maandag 12 mei 2014

De Mainstream Pers 211


Prometheus Bringing Sacred Fire to Man 
Joseph Herrin (12-08-2010)

The statue of Prometheus bringing fire down from heaven and giving it to mankind, is one of the most evident pieces of art found on the Rockefeller Center complex. It is a re-telling of the story of Lucifer who offered to mankind the fruit of the tree of knowledge of good and evil. An Internet website shares the following commentary on this statue found on the Rockefeller property.

This statue depicts Prometheus, a Titan of Greek mythology known for his great intelligence. He has however betrayed the god Zeus by stealing fire and giving it to mankind. He is credited to have taught mankind the arts of civilization such as writing, mathematics, agriculture, medicine, and science. Zeus then punished Prometheus for his crime by having him bound to a rock while a great eagle ate his liver every day only to have it grow back to be eaten again the next day.

Paul Manship’s sculpture featured in the Sunken Plaza of the Rockefeller Center portrays Prometheus holding the fire stolen from Zeus and gliding towards humanity. He lies inside a ring in which are outlined the signs of the Zodiac. Behind the statue is an inscription saying:

'Prometheus, teacher in every art, brought the fire that hath proved to mortals a means to mighty ends.'

Substitute the name Prometheus for Lucifer, and you will perceive the true substance of this monument. Lucifer was judged by God, not for a benevolent act on behalf of mankind. Lucifer’s fall actually occurred prior to Adam and Eve’s residency in Eden…

The Rockefeller's are far from being champions of Christ. If the Christmas tree were a symbol of the birth of the Son of God, then why would the Rockefeller's have established a tradition of placing one of the largest, most expensive Christmas trees in the world in a central location at Rockefeller Center? There are no other symbols of Christ present. However, there are a great many symbols relating to Lucifer…

Satan seeks to portray himself as a victim of an unjust God. He declares himself to be an angel of light, a bringer of knowledge and truth. In one story he is depicted as Prometheus seeking to aid mankind, incurring great personal loss in the process. In other stories he is depicted as the Phoenix, consumed in fire, but rising to ascend again into the heavens.

Terwijl in de jaren zestig en zeventig gold dat 'alles politiek' was, vond daarna een even eenzijdige verabsolutering van het persoonlijke en individuele plaats, de opkomst van een narcisme dat heel goed samengaat met de consumptiemaatschappij. Ogenschijnlijk is het individu geëmancipeerd van allerlei banden en bindingen, kan tijd en zorg aan zichzelf besteden en ontdekt in zichzelf een onvermoede rijkdom. Maar het is een bevrijding die niettemin een bijsmaak heeft. Want daardoor valt een groot deel weg van het sociale veld dat zich bevindt tussen aan de ene kant een abstracte en universele 'mensheid' (uitgedrukt in de 'rechten van de mens') en anderzijds de op zichzelf terug geworpen eenzame eenling. Deze situatie is gunstig voor het geavanceerde kapitalisme dat goed gedijt bij een samenleving van producerende, begerende en consumerende individuen die geen obstakel noch buffer kennen tussen henzelf en de (wereld)markt. Maar juist hierdoor is het individu ook des te meer overgeleverd aan zijn primaire impulsen en dus nog meer ontvankelijk voor de invloed van reclame, mode en commercie, de mechanismen van de massacultuur. Steeds jeugdiger is men blootgesteld aan de warenwereld, steeds eerder is men consument, is men 'thuisbankier' en aandeelhouder, steeds jonger dus opgenomen in het alledaagse kapitalisme. Door de eis tot mobiliteit en flexibiliteit krijgt het 'vrije' individu meer dan voorheen te maken met gevoelens van onzekerheid, verwarring en ontworteling. De fragmentering van het moderne leven en zijn vluchtigheid brengen onrust, onvoldaanheid en innerlijke leegte met zich mee, die weer worden gecompenseerd door elementen en middelen die hetzelfde systeem dat ze veroorzaakt weer creëert. 
Ton Lemaire. Met open zinnen. Natuur, landschap, aarde. 2002


Op de dag dat wij onze vrijheid vieren maakt Geert Mak zich grote zorgen over die vrijheid. Die danken wij, zo zegt hij, zo ontzettend aan Europa. Maar op de drempel van de Europese verkiezingen zien 'wij' dat hele Europa steeds minder zitten. Waar ging het mis? Is het nog te repareren? En zo niet, hoe loopt het dan - met Poetin op de achtergrond - met ons af?

De EU is een markt van bijna een half miljard mensen met de hoogste gemiddelde levensstandaard ter wereld. Alleen al voor Nederland is de Unie goed voor tweederde van onze totale export, eenvijfde van het nationale product. We hebben nu een open toegang tot die markt. Gaan we die deur echt dichtgooien? […] Geen Jorwert zonder Brussel. Maar tegelijk: geen Brussel zonder Jorwert.
Geert Mak. Abel Herzberg Lezing. 22 september 2013

Hier staan twee wereldbeelden tegenover elkaar, dat van de filosoof Ton Lemaire en dat van de journalist Geert Mak. Bovendien zit er een fundamentele tegenstrijdigheid in Mak's kapitalistische ideologie, zoals die tot uiting komt in de tekst aan hierboven van de Amerikaanse christenfundamentalist Joseph Herrin. In 2005 verklaarde Mak tegenover het mainstream damesblad Opzij over zijn gereformeerde achtergrond:

Bij het schrijven van De eeuw van mijn vader kwam ik niet alleen dichter bij de geschiedenis van mijn familie, maar ook bij hun geloof…

Wat zou je nu invullen als je op een formulier iets moest zeggen over je geloof?

Tien jaar geleden had ik 'geen godsdienst' ingevuld. Nu zou ik 'gelovig, christelijk' opschrijven.’

Wat betekent dat voor je?

Dat ik geloof in een genadige God. Dat is heel belangrijk: een milde, liefdevolle God. En dat je die genade overbrengt op je medemensen, dat je deel uitmaakt van een gemeenschap die de hele wereld omvat, dat er lijnen lopen tussen andere mensen en jou en tussen jou en God. Dat geeft soms troost, soms ordening, soms een gevoel van verantwoording. Het geeft lijn aan je handel en wandel. Als je vraagt wat mijn godsbeeld is: een vriendelijke, vaderlijke God, een milde man, die mensen doorziet in hun zwakheid. […]

Geloof je in een hiernamaals?

Ja.

Ook in een laatste oordeel?

Ja, hoewel ik ook wel eens denk dat het oordeel zich binnen jezelf voltrekt. Of er een hel en een hemel zijn? Ik weet het niet, eigenlijk geloof ik meer in een algemene genade… Het instituut godsdienst heeft een gruwelijke rol gespeeld in de wereldgeschiedenis en doet dat nog steeds. Maar tegelijk heb ik door de bestudering van de geschiedenis gezien dat goede, spirituele mensen vaak een belangrijke rol hebben vervuld, doordat ze op cruciale momenten dingen hebben gedaan die voorkomen hebben dat we hier nu onder een kleinzoon van Goebbels leven.

De wezenlijke tegenstrijdigheid komt bij Mak tot gelding zodra hij als 'gelovig christen' met grote stelligheid verkondigt: 'Geen Jorwerd zonder Brussel. Maar tegelijk: geen Brussel zonder Jorwerd.'  Met andere woorden: het geloof in de 'genade' van 'een milde, liefdevolle God' die 'je overbrengt op je medemensen,' meent Mak te dienen door publiekelijk propaganda te maken voor het marktdenken. Hier is opnieuw sprake van de christelijke hypocrisie die zo kenmerkend is voor de poldermentaliteit, waarbij de Hollander het ene moment de rol van de betweterige dominee speelt en het volgende moment die van de geslepen koopman. Het is de opportunistische houding die naadloos past in het neoliberale kapitalisme van de Rockefeller-dynastie. Om dit duidelijk te maken wil ik wat uitgebreider aandacht besteden aan de inherente contradicties van de neoliberale opvattingen van christenen. Allereerst: 

The Rockefeller family is an American industrial, political, and banking family that made one of the world's largest fortunes in the oil business during the late 19th and early 20th centuries, with John D. Rockefeller and his brother William Rockefeller primarily through Standard Oil. The family is also known for its long association with and control of Chase Manhattan Bank. They are considered to be one of the most powerful families, if not the most powerful family, in the history of the United States. 

Standard Oil gradually gained almost complete control of oil refining and marketing in the United States through horizontal integration. In the kerosene industry, Standard Oil replaced the old distribution system with its own vertical system. It supplied kerosene by tank cars that brought the fuel to local markets, and tank wagons then delivered to retail customers, thus bypassing the existing network of wholesale jobbers… Standard Oil's business practices created intense controversy. Standard's most potent weapons against competitors were underselling, differential pricing, and secret transportation rebates. The firm was attacked by journalists and politicians throughout its existence, in part for these monopolistic methods, giving momentum to the antitrust movement. By 1880, according to the New York World, Standard Oil was 'the most cruel, impudent, pitiless, and grasping monopoly that ever fastened upon a country.'

Ondanks zijn doortrapte zakelijke praktijken, las de grondlegger van de Rockefeller dynastie 'the Bible daily, attend prayer meetings twice a week and even led his own Bible study with his wife.' De Amerikaanse historicus Ron Chernow, auteur van 'bestselling and award-winning biographies of historical figures from the world of business, finance, and American politics,' schreef in Titan: The Life of John D. Rockefeller, Sr (1998):

With a mostly spartan country education and scant exposure to big-city culture, John D. Rockefeller’s mind was largely furnished with precepts and phrases from his Baptist fundamentalist church. Throughout his life, he extracted from Christianity practical lessons for living and emphasized the utility of religion as a guide in mundane affairs. Over time, the American public would wonder how he squared his predatory bend with his religion, yet much that was preached in the church of his youth—at least as Rockefeller saw it—encouraged his moneymaking predilections. Far from placing obstacles in his path, the religion he encountered seemed to applaud him in his course, and he very much embodied the sometimes uneasy symbiosis between church and business that defined the emerging ethos of the post-Civil War American economy.
Rockefeller never wavered in his belief that his career was divinely favored and asserted bluntly, 'God gave me my money.' During the decades that he taught Sunday-school classes, he found plenty of scriptural evidence to buttress this claim. (Of course, his critics would cite many contrary quotations, warning of the pernicious influence of wealth.) When Benjamin Franklin was a boy, his father had pounded into his head the proverb 'Seest thou a man diligent in his business? He shall stand before kings,' and Rockefeller often presented this text to his class. Martin Luther had exhorted his congregation, 'Even though [your work] seems very trivial and contemptible, make sure you regard it as great and precious, not on account of your worthiness, but because it has its place within that jewel and holy treasure, the Word and Commandment of God.' Many eminent nineteenth-century theologians took the Calvinist view that wealth was a sign of God’s grace and poverty a telltale sign of heavenly disfavor. Henry Ward Beecher, calling poverty the fault of the poor, proclaimed in a sermon that 'generally the proposition is true, that where you find the most religion you find the most worldly prosperity.' […]
As Max Weber observed, ascetic Christianity was a matchless breeding ground for would-be businessmen. The practice of tithing, for instance, instilled habits of thrift, self-denial, and careful budgeting that were invaluable assets for any aspiring capitalist. John D. Rockefeller was the Protestant work ethic in its purest form, leading a life so consistent with Weber’s classic essay that it reads like his spiritual biography. It might be useful to note some of Weber’s aperçus that apply with especial force to Rockefeller. Weber argued that the Puritans had produced a religion that validated worldly activity, with 'the making of money by acquisition as the ultimate purpose' of life. They approached business in a rational, methodical manner, banishing magic from the marketplace and reducing everything to method. Because prosperity was a sign of future salvation, the elect worked with special diligence to reassure themselves of God’s favor. Even those who amassed great wealth continued to labor, since they worked, ostensibly, for God’s glory, not for their own aggrandizement. The church didn’t want to be in the position of promoting greed, so it circumvented this problem by legitimating the pursuit of money if channeled into a calling—that is, the steady dedication to a productive task. Once a person discovered his calling, he was supposed to apply himself with all-consuming devotion, the money thus acquired being deemed a sign of God’s blessing.
One by-product of the emphasis on a calling was that Puritans relegated activities outside the religious and economic sphere to a lesser order of importance. The believer wasn’t supposed to search for pleasure beyond the sheltered confines of family, church, and business, and the gravest sins were wasting time, indulging in idle chatter, and wallowing in luxurious diversions. Bent on making money, the good Puritan had to restrain his impulses instead of gratifying them. As Weber remarked, 'Unlimited greed for gain is not in the least identical with capitalism, and is still less in spirit. Capitalism may even be identical with restraint, or at least a rational tempering, of this irrational impulse.' That is, the man who would be rich must be thrifty. People had to regulate their lives. Weber argued, so that self-abnegation could bring forth plenty. A fateful contradiction lay at the heart of this Puritan culture, for the virtues of a godly people made them rich, and these riches, in turn, threatened to undermine that godliness. As Cotton Mather declared of the Plymouth colony in the 1690s, 'Religion begot prosperity, and the daughters devoured the mother.' This contradiction posed a central dilemma for John D. Rockefeller and his descendants, who would struggle tirelessly against the baneful effects of wealth.
De contradictie waarbij 'roofzucht' en 'religie' schijnbaar moeiteloos hand in hand kunnen gaan, is typerend voor het protestants christelijke milieu waaruit zowel de miljardair Rockefeller senior als de miljonair Geert Mak stammen. Maar er zijn meer geestelijke parallellen:  

John D. Rockefeller, Jr.'s deep interest in international relations was reflected by his many contributions directed to international causes. Perhaps most outstanding in this field was his gift of $8,515,000 in December, 1946, for the purchase of the land for the permanent home of the United Nations in New York. 'It is my belief that this City affords an environment uniquely fitted to the task of the United Nations and that the people of New York would like to have the United Nations here permanently,' he said in making this gift. 'If this property can be useful to you in meeting the great responsibility entrusted to you by the people of the world, it will be a source of infinite satisfaction to me and my family.' 

Previously, JDR Jr. had given to the League of Nations its great library building in Geneva. He also built the International Houses for students in New York, Chicago, Berkeley (California) and Paris (France). 


Zoals de Rockefeller's lijken te pleiten voor een wereld waarin 'Alle Menschen werden Brüder,' pleit op zijn beurt Geert Mak voor 'Geen Jorwert, zonder Brussel.' Dat wil zeggen: onder één dwingend voorbehoud: dat die wereld kapitalistisch zal zijn, waarbij de macht van de economische elite geglobaliseerd is, wat in de praktijk niets anders is dan het monopolie van de blanke plutocratie uit de christelijke wereld. Net zoals Mak verklaart het welzijn van de hele mensheid voor ogen te hebben, aangezien hij het als zijn taak ziet God's 'genade' overbreng te brengen 'op je medemensen, dat je deel uitmaakt van een gemeenschap die de hele wereld omvat, dat er lijnen lopen tussen andere mensen en jou en tussen jou en God,'  zo lijken ook de Rockefeller's zich in te spannen om héél de mensheid onder de zegeningen van het neoliberale kapitalisme bijeen te brengen: 

The Rockefeller Foundation is a philanthropic organization and private foundation based at 420 Fifth Avenue, New York City. The preeminent institution established by the six-generation Rockefeller family, it was founded by John D. Rockefeller ('Senior'), along with his son John D. Rockefeller, Jr. ('Junior'), and Senior's principal business and philanthropic advisor, Frederick Taylor Gates, in New York State May 14, 1913, when its charter was formally accepted by the New York State Legislature. Its central historical mission is 'to promote the well-being of mankind throughout the world.'
In het kader van het 'bevorderen van het welzijn van de mensheid in de hele wereld,'  beschouwde de Rockefeller-clan het niet verwerpelijk om eveneens betrokken te zijn bij het 'ontwikkelen' en 'financieren' van 
various German eugenics programs, including the one that Josef Mengele worked in before he went to Auschwitz.
Although it is no longer the largest foundation by assets, the Rockefeller Foundation's pre-eminent legacy ranks it among the most influential NGOs in the world. By year-end 2008 assets were tallied at $3.1 billion from $4.6 billion in 2007, with annual grants of $137 million.



Men kan zich afvragen waarom de puissant rijke en politiek machtige Rockefeller's zo geïnteresseerd waren in het wetenschappelijk onderzoek naar de rasverbetering om de genetische samenstelling van een bevolking te 'verbeteren.' Men zou van een christelijke familie toch verwachten dat ze niet beter dan God willen zijn, die de mens naar zijn evenbeeld zou hebben gemaakt. Ook hier is sprake van een opmerkelijke tegenstrijdigheid. De San Francisco Chronicle, the largest newspaper in Northern California

Eugenics would have been so much bizarre parlor talk had it not been for extensive financing by corporate philanthropies, specifically the Carnegie Institution, the Rockefeller Foundation and the Harriman railroad fortune. They were all in league with some of America's most respected scientists from such prestigious universities as Stanford, Yale, Harvard and Princeton. These academicians espoused race theory and race science, and then faked and twisted data to serve eugenics' racist aims.
Stanford President David Starr Jordan originated the notion of 'race and blood' in his 1902 racial epistle 'Blood of a Nation,' in which the university scholar declared that human qualities and conditions such as talent and poverty were passed through the blood.
In 1904, the Carnegie Institution established a laboratory complex at Cold Spring Harbor on Long Island that stockpiled millions of index cards on ordinary Americans, as researchers carefully plotted the removal of families, bloodlines and whole peoples. From Cold Spring Harbor, eugenics advocates agitated in the legislatures of America, as well as the nation's social service agencies and associations.
The Harriman railroad fortune paid local charities, such as the New York Bureau of Industries and Immigration, to seek out Jewish, Italian and other immigrants in New York and other crowded cities and subject them to deportation, confinement or forced sterilization.
The Rockefeller Foundation helped found the German eugenics program and even funded the program that Josef Mengele worked in before he went to Auschwitz.

Hoewel er in theologisch opzicht kan worden gesproken van een tegenstrijdigheid, is de contradictie toch uiterst logisch. Wanneer de toenmalige hooggeleerde 'president' van de prestigieuze 'Stanford University' meende dat het 'talent' om ten koste van anderen schatrijk te worden eenvoudigweg in het 'bloed' zat, en het gebrek aan dit talent 'armoede' veroorzaakte, dan wordt een maatschappelijke kwestie geïndividualiseerd tot een persoonlijk probleem. Daarmee werd de roofzucht van de 'robber barons' gelegitimeerd, en werd het mogelijk de gewetenloze magnaten van de Rockefeller familie, de Harriman familie, en van de Carnegie familie, die het monopolie op respectievelijk olie, treinvervoer en staal hadden afgedwongen, af te schilderen als 'filantropen.' Dan wordt zelfs de financiering van Josef Mengele een aantrekkelijke optie, en brengt Prometheus niet alleen het heilige vuur naar de mens, maar ook de gaskamers en het kernwapen. Op dit punt aangekomen is haarscherp te zien hoe fundamenteel tegenstrijdig de propaganda is van de profeten der 'Vooruitgang,' of die nu een 'duizendjarig rijk,' een Verenigd Europa dan wel een Verenigde Wereld bepleiten. Het punt namelijk is dat niets wat de plutocratie doet, belangeloos is, anders zou ze nooit zo rijk kunnen zijn. De bekendste en misdadigste protégé uit de Rockefeller-kringen is Henry Kissinger, die opklom tot

national security advisor and [was] one of the principle architects – perhaps the principle architect – of the coup in Chile. US-instigated coups were nothing new in 1973, certainly not in Latin America, and Kissinger and his boss Richard Nixon were carrying on a violent tradition that spanned the breadth of the 20th century and continues in the 21st – see, for example, Venezuela in 2002 (failed) and Honduras in 2009 (successful). Where possible, such as in Guatemala in 1954 and Brazil in 1964, coups were the preferred method for dealing with popular insurgencies. In other instances, direct invasion by US forces such as happened on numerous occasions in Nicaragua, the Dominican Republic and many other places, was the fallback option…

Near the end of his time in office, Kissinger and his new boss Gerald Ford pre-approved the Indonesian dictator Suharto’s invasion of East Timor in 1975, an illegal act of aggression again carried out with weapons made in and furnished by the US. Suharto had a long history as a bagman for US business interests; he ascended to power in a 1965 coup, also with decisive support and weapons from Washington, and undertook a year-long reign of terror in which security forces and the army killed more than a million people (Amnesty International, which rarely has much to say about the crimes of US imperialism, put the number at 1.5 million). 
http://www.globalresearch.ca/crimes-against-humanity-why-is-henry-kissinger-walking-around-free/5358322    


Kissinger die het martelende en moordende Chileense regime van Pinochet aan de macht hielp, om te voorkomen dat de belangen van de elite in de VS geschaad werden door de politiek van de democratisch gekozen president Allende. 

Kissinger is het voorbeeld bij uitstek van welk doel de 'filantropie' dient van de Rockefeller's en de andere plutocratische families, die de VS 'runnen.' Het vergt niet veel verbeeldingskracht om te beseffen dat de plutocratie in een geglobaliseerde wereld overal op aarde haar belangen uitbreidt en laat beschermen en wat hun zogenaamde 'onzelfzuchtige zorg voor het welzijn en de ontwikkeling van de mens,' in werkelijkheid betekent. De sociale structuur van de neoliberale macht in de VS is volledig daaraan aangepast: de armen gaan bij gebrek aan alternatief in het leger om de misère te ontsnappen, terwijl de rijken de strijdkrachten inzetten om de grondstoffen en markten elders te veroveren of te beschermen. Ondertussen kwijnt in eigen land de middenklasse weg, of in de woorden van het Amerikaanse zakentijdschrift Forbes, 'a leading source for reliable business news and financial information,'

The U.S. Middle Class Is Turning Proletarian. The biggest issue facing the American economy, and our political system, is the gradual descent of the middle class into proletarian status. This process, which has been going on intermittently since the 1970s, has worsened considerably over the past five years, and threatens to turn this century into one marked by downward mobility… 

Despite President Obama’s rhetorical devotion to reducing inequality, it has widened significantly under his watch. Not only did the income of the middle 60% of households drop between 2010 and 2012 while that of the top 20% rose, the income of the middle 60% declined by a greater percentage than the poorest quintile. The middle 60% of earners’ share of the national pie has fallen from 53% in 1970 to 45% in 2012… 

Roughly one in three people born into middle-class households, those between the 30th and 70th percentiles of income, now fall out of that status as adults.

Neither party has a reasonable program to halt the decline of the middle class.

Het christendom speelt daarbij een afgeleide rol, zolang het geloof de belangen dient van de rijken, wordt het omarmt, maar zodra het in conflict komt met het kapitalisme dan worden gelovige dissidenten met enige nadruk tot de orde geroepen, of vermoord, zoals in het geval van de rooms katholieke artsbisschop Óscar Romero, die in de jaren zeventig veel kritiek op de — door de VS gesteunde — rechtse dictatoriale regering in El Salvador had. Gezien Geert Mak's collaborerende steun aan de huidige macht van onder andere het neoliberale 'Brussel' dient de lezer aan zijn oprechtheid te twijfelen, zeker wanneer hij stelt te geloven 
dat er lijnen lopen tussen andere mensen en jou en tussen jou en God. Dat geeft soms troost, soms ordening, soms een gevoel van verantwoording. Het geeft lijn aan je handel en wandel.
Welke 'lijn'? Welk 'gevoel van verantwoordelijkheid'? Aan welke 'handel en wandel'? Aan welke 'verantwoordelijkheid' refereert hij, die van 'Brussel' of 'Washington' of 'Wall Street'? Waar komt zijn verwarring vandaan? Ik vrees dat die verwarring diep verborgen ligt in het christendom, in het concept van de zondeval, misschien wel het belangrijkste christelijke dogma, de leerstelling dat Adam en Eva uit het paradijs werden gestuurd omdat ze een 'vrucht' van de 'boom van de kennis van goed en kwaad' hadden gegeten. Geert Mak beantwoordt de vraag of hij 'Ook in een laatste oordeel' gelooft dan ook bevestigend. Hij zal verantwoording moeten afleggen, het maakt daarbij niet uit tegenover wie. Maar hoe kunnen Adam en Eva en Prometheus één werkelijkheid voor hem vormen. Evenals de eerste twee mensen gehoorzaamde Prometheus God niet, in zijn geval de oppergod Zeus.

Substitute the name Prometheus for Lucifer, and you will perceive the true substance of this monument. Lucifer was judged by God, not for a benevolent act on behalf of mankind. Lucifer’s fall actually occurred prior to Adam and Eve’s residency in Eden…

The Bible reveals that Satan ever seeks to present himself as the benevolent bringer of wisdom to mankind. Those who are disciples of Lucifer have cast him in an altogether different light. To them, Lucifer is mankind’s champion. The wisdom he possesses is given to man for humankind’s progress and blessing. The following quotation from a self-professed Luciferian, reveals the mindset of those, like Rockefeller, who are servants of this fallen dignitary.

The Devil—Lucifer—is a force for good (where I define ‘good’ simply as that which I value, not wanting to imply any universal validity or necessity to the orientation). ‘Lucifer’ means ‘light-bringer’ and this should begin to clue us in to his symbolic importance. The story is that God threw Lucifer out of Heaven because Lucifer had started to question God and was spreading dissension among the angels. We must remember that this story is told from the point of view of the Godists (if I may coin a term) and not from that of the Luciferians (I will use this term to distinguish us from the official Satanists with whom I have fundamental differences). The truth may just as easily be that Lucifer resigned from heaven...

God, being the well-documented sadist that he is, no doubt wanted to keep Lucifer around so that he could punish him and try to get him back under his (God’s) power. Probably what really happened was that Lucifer came to hate God’s kingdom, his sadism, his demand for slavish conformity and obedience, his psychotic rage at any display of independent thinking and behavior. Lucifer realized that he could never fully think for himself and could certainly not act on his independent thinking so long as he was under God’s control. Therefore he left Heaven, that terrible spiritual-State ruled by the cosmic sadist Jehovah, and was accompanied by some of the angels who had had enough courage to question God’s authority and his value-perspective.

Lucifer is the embodiment of reason, of intelligence, of critical thought. He stands against the dogma of God and all other dogmas. He stands for the exploration of new ideas and new perspectives in the pursuit of truth.
-Max More


Met andere woorden: wat de domineeszoon Geert Mak vandaag de dag als zelfbenoemde christen gelooft is fundamenteel tegenstrijdig aan het wezen van de kapitalistische Vooruitgangs-ideologie. De zondeval is onverenigbaar met het rotsvaste geloof in de eeuwige materiële Vooruitgang. Of men is verdoemd, en legt verantwoording af, of niet. Men kan niet tegelijkertijd beiden zijn. De tegenstrijdigheid wordt elke zondagschristen, al vanaf het moment dat hij bewust is, ingegoten. Zijn leven is een benauwende paradox. Hij weet daardoor nooit welke keuze hij moeten maken, en drijft mee met  de geschiedenis, hij is de geboren opportunist en conformist. Hij weet niet wat hij zoekt en kan het dus ook nooit vinden. Met de dood van God in West Europa is evenwel het intense verlangen naar een eenduidige waarheid niet verdwenen. En een mainstream-opiniemaker als Henk Hofland mocht dan wel in 1995 in zijn essay-bundeltje De Elite Verongelukt stellen dat

De vraag naar het waardoor van de westerse overwinning werd beantwoord door Francis Fukuyama, die in zijn opstel over 'Het einde van de geschiedenis,' in de zomer van 1989 de superioriteit van het liberalisme aankondigde, niet alleen in de Koude Oorlog, maar voorgoed,

toch werd dit simplisme al snel door de werkelijkheid ingehaald, en is de verwarring nu groter dan ooit, zo totaal zelfs dat de EU van 'Geen Jorwert zonder Brussel,' en de VS van het militair-industrieel complex, onder het mom van democratisering, een extreem rechtse staatsgreep in Oekraïne financierde, waarbij de democratisch gekozen regering werd verjaagd en fascistische terroristen de macht op straat overnemen. Dit alles gesteund door de westerse 'vrije pers,' die nauwelijks tot niet hierover bericht. De volgende informatie van internet van de Amerikaanse kritische website CounterPunch maakt dit duidelijk:

Why It Was Done
Videos and Photos of the Odessan Massacre
by ERIC ZUESSE

For the first time in history, an organized massacre of civilians has been filmed by many people from many different angles and perspectives while it was happening, and is documented in extraordinary detail in “real time,” the perpetrators having no fear of any negative consequences from their endeavor, and even cheering and celebrating the tortures and deaths as they were being imposed upon the helpless victims. The perpetrators were unconcerned, because what they were doing was what the government (which the U.S. had imposed upon their country and which U.S. taxpayers had spent more than 5 billion dollars to bring about there) had wanted them to do, and had helped to organize them to carry out. These people were just having fun, like a party to them, nothing really serious at all. Sort of like Stanley Kubrick’s movie A Clockwork Orange, more than, say Auschwitz (such a bore!). But, if so, a hundredfold more. And none of these people (tragically including the victims) were actors!


Odessa. Het in brand steken van Oekraïense burgers, die het regime in Kiev niet steunen, is het resultaat van de EU en VS bemoeienis met de interne aangelegenheden aldaar. De 'vrije pers' zwijgt hierover.

http://www.4thmedia.org/2014/05/us-media-covers-up-mass-murder-in-odessa/


US Media Covers Up Mass Murder in Odessa


    Daniel McAdams


    May 5, 2014

    Yesterday in Odessa, Ukraine, more than 30 anti-Kiev protesters were burned alive, as a US-backed pro-Kiev mob set fire to the trade union building into which they ran to escape the pro-Kiev crowd. It was the largest loss of life in Ukraine since the US-backed coup in February, and it may well be a turning point in the east versus west struggle that ensued.

    Hoewel de westerse media hierover zwegen, kreeg Geert Mak in dezelfde tijd op de Nederlandse televisie de volle ruimte om onweersproken propaganda te bedrijven voor dezelfde EU die samen met de VS de zogeheten 'Oekraïense oppositie' steunen, waarbij via agents provocateur de chaos en het geweld in dat land vergroten. Mak vroeg zich in paniek af of de EU 'nog te repareren' is. 'En zo niet, hoe loopt het dan - met Poetin op de achtergrond - met ons af?'  Poetin, 'de nieuwe Hitler' dus, die 'op de achtergrond' dreigt Europa te veroveren, want er moet een schuldige zijn, geen suggestie is meer te gek. Het volk waarvan een substantieel deel niet meer voor Europa stemt, moet bang worden gemaakt en naar de stembussen worden gemobiliseerd om tenminste een schijn van democratie over te houden.


    Kan men onder de gegeven omstandigheden nog spreken van verwarring onder de Nederlandse mainstream intelligentsia? Of is hier weer dezelfde collaboratie aan de gang als tijdens het interbellum en de Tweede Wereldoorlog? Of is ook hier sprake van hetzelfde  autisme waarover Mak schreef in zijn De eeuw van mijn vader, toen hij met betrekking tot het milieu waaruit hij voorkwam het volgende constateerde:

    Half Nederland leek, achteraf gezien, in 1939 bevangen door een magisch denken, dat steeds verder zweefde van de beklemmende werkelijkheid die de kranten het dagelijks voorschotelden. 

    'Half Nederland' betekent dat de andere helft de werkelijkheid wel zag. Dezelfde situatie doet zich vandaag de dag voor. Ook nu is een aanzienlijk deel van de Nederlanders, onder wie Geert Mak zelf, bereid met de mainstream mee te drijven, dat wil zeggen, de andere kant op te kijken, te collaboreren met de macht, af en toe een faux pas te maken, kortom niet anders te doen dan de gereformeerde dominee Catrinus Mak, vader van Geert,  die in 1935  in de krant schreef dat de nazi-wetgeving, waarbij joodse Duitsers uit het openbare leven werden geweerd, 'tolerabel' was, waaraan zoon Geert 64 jaar later verbaasd toevoegde:

    en dat terwijl hij nooit anders dan met eerbied sprak over het 'uitverkoren volk Gods.'

    Maar juist voor gelovigen die in verwarring zijn, heeft niets meer waarde, behalve dan hun eigen inkomen een aanzien. En ironisch genoeg geldt voor Mak junior precies hetzelfde. De mond vol over democratie en mensenrechten, maar ondertussen meedoen aan de anti-Rusland-hetze terwijl hij de VS aanprijst omdat het volgens hem de macht in Washington (en op Wall Street) 'al decennialang als ordebewaker en politieagent' heeft gefungeerd,

    om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde… En nog steeds zijn de Verenigde Staten het anker van het hele Atlantische deel van de wereld in de ruimste zin van het woord. Het is nog altijd de ‘standaardmacht,’  

    aldus Geert Mak. 'Het einde van de geschiedenis, standaardmacht, politieagent, ordebewaker.' Men zou kunnen zeggen dat de verwarring immens is, ware het niet dat dit geen verwarring is, maar een misdadige voorstelling van zaken voor eigen gewin. Net als Mak senior's antisemitisme weerzinwekkend was, zo is Mak junior's propaganda voor het meedogenloze neoliberale kapitalisme dat. De conformist gelooft in niets. In zijn roman De Conformist beschreef in 1951 de Italiaanse auteur Alberto Moravia zijn hoofdpersoon als een man die 'tot elke prijs' streefde 'naar normaliteit; een wil tot aanpassing aan een algemeen aanvaarde norm, een verlangen om gelijk te zijn aan alle anderen, omdat anders-zijn hetzelfde was als schuldig zijn.' Dat wanhopige verlangen veroorzaakte 'een zucht tot behagen die aan slaafsheid of aan koketterie grensde,' en resulteerde in collaboratie met het fascisme, een doctrine waarin de conformist weliswaar niet geloofde, maar die hem wel een normale baan gaf, een functie en daarmee een valse identiteit. 

    En net als de hoofdpersoon uit De Conformist zal hij zodra de terreur, die Mak ondersteunt, weer voorbij is 'kalm, apathisch, haast verdoofd en genegen de vreugde van anderen gade slaan, weliswaar zonder eraan deel te nemen maar ook zonder ze aan te voelen als een bedreiging of een belediging.' Frictieloos zal hij zich perfect weten aan te passen aan de nieuw ontstane orde. De conformist is een modern mens die probeert te overleven in een massacultuur die door de auteur Milan Kundera als volgt werd omschreven:

    Tot in een niet zo ver achter ons liggende tijd betekende het modernisme een non-conformistische opstand tegen de pasklare ideeën en de kitsch. Vandaag verwart het moderne zich met de immense vitaliteit van de massamedia en modern zijn betekent nu mateloze inspanningen doen om bij de tijd te zijn, conform te zijn, nog conformer te zijn dan de anderen. Het moderne heeft het kleed van de kitsch aangetrokken… Het woord kitsch verwijst naar de houding van degene die tot elke prijs zoveel mogelijk mensen wil behagen. Om te behagen dien je je te conformeren aan wat iedereen wenst te horen, in dienst te staan van de pasklare ideeën, in de taal van de schoonheid en de emotie. Hij beweegt ons tot tranen van zelfvertedering over de banaliteiten die wij denken en voelen… Op grond van de dwingende noodzaak te behagen en zo de aandacht van het grootst mogelijke publiek te trekken, is de esthetiek van de massamedia onvermijdelijk die van de kitsch en naarmate de massamedia ons gehele leven meer omsluiten en infiltreren, wordt de kitsch onze dagelijkse esthetiek en moraal.

    Herr Wurst uit Oostenrijk als voorlopig hoogtepunt van kitsch.

    Een schitterend voorbeeld van kitsch 'onze dagelijkse esthetiek en moraal' kreeg de massa gepresenteerd tijdens de finale van de Eurovisie Songfestival toen een Oostenrijkse travestiet met een baard, die had verklaard: 

    I created this bearded lady to show the world that you can do whatever you want,

    het Songfestival won en de gelegenheid kreeg namens héél Europa, van Jorwert tot Kiev, te antwoorden op de vraag:

    if she (sic) had anything to say to Russian President Vladimir Putin, who introduced a law last year prohibiting so-called gay 'propaganda,' Wurst said, 'I don't know if he is watching this now, but if so, I'll say it: 'We're unstoppable.'


    En gelijk heeft Herr Wurst, de smakeloosheid kent geen grenzen, dit is wat de westerse consumptiecultuur te bieden heeft, een travestiet met een baard als symbool van de vooruitgang, de vrijheid en de democratie, of anders gezegd: het zinnebeeld van de vrije val waarin de verveelde westerse televisiekijker is terecht gekomen. 'I created this bearded lady to show the world that you can do whatever you want.'  Dat wil zeggen: de 'world' waarin de helft van de mensheid van rond de 2 dollar per dag moet zien te overleven en waarin 85 miljardairs, dankzij het neoliberale democratie, evenveel bezitten als de helft van de mensheid, en wel omdat 'you can do whatever you want.' Maar dat feit zal Herr Wurst en zijn even narcistische aanhang worst zijn, want, president Poetin opgelet, 'We're unstoppable,' tot straks de werkelijkheid de Hansworsten een halt toeroept. 


    De uitvreters vindt men onder elke religie, elke huidskleur. Alleen hun pakken zijn doorgaans hetzelfde, en natuurlijk hun roofzucht.






    3 opmerkingen:

    Anoniem zei

    Narcisme?
    Hier, heb je een 'verlichte' journalist van de boeddhistische omroep met een gigantisch elektronisch bord voor haar kop waar ze zichzelf in beschouwt en alle tijd vind te meimeren over haar vormgeving van de zinloosheid bij het onderhouden van haar sociale contacten. Hoe losgezongen van de realiteit je geld met instemming te verdienen? Eh.. marketing? Communicatie? Management gestudeerd?
    Religie zeg maar, geen leer! http://boeddhamagazine.nl/to-study-the-way-is-to-study-the-selfie/

    Kitty Arends

    Kitty Arends is freelance journalist, eindredacteur bij Bodhitv en redacteur bij de Boeddhistische omroep. Ook schrijft ze voor BoeddhaMagazine. Kitty is gespecialiseerd in nieuwe media en mag met recht een internet geek genoemd worden. Ze is vooral gedreven door de vraag: "Wat doen al die nieuwe, gelikte en immer aanwezige snufjes en gadgets nu eigenlijk met ons?" Wat kan het boeddhisme hierin betekenen en wat betekent het om mindful om te gaan met media? Vragen die regelmatig opduiken tijdens Kitty's draadloze uurtjes op het meditatiekussen.

    En Erica Terpstra en Catherine Keijl zijn ook aangeraakt door het geloof :(
    Nee, dan de Dalai Lama die dood gaat om nooit meer terug te komen!
    According to the Dalai Lama, his reincarnation could be chosen when he's still alive, or be stopped altogether. His reincarnation could be designated, or elected in a papal-style conclave, and could be a girl, inside or even outside China. He said he will consult Buddhist scholars -- 14 years from now (2011) -- to evaluate whether the institution of the Dalai Lama should continue at all.

    'In the future, if the Dalai Lama's institution is no longer relevant or useful and our present situation changes, then the Dalai Lama's institution will cease to exist. Personally, I feel the institution of the Dalai Lama has served its purpose.' ~ The 14th Dalai Lama of Tibet

    Maar zelfs zen, waar minder hocus pocus aan te pas komt, is onderhevig aan de platheid en het narcisme van haar beoefenaren in zelfhypnose. The art of indifference as ignorance.

    Anoniem zei

    'Eigenlijk zegt hij: er is geen Zelf, maar we doen even net alsof dat er wel is, zodat we het kunnen bestuderen, om er vervolgens achter te komen dat het een illusie is. Die ontmaskering leidt vervolgens naar verlichting, omdat ons bewustzijn zich uitstrekt buiten de grenzen van die vastomlijnde identiteit. Selfies ‘bestaan’ in die zin dus ook niet. Maar laten we, zolang we leven, op facebook zitten en werkende i-phones hebben maar even net doen alsof ze er wel zijn. En ervan genieten, en ze zo onnatuurlijk en vervormd maken als we willen. Des te makkelijker zijn ze te ontmaskeren.

    En dit ben ik dus ‘echt’:'


    Aldus Boeddha verklaard door Hello Kitty.

    Anoniem zei

    Catherine Keyl slijt op geheel eigen wijze via haar internetshop boeddhistische snuisterijen zoalsSpirituele kettingen.

    Erika Terpstra's reisjes worden onder meer gesubsidieerd door Ifly Magazine van KLM, getuige de uitluidende reclame bij deze video, die ongeveer anderhalf jaar na de ramp in Fukushima moet zijn opgenomen en tevens als 2 delige afleveringen bij de NPO te zien moeten zijn geweest. OVER DE KERNRAMP GEEN WOORD.

    Bij de ontvangst van de Dalai Lama in AHOY mocht deze nep-boeddhist het welkomstwoordje komen doen. Chapeau! Ik kan niet wachten tot ze opnieuw als ambassadeur optreed en in de omhaal aan haar nietszeggende woorden vol onbegrip 'zijne heiligheid' mag toesprekend als vertegenwoordiger van onze schaapachtige hersenloze onbenullige nederlandse boeddhisten. Dat maakt de (hier gepraktiseerde) leer er geloofwaardiger op, zou ik eraan toe willen voegen.