maandag 23 december 2013

De Mainstream Pers 106


Begin november 2007 ontving ik de volgende uitnodiging:

In 2006 publiceerde the London Review of Books een artikel van de Amerikaanse hoogleraren John J. Mearsheimer en Stephen M. Walt, waarin zij een kritische analyse geven van de invloed van de Israëllobby in de Verenigde Staten. In hun artikel beschrijven ze deze lobby als een belangengroepering van joden en niet-joden die in de VS opkomt voor de Israëlische zaak en probeert de Amerikaanse buitenlandse politiek te beïnvloeden ten gunste van Israël. Nadat zij bestookt werden met kritiek op hun artikel besloten ze een boek te schrijven om verder op het onderwerp in te gaan, mogelijke misverstanden recht te zetten en weerwoord te bieden aan critici. Dit boek genaamd De Israëllobby is deze maand tegelijkertijd in de VS en Nederland uitgebracht. Op 10 november zullen de hoogleraren de inhoud van hun boek verdedigen tegenover het publiek in Hotel Arena in Amsterdam. Na vertoon van de documentaire van VPRO: Tegenlicht De Israëllobby (regie: Marije Meerman, 2007) en commentaar van co-referenten Alfred Pijpers, Frans Verhagen en Marianne van Leeuwen zal Leonard Ornstein samen met het publiek in gesprek gaan met Mearsheimer en Walt.

Het feit dat mijn collega Leonard Ornstein voorzitter was, was opmerkelijk aangezien hij zich al sinds jaar en dag opstelde als een Nederlandse pro-Israel lobbyist. Ornstein is de journalist die Ariel Sharon als 'een lastig iemand, niet echt een tacticus' noemde, een opmerkelijk eufemisme voor  de zionistische autoriteit die de geschiedenis is ingegaan als ‘the butcher,’ vanwege zijn tactiek als militair en politicus om met name de burgerbevolking slachtoffer te laten worden van grootscheeps geweld. De Electronic Intifada berichtte daarover:

Ariel Sharon initiated the Sabra-Shatila massacre in which between 1000 and 3000 people (mostly Palestinians) were murdered, and now leads a terrorist campaign against all Palestinians living in the occupied territories of the West Bank. 

As commander of the notorious Unit 101, Sharon led attacks on Palestinian villages in which women and children were killed. The massacre in the West Bank village of Qibya, on October 14, 1953, was perhaps the most notorious. His troops blew up 45 houses and 69 Palestinian civilians — about half of them women and children — were killed. 


De slachting in Sabra en Shatila, mogelijk gemaakt door het Israelische leger.


En het kritische Amerikaanse weekblad The Nation meldde in Marking a Massacre:

No one has ever been tried for the massacre, but an official Israeli commission of inquiry found that Israel's defense minister at the time, Ariel Sharon, 'bears personal responsibility' as well as 'indirect responsibility.' It was Sharon, after all, who had ordered the Israel Defense Forces to invade Beirut and surround the camps. ... Like Pinochet and other war criminals, Sharon and his Phalangist underlings should be brought to book; if they can successfully evade justice, then it will give heart to killers everywhere. 

Op zijn beurt schreef Neve Gordon, een Joods-Israelische vredesactivist in 2003 in het kritische Amerikaanse Counterpunch over ‘Sharon’s Preemptive Zeal’:

Sharon's preemptive logic undercuts all form of dialogue and negotiations. Its rule of thumb is violence, and then more violence, whether it manifests itself as a military attack or as an aggressive act of dispossession. So while it may seem that the bloody routine is in some way preordained, it is actually Sharon's preemptive zeal alongside Hamas' and Islamic Jihad's fundamentalism that has clouded the horizon and concealed, as Arendt might have said, the possibility for a better future. 



Neve Gordon is een bijzonder dapper mens, zoals blijkt uit zijn biografie.

Neve Gordon (Hebrew: ניב גורדון‎; born 15 June 1965) is a doctor of Politics and Government at Ben-Gurion University of the Negev, who writes on issues relating to the Israeli-Palestinian Conflict and human rights. A third-generation Israeli, Gordon did his military service in an IDF Paratrooper unit, and suffered severe injuries in action at Rosh Hanikra, as a result of which he has a 42 percent disability. During the first Intifada he served as director of Physicians for Human Rights, Israel. He is an active member in Ta'ayush, Arab-Jewish Partnership. He identifies himself as a member of the Israeli peace camp, has described Israel as an 'apartheid state' and supports the Boycott, Divestment and Sanctions against Israel movement.
Gordon received his doctorate at the University of Notre Dame in 1999, and has been a visiting scholar at University of California, Berkeley, University of Michigan, and at Brown University.
Gordon has participated in the 'Humanitarian Action in Catastrophe' group at the Van Leer Jerusalem Institute.
Gordon was co-author, together with Ruchama Marton, of Torture: Human Rights, Medical Ethics and the Case of Israel and editor of From the Margins of Globalization: Critical Perspectives on Human Rights. His book Israel's Occupation was published by the University of California Press in late 2008. 

Interessant aan Gordon is dat hij geselecteerd werd voor een elite eenheid van het Israelische leger, dat hij van dichtbij de werkelijkheid heeft meegemaakt van oorlog en bezetting, dat hij daarbij zwaar gewond en gehandicapt raakte en desalniettemin zijn geweten laat spreken. Hoe anders is de laffe en voor henzelf consequentieloze houding van de Nederlandse zionistische lobby in de mainstream pers, mensen als bijvoorbeeld Max van Weezel en zijn vriend Leonard Ornstein die zich joods voelen en daardoor solidair zijn met de ‘Joodse staat’ en vanuit een veilige en comfortabele positie de agressie van Israel direct of indirect steunen. Zij kijken wel uit om zelf aan de gewapende strijd deel te nemen, dat laten ze anderen doen. Die moeten bloeden voor de ideologische opvattingen van Nederlanders die onderdeel menen te zijn van het Joodse volk dat in Israel woont. Ook de vrouw van Max van Weezel, de journaliste Anet Bleich, is een voorbeeld van de alles behalve onafhankelijke houding van de zionistische mainstream. Zo schreef zij als Volkskrant-columniste: ‘Wat er met Israel ook mis mag zijn, ik voel me verbonden met het land. Het is vervelend als een persoon, club of land waaraan je bent gehecht, grove fouten maakt. Dat geeft een onbehaaglijk gevoel, zelfs iets van plaatsvervangende schaamte.’ Hoe 'onbehaaglijk' zij zich voelde, bleek in 2000 na het uitbreken van de Tweede Intifada, toen het Israelische leger met grootscheeps geweld, zoals ik zelf als journalist ter plaatse had geconstateerd, talloze burgerdoden onder de Palestijnen veroorzaakte en Anet Bleich stelde dat de ‘hoofdverantwoordelijke voor het geweld dat de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook al meer dan een maand teistert’ de Palestijnse leider Arafat was. Nog opvallender was haar volgende opmerking: ‘In hoeverre het Israëlisch tegengeweld inderdaad buitenproportioneel is, durf ik niet te zeggen.’ Het geweld, waarover Bleich het had, bestond voor het overgrote deel uit jonge stenen gooiende Palestijnen. De oorzaken van de Tweede Intifida liet de zionistische journaliste buiten beschouwing, oorzaak en gevolg spelen bij propagandisten nooit een vitale rol zodra dit niet uitkomt. Het ‘tegengeweld’ bestond uit tanks en Israelische scherpschutters, die volgens de richtlijnen ter plaatse Palestijnse kinderen van twaalf jaar en ouder mochten doodschieten, aldus de joods Israelische journaliste Amira Hass van de kwaliteitskrant Haaretz. Desondanks trok mevrouw Bleich, die zelf kinderen heeft, het feit in twijfel dat er ‘buitenproportioneel’ geweld werd gebruikt door de Israelische strijdkrachten. Hoe karakterloos dit slag journalisten is blijkt nu opnieuw na het verschijnen van ondermeer Max van Weezel’s boek Op tv of roemloos ten onder over ‘het oprukken van de mediacratie.’ Zoals bekend is ‘Het begrip mediacratie of media-democratieën uitdrukking van het idee dat democratische landen vooral geregeerd worden door diegenen die de macht hebben om via de media de publieke opinie te beïnvloeden.’ Dat hij en zijn pro-Israel lobbyisten mede verantwoordelijk zijn voor de opkomst van die ‘mediacratie’ verzwijgt hij. 



Wat betreft Leonard Ornstein’s eufemisme dat Ariel Sharon 'een lastig iemand’ is ‘niet echt een tacticus.' Hij zei dit in hetzelfde jaar dat Human Rights Watch had aangedrongen op een strafrechtelijk onderzoek naar Sharons rol bij de massamoord in de Palestijnse vluchtelingenkampen Sabra en Shatila. Volgens deze mensenrechtenorganisatie ‘bestaat er overvloedig bewijs dat op grote schaal oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid zijn gepleegd, maar tot op de dag van vandaag is niemand daarvoor voor het gerecht gedaagd.’ Dat is trouwens de gewone gang van zaken in Israel, een niet-joods leven telt daar minder. Wel werd destijds na een officieel Israëlisch rapport Ariel Sharon gedwongen om als minister van Defensie af te treden. Human Rights Watch stelde in 2001 dat aangezien Sharon net premier was geworden 'president Bush bij Sharon erop [zou] moeten aandringen mee te werken aan een onderzoek.’ Zoals gebruikelijk besteedde de Nederlandse mainstream pers nauwelijks tot geen aandacht aan de oproep. Waar Leonard Ornstein wel aandacht aan besteedde was de publicatie van het rapport TUSSEN WOORD EN DAAD. PERSPECTIEVEN OP DUURZAME VREDE IN HET MIDDEN-OOSTEN, waarin de Adviescommissie Internationale Vraagstukken, die de Nederlandse regering adviseert over het buitenlands beleid, stelde dat ook de Nederlandse overheid zich aan het internationaal recht dient te houden wat betreft het beleid ten aanzien van Israel, een bevriende natie die  permanent het internationaal recht schendt. De AIV, onder voorzitterschap van oud VVD-minister, mr. F. Korthals Altes, stelde het volgende:

Referentiepunt voor de AIV in dit verband is de Advisory Opinion van het Internationaal Gerechtshof (IGH) uit 2004. Weliswaar is de aanleiding van het advies in eerste aanleg de vraag naar de rechtmatigheid van de bouw door Israël van de scheidingsmuur (voor een groot deel op Palestijns gebied), maar het oordeel van het IGH strekt zich uit tot nagenoeg de gehele juridische stand van zaken met betrekking tot het conflict. Het Hof betrekt onder andere ook de Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever in zijn oordeelsvorming. Het komt tot de conclusie dat Israël zich met zijn bezettingspolitiek schuldig maakt aan schendingen van het internationale recht. Deze betreffen onder meer het recht op zelfbeschikking van het Palestijnse volk, de bewegingsvrijheid van alle inwoners in de bezette gebieden, het recht op werk, gezondheidszorg en onderwijs. Verder leveren, naar de mening van het IGH, de muur en de nederzettingen schendingen op van de Vierde Geneefse Conventie (inzake de bescherming van burgers in oorlogstijd) en van desbetreffende resoluties van de Veiligheidsraad, omdat zij bijdragen aan het veranderen van de demografische samenstelling van de bezette gebieden. Er kan geen twijfel bestaan over de toepasselijkheid van de bewuste Conventie op deze gebieden. Aangezien de AIV – zoals hieronder wordt aangegeven – een actieve opstelling van de EU in het conflict van wezenlijke betekenis vindt, wijst hij ook op het belang van de bepaling in de Associatieovereenkomsten (artikel 2), met zowel Israël als de Palestijnen, waarin wordt gesproken over ‘het respect voor de mensenrechten en democratische beginselen’.




Tijdens de presentatie van het rapport had tot verbazing van de aanwezigen Leonard Ornstein op hoge toon als journalist laten weten dat volgens hem de onafhankelijke AIV buiten zijn boekje was gegaan door van de tot dan toe gevolgde politieke koers af te wijken en Ornstein liet voorts voorzitter Korthals Altes weten dat hij als VVD-er in strijd met de politiek van zijn partij handelde door te pleiten dat ook Nederland zich aan het internationaal recht houdt. Nadat Ornstein rustig van repliek was gediend, beende hij woedend weg. Het probleem met deze lobbyisten in de rol van journalist is dat ze lange tijd de discussie in Nederland ten aanzien van Israel hebben gedomineerd, dat wil zeggen: onmogelijk hebben gemaakt. Met allerlei anekdotiek en het verzwijgen van oorzaak en gevolg, het weglaten van de context van de Israelische onderdrukking, hebben zij meegewerkt aan de opbouw van een stupide ‘mediacratie,’ waarbij dissidente informatie onmogelijk is gemaakt. Nadat ik eens in de Volkskrant Anet Bleich had bekritiseerd, kreeg ik ‘s avonds een telefoontje van haar echtgenoot Max van Weezel die met een van woede verstikte stem verklaarde dat een kritisch artikel van mij over de verslaggeving van de Nederlandse correspondenten in Israel niet geplaatst zou worden in Vrij Nederland. ‘Wij hebben besloten het niet te plaatsen, je hebt vanochtend je ei al gelegd in de Volkskrant,’ aldus Van Weezel, die toen nog adjunct-hoofdredacteur van VN was. Uiteindelijk werd hij door de hoofdredactrice terug gefloten en werd het artikel wel geplaatst, maar het tekent wel de wijze waarop de mainstream journalistiek met de pro-Israel lobby voorop censuur uitoefent en een onafhankelijke berichtgeving in de mainstream media saboteert. Enkele jaren voor zijn dood constateerde Jan Blokker terecht dat 'Na de Tweede Wereldoorlog het jodendom in de christelijke wereld vrijwel heilig [is] verklaard en geen volk dat in die processie zo hard vooroploopt als de Nederlanders…' 


Anet Bleich: ‘In hoeverre het Israëlisch tegengeweld inderdaad buitenproportioneel is, durf ik niet te zeggen.’ 

Ik kwam Leonard Ornstein een keer in Israel tegen waar hij me met een knipoog wist te melden dat op de WC van Arafat een fotootje van Hillary Clinton hing. 'Echt waar, we hebben het zelf gezien.' Dat was overigens een van de weinige keren dat het duo in Palestijns gebied was geweest. En een rondreis hadden ze er nooit gemaakt. Desondanks waren ze toen druk bezig met het schrijven van een boek dat als ondertitel kreeg: Achter de schermen van het Vredesproces. Ik was net terug van een rondreis door de Westbank en Gaza en probeerde mijn collega's voorzichtig aan het verstand te brengen dat er in de praktijk geen sprake was van een 'Vredesproces.' En dat kon ook niet omdat - in de woorden van Shlomo Ben-Ami de Oslo Akkoorden: ‘were founded on a new colonialist basis, on a life of dependence of one on the other, forever.’ En hij kon het weten, Ben-Ami was namelijk de Israelische voormalige minister van Buitenlandse Zaken en de belangrijkste Israëlische onderhandelaar bij de mislukte Camp David-onderhandelingen. Maar van dit alles wisten Van Weezel en Ornstein niets. Het was in de jaren dat Van Weezel en Ornstein erop toe zagen dat in hun weekblad een Israelische moordaanslag waarbij twee voorbijgangers, huisvrouwen van middelbare leeftijd, de dood vonden, 'een knappe surgical action' werd betiteld. Behalve Arafat hadden ze zich gericht op Israelische politici, en die laatsten vertelden iets heel anders. Toen later bleek hoe erg ze zich maar al te graag door de Israelische propaganda in de luren hadden laten leggen, waren ze volgens eigen zeggen verbijsterd geweest. Desondanks, of beter nog, juist daarom dook het tweetal overal op zodra de naam Israel viel. Ornstein werd ingehuurd niet vanwege zijn grote kennis van het Midden Oosten, laat staan zijn inzicht in de materie, maar vooral omdat hij op de lijst van de Speakers Academy staat.

Onderwerp: De evolutie van de oorlog. Van de Marne tot Irak Spreker: Martin van Creveld (hoogleraar Militaire Geschiedenis, Hebrew University, Jerusalem) Interviewer: Leonard Ornstein (journalist) Locatie: De Balie, Amsterdam In samenwerking met: Uitgeverij Het Spectrum Deelnemers: 70 begunstigers, Nederlandse en buitenlandse universitair docenten, journalisten, leden van het corps diplomatique, politici, vertegenwoordigers van de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Defensie en overige belangstellenden. 


Deze dappere Israelische militair schiet een geblindoekte en geboeide Palestijnse burger in zijn voet, als straf, in opdracht van de luitenant-kolonel die de gevangene vasthoudt. Dankzij de steun  van de joods-Israelische vredesorganisatie B'Tselem kon deze terreur van afstand gefilmd worden. Zeer zelden wordt een dergelijke misdaad door Israel bestraft. Ook de nazaten van de slachtoffers van de nazi's behandelen hun vijand beestachtig, hoe graag de zionistische mainstream journalisten dit ook proberen te ontkennen.  http://www.youtube.com/watch?v=sY8dPGiOTGs

Leonard draaide volop mee in het schnabbelcircuit. Men kan hem nog steeds als dagvoorzitter inhuren voor een prijs tussen de 2000 en 3500 euro, een avondje co-referentschap zal wat goedkoper zijn, terwijl pro-Israel activiteiten ongetwijfeld gratis zijn. Heeft dit allemaal nog met onafhankelijke journalistiek te maken? Nee, geenszins. Dit heeft te maken met het circuit van schnabbelende propagandisten in een kleinburgerlijke  maatschappij. Het is dan ook niet vreemd dat Ornstein als propagandist inmiddels ‘gastdocent [is] over de relatie media en krijgsmacht bij het Instituut Defensie Leergangen op Clingendael.’ De Nederlandse mainstream journalistiek stelt niets voor. Ze bestaat voor het grootste deel uit onbeschaamde opportunisten. Ornstein trad, net als de voormalige Volkskrant-correspondent in Israel, Alex Burghoorn, en de zionistische AD-correspondent Joop Meijers voor het CIDI op, volgens Haaretz een ‘pro-zionistische lobbygroup.’ Onder de kop Radiokijken bij CIDI-bijeenkomst leest de geïnteresseerde: 

Forumdiscussies... afgewisseld met telefoongesprekken met Joop Meijers, correspondent voor het Algemeen Dagblad in Israel. Dat is met recht 'radiokijken', zeker als de bekende 'radiostem' Max van Weezel (regelmatig te horen bij Met het oog op morgen op radio 1) Meijers aan de telefoon heeft. Meijers doet verslag van de gang van zaken in Israel en geeft achtergrondinformatie... Bij het eerste forumgesprek, onder leiding van journalisten Leonard Ornstein en Van Weezel, zitten joodse jongeren achter de tafel.


Over Ornstein’s opvallende aanwezigheid tijdens de publieke bijeenkomst met de Amerikaanse hoogleraren Mearsheimer en Walt in november 2007 schreef ik destijds: 

De Amerikaanse hoogleraren Mearsheimer en Walt, auteurs van De Israel Lobby, gezeten naast de pro-Israel lobbyist Leonard Ornstein die afgelopen zaterdag een bijeenkomst van HappyChaos voorzat die speciaal gewijd was aan de verschijning van de Nederlandse vertaling van het boek.

Gaandeweg de avond begon Ornstein zich steeds meer op te vreten. Hij ergerde zich paars aan de opeenstapeling van feiten die hijzelf als journalist altijd nauwlettend verzwegen had. Ik heb vandaag de geluidsopname van die avond afgeluisterd. Je hoort Ornsteins woedde aan zijn stem, die steeds vaker omhoog schiet. Op een bepaald moment zegt Mearsheimer over de Israelische houding ten opzichte van het VN-Verdelingsplan uit 1947:
‘The Israeli's rhetorically accepted it, and the Palestinians rejected it. We now know that the Israeli's had in 1937 and 1947 no intention of partitioning Palestine...'
Ornstein op hoge toon: 'How do you know? How do you know!'
Mearsheimer: 'Because there has been an extensive documentation…
Ornstein: 'You have the documents?'
Mearsheimer: 'Yes, and…’
Ornstein onderbreekt opnieuw op bevelende toon: 'Explain!'
Gelach in de zaal om zoveel woede en onkunde.
Mearsheimer: 'This is dangerous for Leonard to ask us to go into it. I would suggest that anybody who has any doubts about this should get a book by Avi Shlaim, who teaches at Oxford. Avi Shlaim.' Vervolgens spelt Mearsheimer de naam. 'His book is called Collusion across the Jordan. And all you have to do is spend 20 minutes thumbing through it.'

Maar zelfs dat doorbladeren van documentatie doen de lobbyende pro-Israel journalisten niet. Israel is voor hen ideologie en feiten tellen niet in een ideologische wereldbeschouwing. Uitgebreid gedocumenteerde feiten, aangedragen door onder andere vooraanstaande joods-Israelische historici die de archieven van de Israelische Strijdkrachten naplozen, kennen ze niet. En toch zien we elke keer weer in Nederland Leonard Ornstein opduiken zodra het over Israel gaat. Het gruwelijke is dat hun propaganda voor henzelf consequentieloos is, maar niet voor alle slachtoffers van de propaganda, de gedode kinderen, burgers, vrouwen, bejaarden. Ondertussen gaan Leonard Ornstein en zijn Nederlandse zionistische lobbyisten ervan uit dat zij als joodse Nederlanders meer recht hebben op Israel en het bezette gebied dan een Palestijnse ingezetene van dit gebied. Zij claimen het recht op terugkeer die etnisch gezuiverde Palestijnen niet bezitten. Voor deze joodse Nederlanders geldt datgene wat de joods-Israelische hoogleraar Benjamin Beit Hallahmi over joodse Amerikanen schreef: ‘In ruil voor de onbeperkte politieke steun aan Israël hebben de Amerikaanse joden gekregen waaraan het ze het meest ontbreekt: een ideologische inhoud om de leegte van hun identiteit te vullen.’ Om zichzelf een identiteit te verschaffen zijn ze bereid om een leugen te verspreiden. Veel oprechter was David Ben-Goerion, de grondlegger van de staat Israel, die in alle eerlijkheid het probleem aldus samenvatte:

Iedereen kan de ernst van de problemen in de relaties tussen Arabieren en Joden zien. Maar niemand ziet dat er voor deze problemen geen oplossing is. Er is geen oplossing! Hier is een afgrond, en niets kan de twee kanten met elkaar verbinden… Wij, als volk willen dat dit land van ons is; de Arabieren als volk willen dat dit land van hun is.

Het citaat is uit het Amerikaanse tijdschrift Time van 24 juli 2006. Het internationaal recht schrijft voor dat Israel geen recht heeft op de Westbank. Dat is de kern van het hele probleem, maar ondertussen sympathiseren journalisten als Max  van Weezel, Anet Bleich en Leonard Ornstein, om er slechts drie te noemen, met een koloniale staat, of zoals Beit Hallahmi tegenover mij verklaarde: ‘Hoewel overal in de moderne wereld het kolonialisme verworpen is, is Israël nog steeds een koloniale garnizoensstaat.’ Als hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Haifa, die in de VS, Engeland en Frankrijk doceerde, en als auteur van talloze boeken waaronder Original Sins. Reflections on the History of Zionism and Israël stelt hij:
Het lijden van de joden door de eeuwen heen, en speciaal tijdens de Holocaust, is gebruikt om het ontzeggen van Palestijnse rechten te rationaliseren en te rechtvaardigen. Dit is zo doeltreffend gebeurd dat de Palestijnen beschouwd worden als de agressors in het Israëlisch-Palestijnse conflict, dat gezien wordt als een simpele voortzetting van de eeuwenlange joodse vervolging.

En: 

Diep (of niet zo diep) is iedere zionist zich bewust van de fundamentele immoraliteit van de manier waarop het zionisme de oorspronkelijke bewoners heeft behandeld.


Israelisch T-shirt dat de morele verloedering van het zionisme goed in beeld brengt.



De mainstream media, zeker in Nederland, spelen dit corrupte spel moeiteloos mee. Het ontbreekt hen aan waardigheid en zelfrespect. Hoe immens veel moreel fatsoenlijker is de joods-Britse auteur John Berger die op 27 december 2008 het volgende schreef:

We are now spectators of the latest - and perhaps penultimate - chapter of the 60 year old conflict between Israel and the Palestinian people. About the complexities of this tragic conflict billions of words have been pronounced, defending one side or the other.Today, in face of the Israeli attacks on Gaza, the essential calculation, which was always covertly there, behind this conflict, has been blatantly revealed. The death of one Israeli victim justifies the killing of a hundred Palestinians. One Israeli life is worth a hundred Palestinian lives.This is what the Israeli State and the world media more or less - with marginal questioning - mindlessly repeat. And this claim, which has accompanied and justified the longest Occupation of foreign territories in 20th C. European history, is viscerally racist. That the Jewish people should accept this, that the world should concur, that the Palestinians should submit to it - is one of history's ironic jokes. There's no laughter anywhere. We can, however, refute it, more and more vocally. Let's do so.

En het CIDI mag dan wel de Israelische terreur begin 2009, waarbij meer dan 300 Palestijnse kinderen werden gedood, een ‘gerechtvaardigd antwoord’ vinden, dit toont alleen maar aan dat elke ideologie begint en eindigt met terreur. Daarentegen stelde John Berger, wiens joodse voorouders uit Polen, Galicië en het Oostenrijks-Hongaarse Rijk kwamen:

En hier identificeer ik mijzelf zonder te aarzelen met de rechtvaardige zaak en de pijn van degenen die de staat Israël (en neven van mij) veroorzaken in een mate die tragisch totalitair is.

De Britse schrijver liet weten dat hij als kosmopoliet en humanist afstand doet van zijn ‘Recht op Terugkeer,’ dat het elementair recht van de Palestijnen onvermijdelijk heeft vernietigd.

Hier kunt u naar het fragment van Mearsheimer en Walt versus Ornstein beluisteren. De kwaliteit is niet optimaal: http://webdisk.planet.nl/houck006/default.aspx In de rubriek: Interviews.


Meer over de pro-Israel lobbyist Leonard Ornstein kunt u hier vinden:

Uiterst links de Amerikaanse hoogleraar John Mearsheimer met naast zich Stephen Walt, de schrijvers van het boek 'De Israel Lobby.' Rechts zit de journalist Leonard Ornstein die zich opnieuw opstelde als een fervente pro-Israel lobbyist. Hij maakte het dit keer zo bont dat het jonge publiek zich aan hem begon te ergeren. Mearsheimer, die ik naderhand interviewde, vergeleek Ornstein met Amerikaanse Israel-lobbyisten. 'Ik vond de moderator in wezen vijandig tegenover ons,' verklaarde hij. Maar dat gebeurt vaker. Ook professor Walt vond dat de bijeenkomst in het Amsterdamse Arena Hotel opmerkelijk veel leek op die in de VS. Naast een zeer hoge opkomst 'is het publiek altijd geïnteresseerd,' en is er altijd wel de onvermijdelijke pro-Israel lobbyist die zich groen en geel ergert. Maar dat dit nu juist de zionistische voorzitter Ornstein moest zijn, is natuurlijk merkwaardig.

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...