, zal binnen afzienbare tijd onhoudbaar blijken, al was het maar omdat de mensheid, dus inclusief het vetgemeste Westen, geconfronteerd wordt met bedreigingen als de klimaatverandering, de uitputting van de grondstoffen, de bevolkingsexplosie, de almaar toenemende kloof tussen rijk en arm, etcetera. Misschien wel de grootste bedreiging is het feit dat bevoorrechte mensen als jij en Henk Hofland en zijn 'politiek-literaire elite' niets hebben geleerd van de geschiedenis en dit ook niet willen! Jullie geldingsdrang is daarvoor te groot. Het is een diep cultureel probleem, waarvoor de grootste geesten geen oplossing hebben, behalve dan zelfbeheersing. Maar dat is nagenoeg onmogelijk in een consumptiecultuur die voortdurend een beroep doet op de onverzadigbare begeerte. Daarom had je voordat je jouw boek schreef eerst moeten verdiepen in het onderwerp. Laat ik je een aantal voorbeelden geven: ik begin met een boek dat ik momenteel lees, getiteld William Carlos Williams. An American Artist (1970). De auteur, de Amerikaanse hoogleraar, wijlen James E.B. Breslin, wees erop dat in de essaybundel In the American Grain (1925) de dichter Williams begint met zijn

perception of an agonizing split in the American consciousness — a conflict between instinct and will, geography and culture. In this country, the dominance of the will, burying the wilderness and stifling the instincts, has left the modern American self-divided and dispossessed, adrift in the flux of history. Individual development, as Williams well knew, had become a slow and torturous process. But by tracing the forces acting on us to their origins and by defining precisely their qualities, we can begin to heal this split. In the American Grain enacts historically Williams's central quest, the descent to origins for renewal.

Williams's book in many respects resembles such radical reassessments of American literature and culture as Van Wijck Brook's America's Coming of Age (1915), Waldo Frank's Our America (1919), D.H. Lawrence's Studies in Classic American Literature (1923), and Lewis Mumford's The Golden Day (1926). A major tendency in these polemical works is to see American history as developing out of a Freudian conflict between repression and liberation, between will and body; and they often steed the need for a biological adjustment to place. Accordingly, the Indian emerges as the buried hero of American history, while the Puritan, sternly imposing an alien ideology on the primitive continent, becomes a kind of demonic figure. 

William Carlos Williams zelf formuleerde het zijn essaybundel aldus:

America has become ‘the most lawless country in the civilized world,’ a panorama of murders, perversions, a terrific ungoverned strength, excusable only because of the horrid beauty of its machines. To-day it is a generation of gross know-nothingism, of blackened churches were hymns groan like chants from stupefied jungles, a generation universally eager to barter permanent values (the hope of an aristocracy) in return for opportunist material advantages, a generation hating those whom it obeys.

Williams schreef dit twee jaar voordat Henk Hofland werd geboren en ook voor hem en de 'elite,' voor wie hij werkt, geldt dat ze 'universally eager' zijn 'to barter permanent values.'   Sterker nog: de wat Hofland de 'politiek-literaire elite' noemt, waar geen 'natie zonder kan,' is per definitie altijd opportunistisch en conformistisch en bereid om welke waarde dan ook in  te leveren voor status en geld. Wie anders dan de politieke en economische 'elite' kan de 'politiek-literaire elite' financieren, nietwaar? Overal en altijd zijn het de rijken en daarmee machtigen die de intelligentsia betalen en corrumperen; en het feit dat de intellectuele 'elite' als kaste hierover zwijgt, demonstreert slechts hoe waar dit is. Hoe afhankelijk zij is van de plutocraten blijkt telkens opnieuw uit de propagandistische  rol van de massamedia zodra een nieuwe oorlog gerechtvaardigd moet worden tegenover het grote publiek. Daarbij maken de Hoflanden en Makken gebruik van de meest stupide vorm van manicheïsme. Men hoeft maar enkele regels van Hoflands Koude Oorlogsretoriek in De Groene Amsterdammer van de afgelopen maanden te lezen om in te zien dat de Amerikaanse milieu-activist en auteur Edward Abbey gelijk had toen hij in A Voice Crying in the Wilderness (1989) schreef:

All governments need enemies. How else to justify their existence?

Maar niet alleen radicale stemmen vertellen de waarheid. In de U.S. Marine Corps. Small Wars Manual van 1940 kan men lezen dat

The history of the United States shows that in spite of the varying trend of the foreign policy of succeeding administrations, this Government has interposed or intervened in the affairs of other states with remarkable regularity, and it may be anticipated that the same general procedure will be followed in the future. It is well that the United States may be prepared for any emergency which may occur…

Op zijn beurt wees de Amerikaanse militair-historicus Max Boot in zijn boek The Savage Wars of Peace. Small Wars and the Rise of American Power (2002):

These conflicts might as well be called ‘imperial wars’ – a term that, American sensitivities notwithstanding, seems apt to describe many U.S. adventures abroad. Indeed, having set out to write a purely military history, I found myself of necessity also chronicling the political course of American empire.

Deze neokoloniale 'imperial wars' worden door de Hoflanden en Makken permanent verdedigd met beweringen als 'het vredestichtende Westen' (H.J.A. Hofland), dat onder aanvoering van de 'standaardmacht' de VS (Josef Joffe), nog lang met massaal geweld de 'rol' als 'ordebewaker en politieagent' gestalte zal geven, aangezien 'Rusland, Europa en ook China [die rol] niet snel zullen overnemen' (Geert Mak). Wat achter hun voorstelling van zaken verdwijnt is de werkelijkheid van de overweldigende macht van privé-kapitaal 'closely linked to the powerful states' met de VS voorop, aldus Noam Chomsky. Hij wees daarbij erop dat dit 'netwerk zich uitstrekt tot de invloedrijke internationale instituten als ondermeer het IMF, de Wereldbank, die tezamen de wereld beheersen.' In een interview voor de BBC-televisie merkte hij op dat 

right through history intellectuals are mostly servants of power. Take, say, the First World War. On all sides, Germany, England, United States, France, intellectuals were extremely enthusiastic about the war. There were a few dissenters and the best known of them ended up in jail, like Bertrand Russel, for example, or Eugene Debs in the United States, or Rosa Luxemburg in Germany, a very small group of critics, but most intellectuals supported enthusiastically their own country, and that is common and remains common. 

En ondanks Hiroshima en Auschwitz en de massale bloedbaden erna blijven de Hoflanden en Makken van de mainstream-pers oorlog zien als oplossing voor politieke, economische, sociale en culturele problemen. Zij weigeren het koloniale en neo-koloniale geweld in een bredere context te analyseren, en het huidige agressieve Amerikaanse buitenlands beleid te verklaren vanuit diepere motieven dan die van de leugenachtige politieke. In zijn scherpzinnige essaybundel Studies in Classic American Literature verwijst de auteur D.H. Lawrence naar de founding father Benjamin Franklin die met komisch bedoelt cynisme over de indianen had opgemerkt dat

if it be the design of Providence to extirpate these savages in order to make room for cultivators of the earth, it seems not improbable that rum may be the appointed means. It has already annihilated all the tribes who formerly inhabited the sea-coast.

aldus één van de, in de ogen van Geert Mak, 'revolutionaire' grondleggers van de 'zelfstandige democratische republiek,' die volgens hem niet zou zijn gevormd 'rondom een bestaand machtssysteem,' maar kennelijk ineens spontaan vanuit het niets ontstond. Daarentegen is Lawrence realistischer wanneer hij als volgt reageert op genocidale politiek:

Rum plus Savage may equal a dead savage. But is a dead savage savage nought? Can you make a land virgin by killing off its aborigines?

Een retorische vraag die doet denken aan de waarschuwing van chief Seattle die de blanke christelijke binnendringers ooit eens waarschuwde met de woorden:

At night, when the streets of your cities and villages are silent, and you think them deserted, they will throng with the returning hosts that once filled them and still love this beautiful land. The white man will never be alone. Let him be just and deal kindly with my people. For the dead are not powerless. Dead, did I say? There is no death. Only a change of worlds.

D.H. Lawrence:

Those that are pushed out of life in chagrin come back unappeased, for revenge. A curious thing about the Spirit of Place is the fact that no place exerts its full influence upon a new-comer until the old inhabitant is dead or absorbed. So America. While the Red Indian existed in fairly large numbers, the new colonials were in a great measure immune from the daimon, or demon, of America. The moment the last nuclei of Red life break up in America, then the white men will have to reckon with the full force of the demon on the continent. At present the demon of the place and the unappeased ghosts of the dead Indians act within the unconscious or under-conscious soul of the white American, causing the great American grouch, the Orestes-like frenzy of restlessness in the Yankee soul, the inner malaise which amounts almost to madness, sometimes.

Zo voorspelde de schrijver al 36 jaar voordat John Steinbeck in een brief aan de voormalige presidentskandidaat Adlai Stevenson schreef over een

creeping, all pervading, nerve-gas of immorality which starts in the nursery and does not stop before it reaches the highest offices, both corporate and governmental.

En over een

nervous restlessness, a hunger, a thirst, a yearning for something unknown – perhaps morality,

waarmee zijn landgenoten kampten. Een 'morality' die de Europese kolonisten tijdens een proces van eeuwen in zichzelf hadden vernietigd door het beroven en vermoorden van de miljoenen oorspronkelijke bewoners, om tenslotte de weinige overlevenden in reservaten op te sluiten en hun kinderen in speciale indiaanse kostscholen waar hun cultuur werd vernietigd onder het motto 'kill the Indian and save the man.' Ook Steinbeck, die door Mak wordt afgedaan als een 'doemdenker,' besefte als gewetensvolle schrijver dat niemand ongestraft zijn geweten kan negeren, en dat de mens oogst wat hij zaait:

We can stand anything God and Nature can throw at us save only plenty. If I wanted to destroy a nation, I would give it too much and I would have it on its knees, miserable, greedy and sick… Someone has to reinspect our system and that soon. We can’t expect to raise our children to be good and honourable men when the city, the state, the government, the corporation all offer the highest rewards for chicanery and dishonesty. On all levels it is rigged, Adlai.

Het is bekend dat de mens zich geestelijk niet kan ontwikkelen zonder de eigen misdaden te erkennen en verantwoording daarvoor af te leggen. De psychotherapeuten Martine Groen en Justine van Lawick stellen in hun studie Intieme Oorlog dat een langlopend conflict alleen dan opgelost kan worden als er een ontwikkeling doorlopen wordt

van schaamte naar schuld, naar bekennen en vervolgens naar boete, vergelding, vergeving en eventueel verzoening. De eerste stap is het benoemen van de vernederingen en de kwetsuren en de schaamte die daarmee gepaard gaat [...] Als dit is uitgesproken, helpt een schuldbekentenis om de schaamte te verminderen.

De dader en het slachtoffer zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden geraakt, en wel omdat de dader zich vaak onbewust schaamt voor zijn/haar misdaden en het slachtoffer zich schaamt voor wat hem/haar overkomt. Die schaamte manifesteert zich weer in woede en agressie, in een spiraal naar beneden tot in het uiterste geval de dood erop volgt. De dader wordt als het ware gegijzeld door zijn eigen onvermogen de schaamte onder ogen te zien, en komt op die manier niet toe aan de schuldvraag. Dit is vooral zo problematisch omdat ‘schuld goed te maken [is], maar

bij schaamte is dat veel moeilijker. Bij deze emotie is sprake van een fundamenteel tekortschieten, en dat geeft een gevoel van falen, van niet toereikend zijn […] Het zelfbeeld wordt geschonden. Bij schaamte staat het zelf centraal dat veroordeeld wordt, bij schuld is het niet het zelf maar een daad die negatief beoordeeld wordt.

zo schreven Groen en Van Lawick. De misdaad is dus veel makkelijker te accepteren dan de schaamte erover. Hoewel beide psychotherapeuten huiselijk geweld beschrijven, is hun analyse ook van toepassing op elk grootschalig conflict, waarbij in dit geval de blanke kolonist de rol van de dader speelt en de indiaan de rol van slachtoffer. Omdat dit conflict al zoveel eeuwen bestaat

there has been all the time, in the white American soul, a dual feeling about the Inidian. First was Franklin's feeling, that a wise Providence no doubt intended the extirpation of these savages. Then came Crevecoeur's contradictory feeling about the noble Red Man and the innocent life of the wigwam. Now we hate to subscribe to Benjamin's belief in a Providence that wisely extirpates the Indian to make room for 'cultivators of the soil.' In Crevecoeur we meet a sentimental desire for the glorification of the savages. Absolutely sentimental. [...] The desire to extirpate the Indian. And the contradictory desire to glorify him. Both are rampant still, today. The bulk of the white people who live in contact with the Indian today would like to see this Red brother exterminated; not only for the sake of grabbing his land, but because of the silent, invisible, but deadly hostility between the spirit of the two races. The minority of whites intellectualize the Red Man and laud him to the skies. But this minority of whites is mostly a high-brow minority with a big grouch against its own whiteness,

aldus D.H. Lawrence, die zich afvroeg

how can any man be free without a soul of his own, that he believes in and won't sell at any price?

Stel die vraag aan de eerste de beste opiniemaker van de mainstream-pers die zijn conformistische praatjes aan de hoogste bieder verkoopt. Hij verschilt als werknemer in niets van de doorsnee. Dit is de werkelijkheid van de overgrote meerderheid van de mensen in een systeem dat zich aanprijst als een vrijheid en democratie die, in de woorden van Geert Mak, 'een begin van orde' brachten 'in de mondiale politiek en economie.'  Het zijn dan ook de non-conformisten als Lawrence die het dichtst bij de waarheid komen wanneer ze erop wijzen dat

men are free when they are in a living homeland, not when they are straying and breaking away. Men are free when they are obeying some deep, inward voice of religious belief. Obeying from within. Men are free when they belong to a living, organic, believing community, active in fulfilling some unfulfilled, perhaps unrealized purpose. Not when they are escaping to some wild west. The most unfree souls go west, and shout of freedom. Men are freest when they are most unconscious of freedom. The shout is a rattling of chains, always was. Men are not free when they are doing just what they like. The moment you can do just what you like, there is nothing you care about doing. Men are only free when they are doing what the deepest self likes.

De VS kan geen 'begin van orde' brengen omdat de bewoners van het land zelf geen 'begin van orde' in zichzelf hebben gecreeerd, niet de rust hebben gevonden om zich te bevrijden van de illusie waarop het 'Amerikaanse' systeem is gebaseerd, de veronderstelling dat het individu zich eeuwig kan vernieuwen door 'a gradual sloughing of the old skin, toward a new youth. It is the myth of Amerika.' D.H. Lawrence:

Liberty in America has meant so far the breaking away from all dominion. The true liberty will only begin when Americans discover IT, and process possibly to fulfill IT. IT being the deepest whole self of man, the self in its wholeness, not idealistic halfness. [...] We are free only so long as we obey. When we run counter, and think we will do as we like, we just flee around like Orestes pursued by the Eumenides.

De kapitalistische doctrine van de onmiddellijke bevrediging van alle mogelijke verlangens werkt zelfvernietigend. D.H. Lawrence in een essay over het werk van Edgar Allan Poe.:

The root of all evil is that we all want this spiritual gratification, this flow, this apparent heightening of life, this knowledge, this valley of many-colored grass, even grass and light prismatically decomposed, giving ecstasy. We want all this without resistance. We want it continually. And this is the root of all evil in us. [...] And evil breeds evil, more and more,

De VS is niet meer jong en nieuw en kan zeker niet 'weer het "gewone" land' worden 'dat het tot 1940' zou zijn geweest, zoals Mak denkt. In een essay over Herman Melville's Typee and Omoo schrijft Lawrence:

We can't go back, and Melville couldn't. Much as he hated the civilized humanity he knew. Het couldn't go back to the savages; he wanted to, he tried to, and he couldn't,

want

The truth of the matter is, one cannot go back. [...] Melville couldn't go back: and Gaugain couldn't really go back: and I know now that I could never go back. It is one's destiny inside one.

Het Amerikaanse idealisme van het zichzelf elke dag weer opnieuw uitvinden was vanaf het allereerste begin gedoemd te mislukken.

No men are so evil today as the idealists, and no women half so evil as your earnest women, who feels herself a power for good. It is inevitable. After a certain point, the ideal goes dead and rotten. The old ideal becomes in itself an impure thing of evil. Charity becomes pernicious, the spirit itself becomes foul. The meek are evil. The pure in heart have base, subtle revulsions: like Dostoevsky's Idiot. The whole Sermon on the Mount becomes a litany of white vice.

En hier raken we het centrale probleem van opiniemakers als Geert Mak. Reizen zonder John, is de neerslag van een aantal korte reizen van een Nederlandse journalist die zijn lezerspubliek moet behagen om weer een bestseller te kunnen produceren. Hij heeft inderdaad gereisd door een deel van de VS zonder de visie van John Steinbeck. Geschoold als de zoon van een dominee was Mak op zoek naar de droom die hij als kind koesterde over een niet bestaand 'Amerika.'  Het echte 'Amerika' werd al meer dan 160 jaar geleden beschreven door één van de grootste Amerikaanse auteurs, te weten Herman Melville in Moby Dick en het is deze roman dier D.H. Lawrence, zelf eveneens een groot auteur, kwalificeerde als

a great book, a very great book, the greatest book of the sea ever written. It moves awe in the soul. The terrible fatality. Fatality. Doom. Doom! Doom! Doom! Something seems to whisper it in the very dark trees of America. Doom! Doom of what? Doom of our white day. We are doomed, doomed. And the doom is in America. The doom of our white day. Ah, well, if my day is doomed, and I am doomed with my day, it is something greater than I which dooms me, so I accept my doom as a sign of the greatness which is more than I am. Melville knew. He knew his race was doomed. His white soul, doomed. His great white epoch, doomed. Himself, doomed. The idealist, doomed. The spirit, doomed. The reversion. 'Not so much bound to any haven ahead, as rushing from all havens astern.' That great horror of ours! It is our civilization rushing from all havens astern. The last ghastly hunt. The White Whale. What then is Moby Dick? He is the deepest blood-being of the white race; he is our deepest blood-nature. And he is hunted , hunted, hunted by the maniacal fanaticism of our white mental consciousness. We want to hunt him down. To subject him to our will. And in this maniacal conscious hunt of ourselves we get dark races and pale to help us, red, yellow, and black, east and west, Quaker and fire-worshipper, we get them all to help us in this ghastly maniacal hunt which is our doom and our suicide.

Dit schreef Lawrence in 1923 over de strekking van een boek uit 1851. En waar staat de westerling nu precies, anno 2012 meer dan anderhalve eeuw nadat

The Pequod went down. And the Pequod was the ship of the white American soul. She sank, taking with her negro and Indian and Polynesian, Asiatic and Quaker and good, businesslike Yankees and Ishmael: she sank all the lot of them?

D.H. Lawrence:

If the Great White Whale sank the ship of the Great White Soul in 1851, what's been happening ever since? Post-mortem effects, presumably.

En zo is de westerling vandaag de dag getuige van de ineenstorting van het Amerikaans Imperium als één van de 'post-mortem effects.' Het besef dat er sprake is van een vernietigende leegte achter de Amerikaanse schijn bleef niet beperkt tot Melville, Scott Fitzgerald, Kerouac, Mailer en andere wereldberoemde Amerikaanse auteurs. In 1970 schreef de Amerikaanse socioloog Philip Slater in zijn studie Pursuit of Loneliness, volgens de New York Times 'a brilliant, sweeping and relevant critique of American culture':

One begins to sense a wide gap between the fantasies Americans live by and the realities they live in. Americans know from an early age how they're supposed to look when happy and what they're supposed to do or buy to be happy. But for some reason their fantasies are unrealizable and leave them disappointed and embittered.  

De reden waarom de Makkianen en Hoflanden dit alles niet begrijpen is ondermeer het gegeven dat zij de klassieke Amerikaanse romans niet hebben gelezen en de Amerikaanse geschiedenis niet intensief hebben bestudeerd. De oorzaak evenwel moeten we elders zoeken. Zowel Hofland als Mak zijn als vooruitgangsgelovigen op zoek naar 'hoop,' en wel, zoals Mak mij e-mailde, omdat ‘ik niet zonder hoop [kan], Stan, dat klinkt misschien wat pathetisch, maar het is toch zo.’ Hij is net als al mijn generatiegenoten opgegroeid in een welvaartsstaat die maakbaar leek, waarin de materiële vooruitgang, ten koste van de moraliteit, almaar zou doorgaan. Nooit eerder is er een generatie geweest die zo geprivilegieerd was. Na '68 introduceerden mijn leeftijdgenoten zich als de verbeelding aan de macht, maar eenmaal op het pluche eindigden ze als de macht van de verbeelding. De hautaine verbeelding van het vlees geworden conformisme. Nu de mythe van de vooruitgang is doorgeprikt, staat mijn generatie met lege handen, en deinst ze terug voor de gapende leegte achter de façade, die zij een werkzaam leven lang heeft overeind gehouden. Hun huidige houding kan men kort samenvatten met het begrip 'conspiracy of silence.' Mak is een best-seller auteur omdat hij zich ten koste van de werkelijkheid bleef vastklampen aan de geruststellende vooruitgangsillusie. Goed, er moge dan wel problemen zijn, sommige daarvan zelfs ernstig, maar er blijft licht aan het einde van de tunnel, er is overal een oplossing voor, de maakbare samenleving die door de wetten van de 'vrije markt' wordt gevormd. En in dit vrijblijvende, zogenaamde 'optimisme' willen de angstige lezers van Mak's boeken zich graag weerspiegeld zien. Het is in feite nog het enige geloofsartikel dat ze bezitten. Niet dat ze werkelijk in hun 'optimisme' geloven, maar ze geloven dat ze erin geloven. En aangezien het huidige machtssysteem nog steeds gefundeerd is op het vooruitgangsgeloof is paradoxaal genoeg de ontwikkeling van hun 'samenleving' volledig gestagneerd. Dat probleem werd in 2005 door Milan Kundera omschreven in zijn essay And If the Tragic Has Deserted Us?

De grote menselijke conflicten bevrijden van de naïeve interpretatie als een strijd tussen goed en kwaad, ze begrijpen in het licht van het tragische, was een enorme prestatie van de geest; het bracht de onvermijdelijke relativiteit naar voren van menselijke waarheden; het maakte de noodaak duidelijk om rechtvaardig te zijn tegen de vijand. Maar het morele manicheïsme heeft een onvernietigbare vitaliteit… Hitler dompelde Europa niet alleen onder in een onbeschrijflijke verschrikking maar beroofde het ook van het tragische levensgevoel. Net als de strijd tegen het nazisme, zou de hele hedendaagse politieke geschiedenis van toen af aan gezien en ervaren worden als een strijd tussen goed en kwaad… Is dit een regressie? Een terugval in de pré-tragische fase van de mensheid? Maar als dat zo is, wat heeft dan een terugval ondergaan? De Geschiedenis zelf, die onrechtmatig in bezit is genomen van criminelen? Of is het onze manier van begrijpen van de Geschiedenis? Vaak denk ik: het tragische heeft ons verlaten; en dat zou weleens de ware straf kunnen zijn.

Op zijn beurt signaleerde in 1992 John Berger in zijn essaybundel Stemverheffing:

De veronderstellingen waarvan het mediabedrijf uitgaat namens het publiek zijn behalve blind ook verblindend… Misschien is het precies op dit punt dat onze vorm van democratie een langzame dood sterft. Als dat zo is, dan als gevolg van een weigering. De weigering van het mediabedrijf om het feit te erkennen en te laten doorwerken dat het publiek in zijn hart weet hoe de wereld in elkaar zit… De reden van deze weigering die een bedreiging is voor onze vorm van democratie, de reden waarom het mediabedrijf stelselmatig onderschat wat we gemeen hebben, die reden is steeds dezelfde: de normloze drang tot verkopen… Wat ik wil is dat mensen zich ervan bewust worden hoe voddig het mediabedrijf ze bedient als publiek. Voddig, omdat met de waardigheid van kijker en bekekene de vloer wordt aangeveegd. Herstel iets van die waardigheid – gun mensen de tijd, verschuif het gebruikelijke zwaartepunt – en slecht nieuws wordt van een onderbreking de waarheid. Er zijn tal van waarheden waarvoor geen directe oplossing bestaat. Het woord ‘oplossing’ raakt niet aan het tragische. Wíj moeten in aanraking komen met het tragische en ons erdoor laten raken. We zouden er misschien door veranderen als we het benoemden. Ook benoemd blijft het tragische tragisch, maar slecht nieuws zou het niet worden. Alleen van daaruit is een realistische politiek mogelijk.

Maar de Hoflanden en Makken en hun lezerspubliek zijn niet in staat dit te beseffen, en zijn dus al helemaal niet in de positie om levensvatbare alternatieven te vinden. De vooruitgangs-gelovigen weigeren het tragische element van het menselijk bestaan onder ogen te zien. Ze blijven bidden en hopen dat met marginale veranderingen de diepe culturele crisis in het westen zich als het ware vanzelf oplost. Ze reageren autistisch op de realiteit van alledag, zoals die beschreven wordt door ondermeer de Amerikaanse auteur Erik Reece die in Lost Mountain over de verwoesting schrijft:

We are currently witnessing -- and ignoring -- the sixth great extinction since the advent of life on earth. This is not a hysterical cry of some druid; it is cold scientific fact.

Door het vooruitgangsgeloof verdwijnen er overal ter wereld allerlei soorten in een tempo dat 1000 tot 10.000 keer sneller is dan vóór de industriële revolutie.

That is to say, roughly one species goes extinct every hour.' Slechts één voorbeeld: 'of the 9,946 known bird species, 70 percent are declining in number.'

Met onder andere de hierboven beschreven feiten in het achterhoofd zal duidelijk zijn dat Mak's advies aan de VS om 

weer het 'gewone' land te worden dat het tot 1940 was, 

tekenend is voor het feit dat hij de realiteit domweg niet kan zien, en net als zijn collega Henk Hofland, vanuit een virtuele werkelijkheid schrijft. 

Published on 
by 

Eduardo Galeano’s Words Walk the Streets of a Continent


Uruguayan author Eduardo Galeano died this week at the age of 74. (Photo: Mariela De Marchi Moyano/flickr/cc)
The has world lost one of its great writers. Uruguayan author Eduardo Galeano died on Monday at age 74 in Montevideo. He left a magical body of work behind him, and his reach is as wide as his continent.
During Argentina's 2001-2002 economic crisis, Galeano’s words walked down the streets with a life of their own, accompanying every protest and activist meeting. Factories were occupied by workers, neighborhood assemblies rose up, and, for a time, revolutionary talk and action replaced a rotten neoliberal system. Galeano’s upside-down view of the world blew fresh dreams into the tear gas-filled air.
"Galeano gives us a language of hope, a way feel to feel rage toward the world while also loving it, a way to understand the past while carving out a better possible future."
In the streets of La Paz, Bolivia, pirated copies of Galeano’s classic Open Veins of Latin America are still sold at nearly every book stall. There too, Galeano’s historical alchemy added to the fire of many movements and uprisings, where miners of the country’s open veins tossed dynamite at right-wing politicians, and the 500-year-old memory of colonialism lives on.
Up the winding mountain roads of Chiapas, past Mexican state military checkpoints, lies the autonomous Zapatista community of Oventic. One day a few years ago, Galeano’s familiar voice floated over the foggy, autonomous land, reciting children’s stories over stereo speakers.
At a World Social Forum in Porto Alegre, Brazil, Galeano entered a steaming hot tent where hundreds had gathered to hear him speak about the Uruguayan water rights movement in which the people had “voted against fear” to stop privatization. What I remembered most about the talk is how much he made the crowd laugh.
And one night in Paraguay, with the smell of cow manure and pesticides lingering in the air, small farmers besieged by toxic soy crops gathered to tell stories of resistance, stories they linked to Galeano’s accounts of the looting of Latin America and struggles against greed and empire that were centuries in the making.
With the small mountain of books and articles he left behind, Galeano gives us a language of hope, a way feel to feel rage toward the world while also loving it, a way to understand the past while carving out a better possible future.
“She’s on the horizon,” Galeano once wrote of utopia. “I go two steps, she moves two steps away. I walk ten steps and the horizon runs ten steps ahead. No matter how much I walk, I’ll never reach her. What good is utopia? That’s what: it’s good for walking.”




Benjamin Dangl is a doctoral candidate in Latin American History at McGill University, and the author of the books Dancing with Dynamite: Social Movements and States in Latin America, and The Price of Fire: Resource Wars and Social Movements in Bolivia. He edits UpsideDownWorld.org, a website on activism and politics in Latin America, andTowardFreedom.com, a progressive perspective on world events. Follow him on Twitter: @bendangl


3 opmerkingen:

Anoniem zei

Dank je Stan! Voor jou en John Pilger bijvoorbeeld, George Monbiot en even zovele anderen die wel op microscopisch niveau naar de wereld kunnen kijken zonder gecorrumpeerd te raken door een na te streven life-style als de journalist met een vette hypotheek en z'n parasiterende algemeen aanvaarde gedrag voor de soort waar ze bij willen (of zijn gaan willen bij-) horen. Te klein om waar te nemen met het blote oog, zeker wanneer de bejaardheid toeslaat en met het afnemen van de verstandelijke vermogens. Nog even snel de vruchten plukkend.

Peacock Spiders

Nog heel even van te genieten waarschijnlijk, en anders hebben we de beelden nog...

En deze, on-topic, voor bij de barbeque, de sla waar men vroeger wel eens een slak in aantrof maar waar het tegenwoordig steeds vaker kip, kalkoen, varken, geit, zalm, tonijn, garnalen of om het even welke andere vaak industrieel geproduceerde diersoort betreft. Steeds gewoner aan het worden bij Albert Heijn die tegelijkertijd zijn eigen biologische lijn introduceert alsof het skal keurmerk daar niet in voorzag... De ideologische vlag op de modderschuit wanneer je het mij vraagt, ten spijt, vinden deze deze fastfoodsalade's vooral bij de jongere generaties die het geweldig druk hebben, gretig aftrek. Slimme zet, de tijdsgeest verstaan! Ten koste van wat?
https://www.youtube.com/v/qiYghMmFc_8

stan zei

https://www.youtube.com/v/qiYghMmFc_8

Anoniem zei

Zonder het topic te willen kapen... toch jammer, bij de laatste link ging het mis, en dat is best jammer, want in deze video van nog geen 4 minuten wordt met simpele feiten aangetoond dat het zwaar gesubsidieerde bioindustrieel complex waar de veevoeder en GMO bedrijven die o.m. bossen omkappen om er grootschalig voer voor onze veestapel te verbouwen om in onze behoefte te voorzien ('n behoefte overigens die niet wezenlijk verschilt van onze behoefte aan goedkope kleren die we nodig hebben en daarom door moderne slaven in textielfabrieken in Azië geproduceerd worden en de defaitistische houding die de rijke westerling er doorgaans niet van weerhoudt er nochtans zijn voordeel mee te doen). Dat onze eetgewoonten gestuurd worden door dat bio-industrieel complex momenteel uiterst actief met z'n lobby's bij het bereiken van handelsverdragen als TTIP en TTP etc. Dat, daarbij wat wij aan vlees consumeren, verantwoordelijk is voor het grootste aandeel in de klimaat ellende, dat er verreweg méer aan bijdraagt dan vliegen of autorijden en verantwoordelijk is voor de extinctie van soorten en biodiversiteit, dat, waar je schrijft: "Door het vooruitgangsgeloof verdwijnen er overal ter wereld allerlei soorten in een tempo dat 1000 tot 10.000 keer sneller is dan vóór de industriële revolutie." betekent het dus impliciet dat wilde dieren uitsterven omdat wij gedomesticeerde dieren prefereren die wij op een fabrieksmatige manier produceren. Mind you, not me! Maar het is meer!

Lekker heet 't. En, vooral lekker goedkoop. Dus stinken binnenkort weer al onze stadsparken naar openbare crematoria, omdat vlees nooit zo goedkoop was, het gewoon kan en het niet uitmaakt of althans, niet genoeg om de lustgevoelens, de hunkering ernaar in te tomen. Niet geheel toevallig betreft het dan in de regel vooral mannen die het macho klusje van 't vlees braden opknappen met zichtbaar genoegen. Jagen hoeven ze niet meer, maar in het gerooster sublimeren ze waarschijnlijk dat mannelijke oergevoel van het heer en meester zijn over de natuur, iets van de jager vechter die met z'n prooi indruk poogt te maken op het andere geslacht klaarblijkelijk. Een andere verklaring kan ik er zo 1 2 3 niet voor bedenken, opvallend is het zeker maar er is meer.

Dat, wanneer Bangladesh, door sommige klimaatwetenschappers wel 'The poster child of climate change' genoemd, met 'n slordige bevolking van zo'n 150 miljoen mensen - waar die goedkope kleren onder meer óok vandaan komen - het eerste getroffen zal worden, onder water zal komen te staan vanwege de onherroepelijke zeespiegelstijging, dat zien we dan wel weer. Kom niet aan ons vreten!

Met excuses voor de belabberde grafische kwaliteit, het gaat vooral om de tekst, die liegt er niet om! .