zondag 12 oktober 2014

Media Corruptie 5

De gearriveerden, glaasje in de hand, glimmende huid, boordje open, brilletje op. Het iets te goede leven dat tot vervetting lijdt. Vooral van het denken. Poldermodel. Ons kent ons. De lamme helpt de blinde. Hubert Smeets, links, met naast hem Theo Bouwman, directeur Weekbladpersgroep 1981-1994, directeur VNU Tijdschriften 1994-2000, Lid raad van bestuur VNU 2000-2001, voorzitter raad van bestuur PCM Uitgevers 2002-2006.

Dat de Atlantische Commissie voor haar NAVO-propaganda graag gebruik maakt van opiniemakers als NRC's 'redacteur buitenland' Hubert Smeets vloeit voort uit het feit dat mainstream-journalisten zich voldoende plooibaar en betrouwbaar tonen ten aanzien van het militair-industrieel complex dat de belangen van de neoliberale gevestigde orde moet bewaken. Hun producten stellen nooit teleur. Hoewel ik honderden voorbeelden hiervan kan geven beperk ik me nog even tot het journalistieke werk van Smeets, de voormalige adjunct-hoofdredacteur van de krant die zichzelf aanprijst met de slogan 'Durf te denken.' 

Ondermeer het dagblad Trouw berichtte op 5 september 2013 met betrekking tot de ontploffing van een chemisch gas nabij Damascus:

Gifgas kan uit ontplofte opslag van rebellen zijn gekomen
Peter Speetjens − 05/09/13, 10:30

Uitlatingen van nabestaanden en rebellen, gedaan in een artikel op de website Mint Press News, wijzen in de richting van een ontploffing in een wapenopslag van de rebellen van het salafistische Noesra Front. In het artikel, van de hand van de Jordaanse journalist Yahya Ababneh en zijn Amerikaanse collega Dale Gavlak, komen getuigen aan het woord uit de getroffen wijk Ghouta. Een van hen is Aboe Abdel-Moneim, die vertelt hoe zijn zoon vocht in een militie onder leiding van de Saoediër Aboe Ayesha. Twee weken voor de gasaanval vroeg de zoon aan zijn vader wat hij dacht van de nieuwe wapens die hij moest vervoeren. Moneim beschreef sommigen als 'cylinder-achtig', terwijl anderen oogden als een 'enorme gasfles'.

Steunpilaar van de salafistische opstandelingen 

Volgens Abdel-Moneim behoorde zijn zoon op 21 augustus tot de slachtoffers van het gifgas; hij zou om het leven zijn gekomen na een ontploffing in een tunnel die de rebellen gebruikten als wapenopslagplaats. Zijn relaas wordt bevestigd door rebellenleider 'J.' Volgens hem zette het Noesra Front rebellen van gematigder groepen in om de nieuwe wapens te vervoeren. 'Helaas ging een aantal strijders onzorgvuldig met de wapens om en veroorzaakten een ontploffing,' zei hij.Een vrouwelijke strijder zegt in het artikel dat de rebellen niet was verteld 'wat voor wapens dit waren en hoe ze te gebruiken'. 'Wij wisten niet dat het chemische wapens waren en hadden nooit gedacht dat het chemische wapens konden zijn. Wanneer prins Bandar zulke wapens weggeeft, dan moet hij ze wel aan mensen geven die weten wat ze doen.' Prins Bandar bin Sultan is het hoofd van de Saoedische inlichtingendienst, belangrijke steunpilaar van de salafistische opstandelingen in Syrië. Als ambassadeur in Washington verwierf hij de bijnaam 'Bandar Bush', vanwege zijn uitstekende relatie met de voormalig presidentiële familie. In 1986 was hij betrokken bij de Iran-Contra affaire en later speelde hij een sleutelrol in het bewapenen van de Afghaanse rebellen, waaronder de islamitische extremisten die bekendheid zouden verwerven als de Taliban. Of Bandar chemische wapens leverde aan het Noesra Front is natuurlijk onmogelijk te verifiëren, maar dat Syrië voor hem prioriteit nummer één is, staat buiten kijf.

Terwijl er zelfs nu nog sterk getwijfeld wordt over wie schuldig is aan de gifgas-ontploffing was Hubert Smeets al van mening dat de NAVO onder supervisie van de VS een regime-change in Syrië met geweld moest forceren. Als 'redacteur buitenland' meldde hij in nrc.next, de jongerenuitgave van de NRC, het volgende:

Rusland sluit deelname aan een militaire operatie niet uit, zei Poetin, maar dan is een besluit daartoe van de Veiligheidsraad onontbeerlijk. En zo'n besluit is volgens Poetin weer ondenkbaar zonder onomstotelijk bewijs dat de Syrische regering zelf schuldig is aan de gifgasaanval twee weken geleden, en niet van een van de rebellen-groepen of Al-Qaeda. 

Kortom, wie wil het laatste woord hebben bij een interventie in Syrië? Niemand minder dan Poetin zelf!

Met uitroepteken, om voor de jeugdige lezertjes nog eens te benadrukken dat er een verdacht luchtje rond 'Poetin' hangt, en dat deze patjepeeër alleen maar 'het laatste woord wil hebben.' Dat deugt volgens Smeets niet, want alleen de westerse elite met zijn machtig militair- industrieel complex mag, nee moet zelfs, 'het laatste woord hebben,' en niet de president van een groot land dat zich aan het internationaal recht wil houden. In de ogen van de NRC-opiniemaker moet het recht wijken zodra het westers expansionisme belemmerd dreigt te worden. De economische en politieke belangen van de westerse plutocratie dienen zich overal en altijd optimaal te kunnen manifesteren. Het feit dat 'Poetin' het internationaal recht niet wil schenden en 'onomstotelijk bewijs' wil hebben voordat het land van de 'verdachte' Assad bestookt wordt met bommen is in de ogen van Hubert ronduit verwerpelijk. Dat Afghanistan, Irak en Libië de zinloosheid van het NAVO-geweld onmiskenbaar aantonen, is voor een propagandist van het Atlantisch bondgenootschap een quantité négligeable. Ook het woordgebruik van Smeets is onthullend. Zo beweert hij dat 

De EU, Canada, Mexico, Duitsland, Italië (beide laatste landen zitten kennelijk niet meer in de EU, of misschien werd anders het rijtje te kort. svh) Japan, Zuid-Korea en Australie zullen ook weinig amok maken als het erop aankomt.

De kwalificatie 'amok' dus. Volgens de dikke Van Dale:

bij de inheemse bewoners van Oost-Indie voorkomende toestand van razernij... plotseling onbesuisd gaan optreden.

Kortom, de politici die zich aan het internationaal recht willen houden, geraken dus in een 'toestand van razernij,' dan wel gaan 'onbesuisd optreden.' Dat is de impliciete bewering van collega Hubert Smeets. Onze 'redacteur buitenland' merkt voorts op:

Hoe hartstochtelijk zijn de opvattingen van India, Brazilie, Zuid-Afrika, Indonesie en Argentinie?

En let nu op het dédain van de opiniemaker uit de polder over de opkomende regionale machten, een minachting gevoed door de NAVO-propaganda die hij moeiteloos internaliseerde tijdens ondermeer een door de Atlantische Commissie georganiseerde en gefinancierde 'studiereis.' Smeets:

Als deze landen het uit desinteresse laten bij gemor, dan kan Obama in Sint-Petersburg een kleine publicitaire slag slaan.

Bij wie kan Obama dat? In elk geval bij Hubert Smeets, zoveel is zeker. Dus spreekt hij namens de hele wereld,  en dit alles vanuit de optiek van een opiniemaker uit een piepklein land waar de 'politiek-literaire elite' geen besef toont van de wereldwijde omslag die sinds tenminste 2001 gaande is. Zijn aanmatigende houding is vooral zo absurd omdat Smeets als politiek verslaggever destijds de ingrijpende politieke omslag niet opmerkte die tenslotte leidde tot de opkomst van Pim Fortuyn. Net als zijn peergroup waarvan de aandacht gefocussed was op het Haagse incrowd-wereldje waas hij teveel bezig met het verwerven van status en wilde hij voortdurende het liefst aanschuiven aan de tafel van de macht. Daardoor was hij niet in staat te zien welke sociaal-culturele omslag zich in de Nederlandse samenleving voltrok. Desondanks liet Hubert naderhand zijn polder-publiek weten dat grote landen weliswaar wat mogen 'morren' uit 'desinteresse,' maar dat zij natuurlijk nooit serieuze politieke overwegingen kunnen bezitten. Alleen de westerse hoofdaap Barack Obama zou 'interesse' tonen en 'beter' weten wat goed is voor 'de internationale gemeenschap.' Als opiniemaker van de krant die zijn lezers opriep om te durven 'denken' wist hij in in de verste verte ook niet wat zich buiten de polder voltrok. Wie wel geïnformeerd was, bleek de vooraanstaande Amerikaanse politiek commentator William Pfaff te zijn, die in dezelfde periode in de International Herald Tribune het volgende schreef:

More War in Syria

William Pfaff

Paris, August 28, 2013 – When Barack Obama foolishly remarked last fall that if the Bashar al-Assad government in Syria made use of chemical weapons in its fight to suppress the insurrection in that country, it would cross a 'red line' so far as the American government was concerned. His statement implied that the United States is in charge of international war and peace.

The obvious threat was that the United States would intervene in the war. How it would intervene, with what means, to what objective, he did not say. His governing team in Washington, in respect to foreign relations and American foreign policy, remains largely a band of well-meaning amateurs, collected from university faculties and NGOs (and, of course, from community organizing).

It includes supporters of the theory of international protection for victims of war. This is inspired by the genocides committed in Rwanda and by the Bosnian Serbs against Muslims at Sebrenica during the Yugoslav war. Chemical weapons are not genocide, but are an internationally condemned weapon of war, like cluster bombs and phosphorus.

Dit commentaar demonstreert hoe absurd ver de Nederlandse opiniemakers van de werkelijkheid zijn afgedreven. Nadat Smeets in zijn eentje de lezers had verteld dat 'Obama in Sint-Petersburg een kleine publicitaire slag' zou kunnen 'slaan,' berichtte op zaterdag 7 september 2013 de International Herald Tribune op de voorpagina:

Obama emerged with a few supporters but no consensus, as other leaders urged him not to attack without U.N. permission, which is not forthcoming.

Inmiddels was ook al bekend geworden dat NAVO-ingrijpen zou leiden tot een

war the Pentagon doesn’t want...

omdat de Amerikaanse strijdkrachten ondermeer 'embarrassed' waren

to be associated with the amateurism of the Obama administration’s attempts to craft a plan that makes strategic sense. None of the White House staff has any experience in war or understands it. So far, at least, this path to war violates every principle of war, including the element of surprise, achieving mass and having a clearly defined and obtainable objective.


De feiten maken duidelijk dat NRC's buitenland redacteur in een ander universum leeft dan mensen voor wie logica van doorslaggevend belang is. Smeets is zo ideologisch gehersenspoeld dat hij de werkelijkheid op onze planeet niet kan waarnemen. Hij weet precies wat de westerse elite wil vernemen, maar niet hoe de geopolitieke realiteit in elkaar zit. In tegenstelling tot Smeets' verwachting bleek de realiteit precies omgekeerd te zijn, want zoals de International Herald Tribune, the global edition van The New York Times, berichtte: 'Putin takes center stage on Syria,' om hieraan toe te voegen:

The reports that the Syrian government had used chemical weapons were 'utter nonsense,' he said. His analysis was essentially based on his sense of who stood to gain from crossing Obama’s 'red line,' especially when a U.N. inspection team was already on the ground in Syria. It was not the Assad government, in Putin’s view; he had earlier declared that such an attack would be suicidal for the government. While the Russians generally see Bashar al-Assad as tough and even brutal, they still believe he is basically rational and has full control over his chemical weapons.

In plaats van 'een kleine publicitaire slag,' werd vanuit de optiek van Smeets, de bijeenkomst een verpletterende nederlaag voor president Obama. 'Poetin' was erin geslaagd het gezonde verstand van zijn collega's aan te spreken en kreeg daardoor, tot afschuw van de kleine opiniemaker in de polder, 'het laatste woord.' Daarmee redde de Russische president, en passent, president Obama voor ernstig gezichtsverlies, want regime-change in Syrië zou alleen maar hebben geleid tot de overwinning van wat tot dan toe nog 'het terroristische Al-Qaida' heette, en tegenwoordig ISIS genoemd wordt. De enige die van de westerse permanente staat van oorlog zou profiteren is het militair-industrieel complex, en dus ook de NAVO, waarvoor de Atlantische Commissie met staatssubsidie propaganda maakt door ondermeer een 'studiereis' te organiseren voor opiniemakers als Hubert Smeets. En zo is de cirkel rond. 

De beweringen van Hubert Smeets illustreren de onnozele propaganda van de polder mainstream, die absoluut niet ziet wat er zich voor hun ogen voltrekt. Desondanks bemannen de poortwachters van het establishment alle vitale commandoposten in de commerciële massamedia, en voorkomen daarmee dat het publiek wordt geconfronteerd met veel zinnigere analyses. En vooral daarin schuilt een grote bedreiging, want zolang het grote publiek met onvolledige, onjuiste, en regelmatig stupide informatie wordt gevoed, kunnen de politiek verantwoordelijken ongestoord doorgaan met hun falend beleid. Intussen wordt steeds duidelijker hoe gevaarlijk de koude oorlogsretoriek is van opiniemakers als Smeets, Mak en Hofland, om slechts drie dwazen uit de polderpers te noemen. Alleen voor simplistische ideologen is de wereld verdeeld in louter goed en slecht. Dankzij onder andere internet is de tijd nu definitief voorbij dat een krant als de NRC op de dag van de desastreuze illegale Amerikaanse inval in Irak in een hoofdredactioneel commentaar ongestraft kon adviseren:

Nu de oorlog is begonnen, moeten president Bush en premier Blair worden gesteund. Die steun kan niet blijven steken in verbale vrijblijvendheid. Dat betekent dus politieke steun - en als het moet ook militaire.

Een oproep tot het plegen van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid heeft de geloofwaardigheid van de mainstream-pers het afgelopen decennium nog verder doen dalen. Op woensdag 18 september 2013 stelde de bekende joods-Amerikaanse socioloog Immanuel Wallerstein  in de International Herald Tribune en op de website van Al Jazeera:

Let us start with the so-called unexpected Russian proposal, which Syria's Foreign Minister has endorsed. Was this really the result of an off-hand, unserious remark of U.S. Secretary of State John Kerry, cleverly seized upon by the Russians the day before President Obama was scheduled to make his plea to the American people to endorse a military strike? It seems not. Apparently, Kerry and Russian Foreign Minister Sergey Lavrov have been quietly discussing such a possibility for over a year.

Wallerstein constateert datgene wat iedere onafhankelijke waarnemer beseft, namelijk dat 'the United States no longer has the power to enforce its decisions.' Dit ontnuchterende feit staat diametraal tegenover de beweringen van de mainstream polderpers. Nog geen week eerder had de  NRC gesteld dat het hier om een ‘stunt’ van Poetin ging en dat, aldus Smeets,

minister Kerry maandag tegen een journalist [zei] dat Assad een aanval op zijn land kan voorkomen als hij binnen een week al zijn chemische wapens inlevert. Het was een terloopse opmerking, maar Rusland maakte er een serieus voorstel van.

Daarentegen stelde de kritische intellectueel Wallerstein vast wat ieder mens met een beetje verstand en belangstelling kon weten, namelijk dat ‘The degree of worldwide opposition to U.S. military intervention has been extremely high,’

een empirisch eenvoudig vast te stellen gegeven dat door de opiniemakers in de polder niet werd opgepikt omdat het onbruikbaar was en nog steeds is in haar propaganda voor grootschalig NAVO-geweld. Een ander in de polder verzwegen aspect werd door Wallerstein als een uiterst belangrijk gegeven opgevoerd. De geleerde wierp de vraag op of president Obama nu 'incompetent,' dan wel

deceptive, or merely constrained by the relative decline of U.S. power in the world? Probably all three. In his messages to Congress and in the statements of his key staff, the motivating force behind his actions can be clearly seen. Obama's deputy national security advisor, Benjamin J. Rhodes, made it explicit: 'The U.S. for decades has played the role of undergirding the global security architecture and enforcing international norms. And we do not want to send a message that the United States is getting out of that business in any way.'

That is precisely the problem. The United States no longer has the power to enforce its decisions. But Obama is unwilling to recognize this reality. In this regard, much of U.S. public opinion is ahead of him. And it is precisely this fact that is emphasized by many opponents. Take just two: The Jesuit Superior General, Father Adolfo Nicolás, and Russian President Vladimir Putin. Father Nicolás said: 'I think that that a military intervention...is itself an abuse of power. The US has to stop acting and reacting like the big boy of the neighborhood of the world.'

Maar zeker dit kan een Atlanticus als Hubert Smeets niet aanvaarden. Zijn simplistisch mens- en wereldbeeld is dermate ideologisch dat hij niet kan inzien hoe de neoliberale ideologie is uitgemond in een alles vernietigend streven van het westers militair-industrieel complex naar de hegemonie op aarde. Meer over de gecorrumpeerde mainstream-media later.

Immanuel Wallerstein: 'The United States no longer has the power to enforce its decisions. But Obama is unwilling to recognize this reality.'



Geen opmerkingen: