vrijdag 28 maart 2014

Boycot Israel 119

De boycot beweging heeft Palestijnen sterker gemaakt, zegt medeoprichter Ramadan

Door: Levin Zühlke - van Hulzen - Geplaatst op: 26 maart 2014

EEN INTERVIEW DOOR ADRI NIEUWHOF

Adnan Ramadan

Adri Nieuwhof is consultant en was vele jaren actief in het Komitee Zuidelijk Afrika. Vanaf de eerste jaren na 2000 hield zij zich bezig met de Israëlisch-Palestijnse kwestie. Zij adviseerde bij het opzetten van de BDS-campagne. Zij vertaalde dit interview voor Jaffadok.

De Palestijnse beweging voor boycott, desinvestering en sancties (BDS) krijgt internationaal veel aandacht maar roept ook weerstand van politici en officials uit bijvoorbeeld Nederland, Europa en Israël. Hoeveel weet u over het ontstaan van de beweging?
Ik heb Adnan Ramadan, een van de mede-oprichters van de beweging, in 2005 voor het eerst ontmoet in Beit Sahour bij Bethlehem in de bezette Westelijk Jordaanover. Het jaar waarin de Palestijnen hun BDS oproep lanceerden (http://www.bdsmovement.net/call). Ramadan is geboren en getogen in het Dheisheh vluchtelingenkamp in Bethlehem. Na het afronden van zijn studie aan de Universiteit van Bethlehem werkte hij onder meer bij de onderzoeksafdeling van de YMCA (Young Men’s Christian Association) in Beit Sahour. Nu, bijna negen jaar later, heb ik Adnan via skype geïnterviewd over zijn visie op hoe de beweging zich heeft ontwikkeld.
Hij spreekt over de geschiedenis van BDS, waarbij hij een belangrijk en vaak vergeten punt benadrukt: de beweging onstond en werd opgericht door Palestijnen in Palestina. De resultaten van de beweging gaan de oorspronkelijke verwachtingen ver te boven.

Adri Nieuwhof: Wat waren voor jou de belangrijkste redenen om mee te helpen aan het bedenken en lanceren van de BDS oproep?

Adnan Ramadan: Wij hebben elkaar leren kennen toen we een workshop organiseerden voor OPGAI (Occupied Palestine and Golan Heights Advocacy Initiative) waar we de oproep tot BDS bespraken. Ik coördineerde destijds dit netwerk en ik was de manager van het Joint Advocacy Initiative van de YMCA en YWCA (World Young Women’s Christian Association). Daaruit volgt dat ik een mede-oprichter ben van de BDS-campagne, en ik heb een aantal jaren aan het secretariaat van de campagne gewerkt.
Het was een jaar na de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof over de bouw van de apartheidsmuur door Israël in de bezette Westelijke Jordaanoever. Palestijnse maatschappelijk organisaties en andere spelers in de Palesijnse gemeenschap discussieerden veel over hoe wij de solidariteitsbeweging een degelijk instrument konden geven, met een heldere visie en gebaseerd op een grondige analyse van het conflict tussen Palestina en de Israëlis. Wij vonden de ervaring van Zuid-Afrika erg inspirerend. Dus er was de opvatting om het voorbeeld van het volk van Zuid-Afrika te volgen. In het bijzonder omdat overheden zich op dat moment ver hielden van het uitoefenen van enige druk op Israël. Wij besloten ons met een eensgezinde oproep en strategie te richten tot maatschappelijke organisaties over de hele wereld. Wij hebben een internationale donor organisatie gevraagd om een workshop met mensen uit Zuid-Afrikca en van de internationale solidariteitsbeweging met Zuid-Afrika te steunen. Dus wij hebben jou en Bangani Ngeleza uit Zuid-Afrika uitgenodigd om naar Beit Sahour te komen.
De uitkomst van onze workshop was om de oproep voor BDS uit te sturen. We hebben met Palestijnse netwerken gecoördineerd om de oproep gezamenlijk uit te sturen, met het Palestijnse Niet-Goevernementele Organisatie Netwerk (PNGO), met Ittijah – de koepel van Palestijnse maatschappelijke organisaties in historisch Palestina, de Palestijnse Campagne voor de Academische en Culturele Boycot van Israël (PACBI), OPGAI and Stop the Wall. De oproep werd later ondertekend door verschillede organisaties, voornamelijk Palestijnse basisorganisaties in Libanon, Syrië, de Westelijke Jordaanoever en veel delen van de Palestijnse gemeenschap.

AN: Wat waren jullie verwachtingen? Werd daaraan voldaan?

AR: Onze verwachting was dat er ten minste een eensgezinde oproep van de Palestijnse gemeenschap zou zijn. Veel van onze vrienden of mensen die met ons sympathiseerden of van onze rechten overtuigd waren, werden in verwarring gebracht door de vele oproepen die door verschillende delen van onze gemeenschap werden gedaan. Door als Palestijnen onze verwachtingen te verenigen, boden we de internationale solidariteitsbeweging duidelijkheid. Sommige mensen zeiden dat de oproep erg extreem was omdat veel groepen zouden weigeren om Israël te beschrijven als racistisch of als een discriminerend systeem, of om het met Zuid-Afrika te vergelijken, terwijl de feitelijke situatie veel verder gaat.
Dus we besloten om door te gaaan, en we kregen veel steun – meer dan 170 Palestijnse organisaties ondertekenden de oproep. De BDS beweging is nu het grootste netwerk in Palestina. Het succes van de oproep op internationaal niveau was ver boven onze verwachtingen, speciaal na de oorlog tegen Gaza in 2008-2009. Het is een instrument waarmee mensen op tal van manieren mee kunnen doen. Het biedt de mogelijkheid om de de waarheid bloot te leggen en uit te leggen wat er gebeurt.
In 2005 was er veel verwarring die door ons, de Palestijnen, was gecreëerd door de manier waarop wij onze zaak internationaal naar voren brachten. Het doen van een oproep gebaseerd op internationaal recht, VN-resoluties, op een analyse van de situatie, was een manier om terug te keren naar de oorsprong van het conflict. De BDS campagne kon mogelijkheden bieden voor politieke verandering, niet alleen voor solidariteit en druk op politieke besluitvormers. Het kon nieuwe mogelijkheden bieden voor verandering in de machtsrelatie tussen Palestina en Israël, en ook op intern niveau.

AN: Kun je uitleggen hoe dit werkte?

AR: Het officiële politieke proces liep vooral via onderhandelingen. Israël gebruikte de onderhandelingen om te zeggen dat er een Palestijnse staat is, een Palestijns politiek systeem en economie. Alles is er en het is hun probleem als ze er niet in slagen om het systeem te ontwikkelen. Tegelijkertijd brachten zij het idee aan de man dat het Palestijnse volk een bedreiging is voor de Israëlische samenleving, voor de staat. “Veiligheid” is de reden voor al hun maatregelen. De onderhandelingen waren een soort paraplu om het marketen van dergelijke ideeën te legitmeren.
Naar de andere stem werd niet geluisterd, de stem van het Palestijnse volk dat in deze complexe situatie moet leven, dat lijdt en elke dag verliest. De BDS-oproep ging over deze andere stem, over een andere analyse en liet Israël zien zoals het is. Niet als een democratische staat, zoals zij zeggen. De BDS-oproep zorgde voor een nieuw politiek debat omdat die geen onderdeel was van het nationale politieke systeem of politieke facties.
De maatschappelijke organisaties die bij de oproep betrokken waren werkten op tal van terreinen, zij hadden partners en vrienden over de hele wereld. De oproep was geloofwaardiger omdat die van organisaties aan de basis kwam die hun partners kennen. De oproep voor BDS maakte ook ruimte voor een nieuwe manier van denken in de Palestijnse gemeenschap. Het liet zien dat er nieuwe, geweldloze instrumenten zijn om te strijden, en die serieuze gevolgen kunnen hebben. Geweld was internationaal een van de belangrijke discussiethema’s omdat Israël er in slaagde om de Palestijnse strijd als een gewelddadige strijd te verkopen. Door de BDS-oproep konden we een ander beeld van de Palestijnen laten zien.

AN: Zou je zeggen dat de BDS-oproep de Palestijnen sterker heeft gemaakt?

AR: Zeker. Als ik met internationale vrienden of partners over de situatie sprak, dan vroegen ze “wat wil je precies van ons?” Zij vertelden mij dat zij tegenstrijdige oproepen en verzoeken kregen van Palestijnen. In het algemeen heeft het ons sterker gemaakt om deze solide en duidelijk gedefinieerde oproep te hebben.
Ten tweede, als Palestijnen die bij BDS betrokken zijn, geeft het ons de mogelijkheid om onder elkaar op een andere manier te denken, te handelen. De ervaring met BDS is positief door het opzetten van het secretariaat en het dagelijks contact hebben, niet door fysieke nabijheid maar op andere manieren, door het groepleiderschap.
Er was veel gevoeligheid over hoe we dit moesten leiden: zouden we terugvallen op persoonlijke invloeden, of politieke agenda’s van verschillende groepen? Het BDS werk bood een nieuw model van groepsbesluitvorming, van op een open manier zaken regelen, creatieve ideeën een kans geven. Door BDS konden Palestijnen voor het eerst hun leiders presenteren. Daarvoor waren er alleen de politieke partijen.

AN: Sommige mensen zeggen dat de BDS-campagne zich op de nederzettingen zou moeten richten. Wat is jouw reactie?

AR: Praten over de boycot van nederzettingen is terugkeren naar verwarring. Voor ons, Palestijnen, is Israël één staat. Er is niet een staat voor kolonisten en een staat voor anderen. Er is één politiek systeem, één veiligheissysteem, één economisch systeem. Alles is verbonden, komt voort uit hetzelfde beleid en dezelfde mentaliteit. Laten we teruggaan naar de hoofdoorzaak van het conflict: de zionistische beweging wil laten zien dat er een land is zonder volk voor een volk zonder land, waarbij het bestaan van het Palestijnse volk en hun rechten worden ontkend. Zij brengen mensen uit de hele wereld naar hier, als ze joods zijn, en laten hen zich hier vestigen.
Wanneer we spreken van Israël boycotten, dan hebben we het over het boycotten van een systeem van heersen, een manier van denken en gedragen, die het bestaan van het Palestijnse volk en hun rechten ontkent. Helaas heeft de Palestijnse Authoriteit (PA) — op basis van hun verdragen en hun mentaliteit — opgeroepen voor een boycot van alleen maar producten uit de nederzettingen.
Dit kan enkele kleine problemen veroorzaken voor enkele kleine industrieën hier of daar. Het biedt geen mogelijkheden voor echte politieke oplossingen en verandering in de Israëlische gemeenschap. De PA heeft op deze manier geprobeerd de hele BDS-campagne in te sluiten en er met de successen vandoor te gaan. Hun aanpak heeft veel obstakels opgeworpen in verschillende landen. Er zijn veel botsingen geweest tussen BDS-activisten en mensen die de officiële politiek van de PA uitdragen.
Voor mij gaat de oproep van Palestijnse maatschappelijke organisaties duidelijk over het boycotten van Israël en roept op tot sancties tegen Israël. Maar ieder kan besluiten – op basis van zijn analyse, omstandigheden en soms wetten — hoe te reageren op de oproep. Bijvoorbeeld, mensen in Nederland willen zich misschien richtten op een boycot van producten uit de nederzettingen. Het belangrijkste is dat zij op onze oproep reageren.

AN: Wanneer is de BDS-beweging overbodig? Wanneer is ons werk klaar?

AR: BDS is niet langer nodig als aan onze eisen is voldaan, die zijn: een einde aan de bezetting, de terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen naar hun land en gelijkheid voor de mensen die in Israël en Palestina leven. BDS is belangrijk omdat muren een andere aanpak afsluiten. De verandering die in de Israëlische gemeenschap plaatsvindt is ernstig en gevaarlijk en geeft de racistische en discriminerende mentaliteit weer: land afpakken van de Palestijnen of hen doden of hen naar andere landen sturen. En het komt dagelijks van het politiek leiderschap en de regering in Israël. De feitelijke situatie is dat we zien hoe nederzettingen de bewoonde gebieden van Palestina omsingelen, wij zien de politieke en economische druk op het Palestijnse volk om dit land te verlaten, om ze wanhopig te maken, om ze te verzwakken.
Israël is er op uit om ze hun hulpbronnen af te nemen, niet alleen het land maar ook het water en andere bronnen en om elk aspect van hun leven te controleren. Het maakt deel uit van een samenhangend programma, en de onderhandelingen zijn daar onderdeel van. De noodzaak van de oproep tot BDS wordt steeds belangrijker.
Met BDS zien we resultaten. We hebben meer resultaten nodig. Het zal ons aanmoedigen.

Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...