dinsdag 24 september 2013

De Mainstream Pers 28



In de NRC van afgelopen zaterdag schreef ‘redacteur buitenland’ Hubert Smeets over de Nederlandse jurist/historicus Thierry Baudet:

Het federaliserende Europa is opnieuw de hoofdvijand in de nieuwe bundel van Thierry Baudet. Het ontbreekt hem niet aan brutaliteit, maar hoe open is zijn denken?
In de ogen van Smeets is ‘zijn denken’ weinig ‘open’ aangezien boven de ‘recensie’ nog een tweede mening stond, namelijk:
Prima dat Thierry Baudet zich niet aan de heersende mores aanpast en boude uitspraken doet over kunst en nationalisme. Maar een minimale vorm van intellectuele discipline en coherentie is dan toch wenselijk.
Smeets ergert zich zo aan Baudet’s opvattingen dat de bespreking bol staat van de opinies van Smeets terwijl de gedachtewereld van Baudet nauwelijks aan de orde komt, een typisch polderfenomeen als men dit vergelijkt met de haast literaire recensies in The New York Review of Books. In het kader van mijn kritiek op de mainstream pers is het interessant om het begin van Smeets’ bespreking te citeren:
Thierry Baudet is van 1983 en dus geen kind van de jaren zestig. Maar hij zou zich in de tijd van Nieuw Links en Notenkraker thuis hebben gevoeld. De jurist/historicus heeft ook onbedaarlijke lol in épater le bourgeois. Alleen: Baudet leeft bijna vijftig jaar later, én hij schept behagen in shocking the radical chic, die haar wortels juist heeft in diezelfde jaren zestig toen zij het establishment van de jaren vijftig op stang joeg. Met verve zelfs.
Kortom, Hubert Smeets suggereert dat het een ongehoorde ‘brutaliteit’ is van een omhooggevallen arrivist om de middenklasse en modieus links te shockeren. Die maatschappelijke groep, waar Smeets zelf toe behoort, dient niet belachelijk te worden gemaakt, maar juist te worden geprezen voor hun geweldige bijdrage aan het neoliberale bestel dat tegenwoordig doorgaat voor een ‘participatiesamenleving.’ Het is volgens Smeets dan ook hemeltergend dat deze incoherente kwast zonder ook maar ‘een minimale vorm van intellectuele discipline en coherentie’ de heilige huisjes van de ‘bourgeois’ omverwerpt. Smeets over Baudet’s visie:
Ook zijn these dat nationalisme de staat niet tot oorlog drijft, nee, dat juist imperialisme van expansionistische machten tot oorlogsgeweld leidt, is zo pontificaal dat de lezer verbluft een tijdje naar buiten staart.

Hubert Smeets spreekt nu namens alle lezers terwijl hij toch alleen maar over zichzelf spreekt. Voor de ‘redacteur buitenland’ van de NRC is het inderdaad absoluut ondenkbaar dat het imperialisme van expansionistische machten tot oorlogsgeweld’ leidt om de simpele reden dat het ‘imperialisme’ en ‘expansionistische machten’ niet meer bestaan sinds de ineenstorting van de Sovjet Unie. Iedere zichzelf respecterende mainstream-opiniemaker weet bovendien dat de Amerikaanse politieke en economische machthebbers juist het tegenovergestelde zijn van expansionistische imperialisten. Iedereen met ook maar een greintje ‘intellectuele discipline en coherentie’ weet dat Washington de democratie en de mensenrechten verspreidt, getuige de Amerikaanse ‘vredestichtende’ activiteiten in Vietnam, Irak, Afghanistan en Libie haarscherp hebben aangetoond, om maar vier eenvoudige voorbeelden te geven. Wie dit alles niet beseft is iemand die ‘om zich heen mept,’  aldus Smeets, die zich tenslotte verbijstert afvraagt:
waar gaat dit boek eigenlijk over? Of is dat een burgerlijke vraag?
Omdat ik het boek niet heb gelezen en ik het vaak niet eens ben met Baudet's stellingen beperk ik me tot Smeets’ impliciete bewering dat het Amerikaanse ‘imperialisme’ volstrekt niet ‘tot oorlogsgeweld leidt.’ Ik kan op grond van Smeets' bewering als ‘lezer’ van de NRC niet anders concluderen dan dat hier sprake is van inderdaad een benepen kleinburgerlijke vraag. Wie nu nog ‘verbluft een tijdje naar buiten' moet staren zodra hij verneemt dat ‘imperialisme… tot oorlogsgeweld leidt,’ is een gehersenspoelde die niet meer in staat is de werkelijkheid te zien. En juist dit is het geval bij Hubert Smeets, opiniemaker van de NRC, die als scholier de opstandige jaren zestig niet bewust heeft meegemaakt, en al helemaal niet aan de acties van bijvoorbeeld Provo deelnam. Het provoceren zit Hubert ook niet in het bloed, integendeel zelfs. Zolang ik Hubert Smeets ken is hij een gematigde conservatief, een journalist met een beperkt blikveld, die net als zijn vriend Geert Mak er heilig van overtuigd is dat de VS de afgelopen halve eeuw ‘ordebewaker en politieagent’ van de wereld is geweest. Deze ideologische kijk op de werkelijkheid is één van de belangrijkste redenen dat beide opiniemakers het werk van kritische Amerikaanse intellectuelen niet volgen. Ze weten de waarheid al. Maar die ‘waarheid’ spoort niet met de feiten, zoals die door bijvoorbeeld de Amerikaanse geleerde, wijlen Chalmers Johnson, zijn uitgewerkt in zijn gezaghebbende Blowback-trilogie over de gewelddadige expansionistische Amerikaanse politiek die ten grondslag ligt aan het Amerikaans imperium. In het begin van zijn boek Blowback. The Costs and Consequences of American Empire schreef professor Chalmers Johnson, oud-adviseur van de CIA, dat de Verenigde Staten na de Koude Oorlog in plaats van te demobiliseren juist zijn wereldwijd imperium in stand hield en zelfs uitbreidde. Toen ik hem in 2006 interviewde verklaarde hij deze ontwikkeling als volgt:
Ik denk dat de belangrijkste reden is wat men met een technische term noemt: ‘Militair Keynesianisme,’ waarmee aangegeven wordt dat het militair-industrieel complex, de wapenindustrie, een integraal onderdeel is geworden van de Amerikaanse economie. In toenemende mate fabriceren wij in de Verenigde Staten niet zoveel. We hebben gezien hoe in de afgelopen decennia onze economie ernstig is uitgehold. Daarentegen produceren we wel massaal wapens, een buitengewoon lucratieve zaak, we verkopen ze wereldwijd. Het heeft nagenoeg niets te maken met de defensie van ons land maar alles met de commerciële belangen van de wapenindustrie. Die industrie is buitengewoon wonderlijk, het heeft maar één klant, er bestaat nauwelijks enige concurrentie en het is geen kapitalisme, maar staatssocialisme. Ik ben van mening dat het belangrijkste punt is dat de beleidsbepalers in de Verenigde Staten zich in 1991, ten tijde van de ineenstorting van de Sovjet Unie, zich simpelweg niet konden voorstellen dat hun economie zou groeien zonder door te gaan met het militair-industrieel complex en dus met de wapenindustrie. Meer algemeen gesproken was de Verenigde Staten eraan gewend geraakt een imperium te bezitten en om op elk continent de dienst uit te maken, te geloven dat het praktisch overal bij elk besluit betrokken moest zijn. Tegelijkertijd was het al in 1991 niet langer meer in een economische positie om zijn wereldwijd imperium te handhaven. Desondanks zocht het onmiddellijk na de val van de Sovjet Unie naar en vervangende vijand terwijl het zich dat niet kon permitteren. Eén van kwalijkste aspecten van het besluit om als het ware de Koude Oorlog voort te zetten was het feit dat de Verenigde Staten geen rekening hield met de mogelijkheid dat het dezelfde weg zou opgaan als de Sovjet Unie. Ook wij zijn in steeds grotere problemen geraakt door “imperial overstretch” (dat wil zeggen: het rijk kost meer dan het opbrengt), door een toenemend economisch verval en door de overmatige afhankelijkheid van de wapenindustrie. Daarnaast krijgen we steeds meer te maken met wat de CIA noemt “blowback,” een term daterend uit 1953 toen de Amerikaanse overheid in het geheim betrokken was bij de omverwerping van een democratisch gekozen buitenlandse regering, te weten de Iraanse premier Mohammed Mossadeq die de oliebronnen had genationaliseerd. Blowback betekent de onbedoelde consequenties van geheime buitenlandse operaties. Het is daarbij belangrijk te benadrukken dat het wraakneming betreft voor buitenlandse operaties die volstrekt geheim gehouden werden voor het Amerikaanse publiek, natuurlijk niet voor de slachtoffers ervan. Het resultaat is dat zodra er represailles volgen de Amerikaanse burger volstrekt onvoorbereid is en de gebeurtenissen niet kan zien in termen van oorzaak en gevolg. De aanslagen van 11 september 2001 zijn het duidelijkste voorbeeld daarvan. In plaats van te vragen waarom ze ons haten, had president Bush zich beter kunnen afvragen wie op aarde ons niet haat, en ons haat met goede redenen.

Gevreesd moet worden dat Hubert Smeets bij het vernemen van deze woorden van de alom gerespecteerde Chalmers Johnson met een geweldig klap van zijn stoel zal vallen. En ook na het lezen van de volgende fragmenten van de Amerikaanse emeritus hoogleraar Politicologie van Princeton University, Sheldon Wolin, zal onze NRC-opiniemaker lange tijd ‘verbluft naar buiten’ moeten kijken om weer helemaal bij zijn positieven te komen. In zijn Democracy Inc. Managed Democracy And The Specter Of Inverted Totalitarianism, de titel alleen al zal Smeets doen hyperventileren, toont Wolin overtuigend aan dat de National Security State de Amerikaanse democratie uitholde. Hij citeert daarbij onder andere uit een cruciaal beleidsdocument uit 1950 dat de geschiedenis is ingegaan als NSC-68 waarin de National Security Council concludeert dat gezien Amerika’s morele en technologische suprioriteit Washington ‘the responsibility of world leadership’ moest claimen en zich diende te ontwikkelen tot een ‘clearly superior overall power in its most inclusive sense.’ Het Amerikaanse streven naar hegemonie luidde de Koude Oorlog in en dat feit betekende dat de Amerikaanse federale staat steeds meer ondemocratische maatregelen nam en zelfs totalitaire trekken kreeg, zoals duidelijk werd uit zowel het hysterische binnenlandse ‘McCarthyism’ als het buitenlandse ‘spoor van bloed’ dat de, zelfs voor het Congres, geheim gehouden CIA-activiteiten achterlieten. Wolin:
How totalizing a Cold War becomes is suggested in a summary of American strategy:

‘Intensification of affirmative and timely measures and operations by covert means in the fields of economic warfare and political and psychological warfare with a view to fomenting and supporting unrest and revolt in selected strategic satellite countries.’
Het gevolg was dat
The United States had adopted the same goals as the Soviets: global supremacy and a regime change by means of subversion. ‘We should take dynamic steps to reduce the power and influence of the Kremlin inside the Soviet Union and other areas under its control… In other words, it would be the current Soviet cold war technique used against the Soviet Union.’ Thus a fanatical, repressive, totalitarian regime sets the standard of power a free society must surpass if civilization is to be preserved.
Op die manier ontstond er in de VS een staat binnen een staat, die veelal in het geheim clandestien opereerde, zoals de recente onthullingen over de NSA-spionage van de eigen burgers weer eens aantoonde en die door president Obama werd gelegitimeerd met de bewering dat deze uitholling van de Grondwet Has Saved Lives.’  http://www.truth-out.org/buzzflash/commentary/item/18018-when-the-surveillance-state-is-used-to-investigate-and-prosecute-whistleblowers-the-occupy-movement-and-environmental-activists
Obama: 'you can’t have 100 per cent security and also then have 100 per cent privacy and zero inconvenience.’

Wolin legt de bronnen van deze ontwikkeling bloot door te wijzen op het feit dat de Koude Oorlog-doctrine in de VS de basis legde voor het volgende:
Some measure of regime change at home will be required to overcome our ‘lack of will’ and difficulty in pursuing a set purpose. ‘A large measure of sacrifice and discipline will be demanded of the American people. They will be asked to give up some of the benefits which they have come to associate with their freedoms.’ The demands of ‘internal security’ include increased taxes, reduced federal spending except for defense, and acceptance of a lower standard of living. ‘The democratic way’ requires a changed civic culture so that citizens are less naïve, more discriminating,
of zoals president Obama de geheime grootscheepse NSA-afluisterpraktijken van de eigen Amerikaanse burgers rechtvaardigde: you can’t have 100 per cent security and also then have 100 per cent privacy and zero inconvenience.’ Een dergelijke legitimering gebruikt elk totalitair regime, van de nazi’s tot de Sovjets, en alle huidige repressieve regimes. Om de vrijheid van het volk te beschermen, zo gaat de paradox, moet de staat de vrijheid van het volk schenden. Het is dezelfde totalitaire logica die de latere CNN-correspondent Peter Arnett optekende uit de mond van een Amerikaanse majoor die tijdens de Vietnam-oorlog na het vernietigen van de Zuid-Vietnamese stad Ben Tre verklaarde: ‘It became necessary to destroy the town to save it.’ Misschien wel het meest illustrerend voorbeeld van hoever deze totalitaire tendenzen ook in de Nederlandse mainstream media zijn binnen geslopen is  het feit dat de commerciele pers ‘verbluft een tijdje naar buiten’ moet staren om het feit te verwerken dat ‘juist het imperialisme van expansionistische machten tot oorlogsgeweld leidt.’  In een gesloten systeem kan informatie die de ontvangen dogma’s weerspreken niet worden verwerkt, zoals uit Smeets woorden valt op te maken. Als opiniemaker moet hij zich aan de officiele consensus houden, en die accepteert een dergelijke feitelijke beschrijving van de werkelijkheid niet. En parvenu’s die menen dat deze informatie zomaar openbaar kan worden gemaakt, ontbreekt het volgens Smeets aaneen minimale vorm van intellectuele discipline en coherentie, die van een werkelijk onacceptabele ‘brutaliteit’ getuigt omdat het de belevingswereld van ‘le bourgeois’ en de ‘radical chic’ diep shockeert en ernstig bespot. Natuurlijk kijkt Smeets niet verder dan zijn neus lang is en zal hij nooit NSC-68 lezen waarin het volgende wordt gesteld:
[in] search for truth [the individual] knows when he should commit an act of faith; that he distinguish between the necessity for tolerance and the necessity for just suppression. A free society is vulnerable in that it is easy for people to lapse into excesses – the excesses of a permanently open mind wishfully waiting for evidence that evil design may become noble purpose,
waarna Wolin erop wees dat
The report cautions that a public relations strategy at home must counter ‘any adverse psychological effects’ of the ‘dynamic steps’ needed: ‘in any announcement of policy and in the character of the measures adopted, emphasis should be given to the essentially defensive character and care should be taken to minimize, so far as possible, unfavorable domestic and foreign reactions.’
Het spreekt voor zich dat the excesses of a permanently open mind’ in een 'democratie' het beste bestreden kunnen worden door ‘a public relations strategy at home,’ geheel volgens de lijnen die waren uitgestippeld door de grondlegger van de public relations industrie, de Amerikaan Edward Bernays. Het was deze neef van Freud, die in zijn boek Crystallizing Public Opinion al in 1923 over en voor zijn rijke opdrachtgevers schreef:
The minority has discovered a powerful help in influencing majorities. It has been possible so to mould the mind of the masses that they will throw their newly gained strength in the desired direction. Propaganda is the executive arm of the invisble government.'
De invloedrijke Bernays, adviseur van Amerikaanse presidenten, werd rijkelijk beloond  voor zijn inzichten in 'the concious and intelligent manipulation of the organized habits and opinions of the masses,' die een 'indispensable feature of democratic society' waren geworden, zoals hij zelf al in de jaren twintig zo treffend omschreef. Vanaf toen wist de 'intelligent few,' als 'invisible wire pullers,' zoals Bernays hen noemde, hoe ze 'continuously and systematically' de voorname taak van 'regimenting the public mind' het best konden uitvoeren. En juist die taak, het ‘disciplineren van de publieke opinie,’ is weggelegd voor de commerciele massamedia, die er nauwlettend op toezien dat het neoliberale systeem zo ongehinderd mogelijk kan globaliseren, waardoor de mens vandaag de dag in een realitieit is beland die door  Maurizio Lazzarato nuchter is beschreven in The Making of the Indebted Man. Deze Italiaanse socioloog en filosoof schrijft in het voorwoord:
As it has in other regions in the world, the class struggle is today unfolding and intensifying in Europa around the issue of debt. The debt crisis has struck the United States and the UK, that is, those countries in which the latest financial catastrophe and, more important, neoliberalism itself originated.
The debtor-creditor relationship – the subject of this book – intensifies the exploitation and domination at every level of society, for within it no distinction exists between workers and the unemployed, consumers and producers, working and non-working population, retirees and welfare recipients. Everyone is a ‘debtor,’ accountable to and guilty before capital. Capital has become the Great Creditor, the Universal Creditor. As the current ‘crisis’ leaves no room to doubt, property remains one of the major political stakes of neoliberalism, since the creditor-debtor relationship is a product of power relations between owners (of capital) and non-owners (of capital).
Through public debt entire societies become indebted. Instead of preventing ‘inequalities,’ the latter exacerbates them. It is high time we call these inequalities, simply ‘class differences.’
Maar dit begrip is voor de Nederlandse mainstream absoluut taboe, evenals het begrip kapitalisme, of neoliberalisme, de huidige vorm van deze roofbouwcultuur. Alleen degenen die door hun ideologische bril naar de werkelijkheid blijven kijken, zoals de mainstream pers, houden vol dat wij in een ‘open democratie’ leven, en niet in een steeds totalitairder wordend klasse-systeem, waarin niet alleen de controle van de staat op de burger almaar toeneemt, maar ook de politieke invloed van de economische macht. Meer morgen over de  polderpers en haar gebrek aan wat ik -- in navolging van Smeets -- ‘een minimale vorm van intellectuele discipline en coherentie,’ zou willen noemen, en die in mijn ogen niet slechts ‘wenselijk’ is, maar absoluut noodzakelijk, wil men een ware democratie mogelijk maken.



National Security State



1 opmerking:

Paul zei

Erg goed stuk, Stan. Eén puntje: "Through public debt entire societies become indebted."citeer jij Lazzarato. Publieke schuld is alleen een probleem als de valuta van de schuld geen 'sovereign currency' is, dat wil zeggen niet uitgegeven wordt door het land zelf. Dus bv. voor ons land is de Euro geen sovereign currency. De publieke schuld in de VS is bv. anders dan je altijd leest geen urgent probleem omdat die schuld in dollars is en de VS onbeperkt dollars kan uitgeven. (In sommige situaties kan het uitgeven van dollars leiden tot inflatie maar dat is een apart probleem waarmee binnen adequaat beleid rekening wordt gehouden.) Dus publieke schuld betekent geen schuld voor de hele maatschappij. Het betekent slechts dat de overheid meer geld in de economie gedaan heeft dan het er aan belastingen uit heeft gehaald. In de huidige situatie zijn de overheidstekorten juist te klein (omdat consumenten gemiddeld genomen bezig zijn met schulden aflossen en dus minder consumeren dient de overheid meer geld in de economie te brengen om krimp te vermijden). Warren Mosler en Stephanie Kelton leggen in deze video heel duidelijk uit hoe een sovereign currency werkt (een lange video maar echt de moeite waard):

http://www.youtube.com/watch?v=ba8XdDqZ-Jg