zondag 18 november 2012

'Deskundigen' 35


Timothy H. O’Sullivan - American Frontiers Photographs - Vintage Poster

De continuiteit in de Amerikaanse geschiedenis is misschien wel het best geformuleerd door de historicus Jackson Turner toen hij verklaarde dat de ‘frontier,’ het grensgebied waar de blanke christenen geconfronteerd worden met de gekleurde ‘wilden,’ de Amerikaanse ‘democratie’ in stand houdt omdat het expansionisme ‘a gate of escape’ is ‘from the bondage of the past.’ Dit ‘escapisme’ kenmerkt de Amerikaanse historie. Er is altijd een ruimte geweest om in te ontsnappen. Zelfs nog na 1890, toen de interne grenzen waren bereikt, en de ‘frontier’ de Stille Oceaan overschoof, via Hawaii, de Filipijnen, Guam naar Vietnam. Maar nu het grensgebied in het Midden Oosten ligt en de VS oorlog na oorlog verliest en China als economische macht de VS begint te verdringen, komt er een einde aan de ‘frontier.’ Bij gebrek aan een ‘frontier’ stort de illusie ineen van de ‘Amerikaanse Droom,’ die het land van de ‘ongekende mogelijkheden’ zin en betekenis leek te geven. De ondergang van de Amerikaanse illusies werd al in 1925 voorzien door  Scott Fitzgerald in zijn roman The Great Gatsby. De Amerikaanse hoogleraar Kermit W. Moyer schrijft dat

In the light of Fitzgerald’s historical perspective in this novel, the dead end was inevitable from the start: as the frontier disappeared, as the possibility of making the virgin land fulfill its first intense promise passed, American materialism increasingly became just that – simple, spiritless materialism, unregenerative and omnivorous. Gatsby (embodying the complete historical progression) inevitably arrives at this dead end himself. Near the close of the novel, Gatsby waits amidst shattered hopes for Daisy’s telephone call, the call that never comes… The American pioneer was the proper heir of… Dutch sailors; he inherited their transcendental spark and the promise of the frontier kept the spark alive; but after pursuing that promise all the way to the Pacific Ocean, he discovered that it had somehow eluded him, and he was left with nothing but the material which had fed the flame. He was rich but that was all: direction was gone, meaning was gone; the dream began to turn back upon itself… the inheritance is essentially empty.

Fitzgerald onthult de werkelijkheid door de façade om te trekken, de façade waarachter Geert Mak niet durft te kijken uit angst geconfronteerd te worden met de gapende leegte die daarachter schuilgaat waardoor hij zijn ‘hoop’ zal verliezen. De ‘hoop’ op verlossing die sinds de ‘ontdekking van Amerika’ de diepere drijfveer is geweest achter het gewelddadige expansionisme van de blanke kolonisten die Europa waren ontvlucht. Op zoek naar een droom sleepten zij hun judeo-christelijke geloof met zich mee, een religie die vanaf het allereerste begin een pathologische relatie heeft onderhouden met de materie, zoals Charlotte Black Elk, een indiaanse milieu-activiste, als volgt verwoordt 

Look at the origen legends of the judeo-christian people. You have an origen legend that says that Adam and Eve were banished onto earth and earth is an enemy…this is a place of banishment and you don’t really have to care for it because someday you are going back to paradise when you complete your banishment.

En dus moest de mens als rentmeester van de christelijke god de als bedreigend ervaren natuur volledig onderwerpen, met zo’n overmaat aan geweld dat de indianen verbijsterd toekeken. Het Sioux-opperhoofd Luther Standing Bear kon nog in de twintigste eeuw constateren dat

The white man does not understand America. He is too far removed from its formative processes. The roots of the tree of his life have not yet grasped the rock and the soil. The white man is still troubled by primitive fears; he still has in his consciousness the perils of this frontier continent, some of it not yet having yielded to his questing footsteps and inquiring eyes… The man from Europe  is still a foreigner and an alien. And he still hates the man who questioned his path across the continent… Men must be born and reborn to belong. Their bodies must be formed of the dust of their forefathers bones. 

Het opperhoofd Seattle verklaarde op zijn beurt in het midden van de negentiende eeuw:

The whites, too, shall pass – perhaps sooner than other tribes. Continue to contaminate your own bed, and you will one night suffocate in your own waste… We might understand if we knew what it was that the white man dreams, what he describes to his children on the long winter nights, what visions he burns into their minds, so they will wish for tomorrow. But we are savages. The white man’s dreams are hidden from us.

Maar vandaag de dag zijn die dromen ook voor de blanke inwoner van de VS zelf raadselachtig geworden. Wat overgebleven is, is de alles overheersende angst die het land altijd al in zijn greep hield. Wie de beschrijvingen leest van de eerste pioniers ontdekt al snel dat door hen het land en de natuur altijd als bedreigend werd gezien, als het domein van het kwaad dat bedwongen moest worden. In 1867 beschreef Clarence King, een aan Yale University afgestudeerde geoloog, de woestijn ten oosten van de Sierra Nevada als Dante’s hel.

Spread out below us lay the desert, stark and glaring, its rigid hill chains lying in disordered grouping, in attributes of the dead. The bare hills are cut out with sharp gorges, and over their stone skeletons scanty earth clings in folds, like shrunken flesh: they are emaciated corpses of once noble ranges now lifeless, outstretched as in long sleep. Ghastly colors define them from the ashen plain in which their feet are buried. Far in the south were a procession of whirlwind columns slowly moving acreoss the desert in spectral dimness. A white light beat down, dispelling the last trace of shadow, and above hung the burnished shield of hard, pitiless sky.

En nog in 1981 luidt de tekst in American Frontiers. The Photographs of Timothy H. O’Sullivan, 1867-1874 bij een van zijn foto’s van het ‘Wilde Westen’:

The grotesque  forms of volcanic rock appear to grow from the water like menacing fungal growths.

Dit schrijft Joel Snyder, hoogleraar Kunstgeschiedenis aan de University of Chicago, die tevens kwalificaties gebruikt als de ‘roar’ van een waterval, en de ‘menacing sheet of falling water,’ en om zijn verhaal kracht bij te zetten citeert hij zelfs de oudtestamentische Job 1 vers 15: ‘En alleen maar ik ben ontsnapt om het u te vertellen.’ Ook O’Sullivan die mede voor het leger de ‘awesome wilderness’ in beeld bracht, gebruikte beschrijvingen als ‘weird forms’ en de ‘wild scene.’ De eerder genoemde Clarence King: ‘the lifeless region, with its savage elements,’ en ‘Deep in the bed a great river fights its way through the labyrinth of blackened ruins, and plunges in foaming whiteness over a cliff of lava. You turn from the brink as from a frightful glimpse of the Inferno, and when you have gone a mile the earth seems to have closed again,’ en ‘A dull, throbbing sound greeted us. Its pulsations were deep, and seemed to procees from the ground beneath our feet… Dead barrenness… the forbidding gloom… the rocks seem darker and more wild… the abyss of foam with something of that air of fatal fascination which is part to make possession of men.’

http://memory.loc.gov/award/iencurt/cp01/cp01013v.jpgMet vaak apocalyptische beelden werd het Westen van de VS beschreven, een wereld die wezenlijk afweek van dat waarmee de Europese pioniers waren opgegroeid, op elk niveau leek de natuur bedreigend. Dit was het landschap van de christelijke God der Wrake, waar alleen de Duivel wist te overleven. In deze ‘onherbergzame angstaanjagende wildernis’ werd de binnendringer die zich beschaafd achtte in tijd teruggezet. Zo moest de wereld eruit hebben gezien nadat God het universum had geschapen. Net zo rauw, onaf, onbeschaafd, wild als de blanke christen de 'heidenen' zag die als schaduwen door het landschap trokken. En dus werden de weinige indianen die op de prairie wisten te overleven van hun grondgebied verdreven en naar reservaten gedeporteerd, met als argument dat

‘braakliggende ruimtes’ niet ‘gereserveerd moeten worden voor het gebruik van verspreid levende primitieve stammen, wier leven slechts een paar graden minder betekenisloos, smerig, en meedogenloos is dan dat van de wilde beesten met wie ze het gebied delen,’ 

aldus president Theodore Roosevelt. En toen de klus geklaard was, kon hij tevreden stellen dat

The Indian, as an Indian, is on the point of perishing, and when he has become a United States citizen… he will completely lose his value as a living historical document.

Maar deze woorden zult u niet aantreffen in Geert Mak’s reisboek. En ook de volgende woorden niet van professor Snyder over de visie van de geoloog King

If… nature is virgin and unspoiled, it is also menacing and beyond human scale. If its transcendent nature symbolizes the work of God, that work is neither inviting nor hospitable. The God who made this nature does not offer comfort, and his design is inimical to the well-being of man. If it is God who is indicated by O’ Sullivan’s photographs, it is not the God of the New Testament, it is the awesome God, beyond human understanding, of the Old. O’Sullivan’s photographs share the spirit of Clarence King’s geology and theology…

King’s God is a terrible God. The history of the earth is one of God-induced catastrophe relieved by periods in which God allows his creation to work itself out, to reach a point of development from which it coiuld not proceed without further intervention in the form of terrifying, life-obliterating catastrophes. The area of the Great Basin between the eastern slope of the Sierra Nevada and the western slope of the Rocky Mountains is a vast wilderness that bears the unhealed wounds and the scars of cataclysms… It is as if he had walked through a natural catacomb in which the calcified remains of early life and the bones of long-gone species gave witness to the magnificence and power of God.

Nooit hebben de bewoners van de VS vrede weten te sluiten met het land dat hun voorouders in bezit hadden genomen. Al hun energie ging op aan het beheersen van de almaar expanderende ruimte. Het land is altijd de vijand gebleven, de bedreiging van het dagelijks bestaan. Dat de bewoners ervan een onderdeel van de natuur waren en zich daaraan zouden moeten aanpassen is nooit tot hen doorgedrongen, En hoewel alles onlosmakelijk met elkaar verbonden is beseffen ze nog steeds niet dat men oogst wat men zaait. De paleontoloog Tim Flannery schreef in Een ecologische geschiedenis van Noord-Amerika over de eerste generaties puriteinse kolonisten:

In Europa waren ze uitschot, vervolgd en beschimpt als religieuze fanatici. Hier waren ze meester over hun eigen toekomst en tevens de potentiele heersers over een nieuw land… De wreedheid van hun regelgeving was in zekere zin een respons op hun nieuwe thuis. Zij geloofden namelijk dat Amerika een bolwerk van de duivel was. Alles in dit land leek van God verlaten, van de indianen die zij aanzagen voor duivelsaanbidders, tot de woeste landschappen en wilde dieren.

Dit mens- en wereldbeeld leidde tot de expansiedoctrine is nog steeds de hoeksteen van de Amerikaanse buitenlandse politiek. Was die leer eerst gebaseerd op het christelijk messianisme, tijdens de industrialisering kwam daar nog bij de noodzaak van het vinden van nieuwe markten en goedkope grondstoffen. Alleen op die manier kan een alles verslindend systeem draaiende worden gehouden waarbij de mens vervreemd is geraakt van zijn medemens en van de natuur. Een systeem gedreven door illusies, waarvan de onhoudbaarheid al in de jaren twintig door F. Scott Fitgerald werd beschreven. Giles Gunn, hoogleraar Engels aan de Universiteit van Californie stelt daarover in Critical Essays on Fitzgerald’s The Great Gatsby:

Contemporary American society presents itself in The Great Gatsby as utterly devoid of any of those fresh and unexpected images which once astonished man into a new and original relation with the universe and which thus gave rise, whether in Jonathan Edwards or Ralph Waldo Emerson, in Walt Whitman or Hart Crane, to a new American imagination of wonder.

En over het fallen van Gatsby om zijn illusies werkelijkheid te maken, schrijft Gunn:

The tragedy, however, is not his alone, but also his society’s for both seemed doomed by what they lack – Gatsby by his lack of any critical ability to distinguish his spiritual ideals from the material conditions in and through which he must realize them; American society by its lack of either substance or form commensurate with Gatsby’s belief in them. Yet if Gatsby’s destruction by ‘the foul dust’ which floats in the wake of his illusions is thus inevitable, his inexhaustible store of wonder and good will still confer upon the very actuality which eventually extinguish them whatever truth, beauty or goodness that American actuality ever fully attains. Fitzgerald is thus able to celebrate Gatsby’s veritable religion of wonder, while at the same time exposing its pathetic vulnerability and ultimate defilement, His tribute is part of his critique, a single act of judgment and love which proves that Fitzgerald knew what he was talking about when he remarked that ‘the test of the first-rate intelligence is the ability to hold two opposed ideas in the mind, at the same time, and still retain the ability to function.’

Dit alles besefte Fitzgerald drie decennia voordat Geert Mak als kind van de jaren vijftig  ‘Amerika een droomland’ beschouwde, en er nog steeds een ‘geheime liefde’ voor koestert. Zonder enige terughoudendheid omschrijft hij de meedogenloze ‘Teddy Roosevelt’ met ‘zijn flamboyante persoonlijke stijl’ en ‘het zichtbare plezier waarmee hij… alles deed’ als een ‘vrije, eigenwijze’ Amerikaan, die ‘het als zijn taak’ zag ‘het land er ook moreel weer bovenop te helpen.’ Mak blijft steken in de vorm, de diepere lagen van het Amerikaanse bewustzijn bereikt hij niet omdat hij het werk van de grote Amerikaanse schrijvers en dichters niet heeft bestudeerd. En de weinige auteurs die hij wel citeert, zoals John Steinbeck kwalificeert hij als ‘doemdenker,’ terwijl Jack Kerouac wordt afgedaan als ‘egotripperig.’ Dit zegt niets over de VS en alles over Geert Mak, voor wie ‘Amerika’ het land is waar ‘de Verlichting’ is ‘uitgevoerd, als real life experiment.  Later meer daarover.


Albert Bierstadt, Mount Whitney, c. 1877 o/c


3 opmerkingen:

Paul zei

Hoi Stan

Misschien een bruikbaar aspect voor je werk n.a.v. Maks onwetendheid is dat de Amerikanen zelf ook stelselmatig in onwetendheid gehouden worden over hun eigen geschiedenis. Ik kwam dat hier tegen: http://www.tinyrevolution.com/mt/archives/003643.html

Een commentator noemt het boek 'Lies my teacher told me' van James Loewen.

Verder kwam ik in dit artikel van Robert McChesney iets tegen over Paul Weyrich een rechtse organisator die al rond 1980 openlijk uitsprak dat hij juist wilde dat zo weinig mogelijk Amerikanen gingen stemmen. Dus die lage opkomst is deels ook georkestreerd. Groet!

Paul zei

O sorry dit is de link naar het artikel van McChesney: http://monthlyreview.org/2012/11/01/this-isnt-what-democracy-looks-like

stan zei

Absoluut bruikbaar. Dank je, Paul