vrijdag 22 juni 2012

Marjan Schwegman van het NIOD 8


Sonja heeft een nieuwe reactie op uw bericht "Marjan Schwegman van het NIOD 7" achtergelaten:

Een doordacht en vooral terecht betoog van de Belgische historicus Gie van den BergheHerdenken als wegkijken
(Gepubliceerd in De Standaard van 21 maart 2005) 


'Herdenken als wegkijken


De Belgische wet die holocaustontkenning strafbaar stelt, zal worden uitgebreid tot andere genociden - een stap vooruit. In 1995 kon dat niet, de jodenuitroeiing heette toen nog uniek te zijn en België erkende de genocide op de Armeniërs door de Turken (1915) niet om de politiek-economische relatie met Turkije niet in het gedrang te brengen. Hopelijk komt daar nu verandering in.

Al ziet het er niet goed uit. Premier Guy Verhofstadt liet bij de opening van het nieuwe Yad Vashem in Jeruzalem weten dat er een nationale holocaustherdenkingsdag komt, meer aandacht voor de holocaust in het onderwijs en dat 'we' een nieuw museum bouwen. Herdenkingsdag en holocaustlessen waren al in 2000 afgesproken door 46 Europese landen, waaronder België. En dat nieuwe, 'Belgische' museum, dat moet het zogenaamde Vlaamse holocaustmuseum zijn; Vlaams omdat het tegen het Vlaams Blok gericht was en men daar in Wallonië weinig last van heeft. Een museum dat er bovendien hoogstwaarschijnlijk niet komt, of ten allervroegste in 2009. Overigens, het nieuwe Yad Vashem kwam er als antwoord op het nationale holocaustmuseum in Washington dat sinds zijn opening in 1993 gemiddeld vijfduizend bezoekers per dag trekt. Er wordt gevochten om de holocaust en de holocausttoeristen.
De nationale herdenkingsdag werd gefixeerd op 27 januari, de dag van de bevrijding van Auschwitz. Maar wat heet bevrijding? Zo'n 8000 gevangenen werden bevrijd die door de SS waren achtergelaten omdat ze té uitgeteerd, té ziek waren, of een postje verworven hadden in het kamp. De rest, vele tienduizenden mensen, werden maanden voordien al en ook nog tien dagen voor de bevrijding op dodenmars gesteld, richting concentratiekampen in het oude Reich. Talloze Auschwitzoverlevenden hebben na deze 'bevrijding' nog veel geleden, velen kwamen alsnog om. Waarom Auschwitz en niet Treblinka, Sobibor of Belzec, waar de slachtoffers geen schijn van kans hadden? En waarom herdenken we niet alle genocidenslachtoffers; vanwaar die herhaalde discriminatie?
Onze herdenking en uit de VS overgewaaide holocaustobsessie is een vorm van wegkijken van de jodenmoord, de 'Eindoplossing van de Europese jodenprobleem'. Endlösung - een term die tot nadenken dwingt; waarom werden de joden door bijna de hele beschaafde wereld als probleem gezien, een beetje zoals de vluchtelingen hier en nu?
Her-denk de opgelegde herdenkingen en leerstof. Denk er kritisch over na, denk aan genocidenslachtoffers hier en nu én in de toekomst - het houdt immers nooit op. Niet blijven stilstaan bij wat 60, 70 jaar geleden gebeurd is. Bewegen, in actie komen, de regering onder druk zetten om internationaal druk uit te oefenen om de genocide in Darfur te beëindigen. Waarom geen mars tegen genociden, tegen wegkijken? Ik ken het antwoord, al blijf ik hopen me te vergissen.
Onze herdenkingen en musea zouden jongeren, burgers antiracistisch en tolerant maken, al werd dat niet door onderzoek aangetoond. Kijkend naar de wereld en rekening houdend met de vele aandacht voor de jodenmoord (zeker de laatste vijftien jaar), zou je bijna het tegendeel kunnen vrezen. Onze obligate herdenking en stereotiepe musea leiden de aandacht af van waar het werkelijk om gaat: ons wegkijken van het leed van medemensen, de apathie en lafheid van een zichzelf beschaafd noemende wereld die, als blauwhelmenbloed vloeit (Rwanda) of dreigt te vloeien (Darfur), de benen neemt, 'anderen', joden, zwarten in de steek laat. Goed voor nog een herdenkingsdag over een jaar of tien?
De jodenmoord of judeocide is voorbij, gelukkig maar. Die periode van onzebeschaving moet voorwerp van onderzoek worden, gehistoriseerd worden. Dan kunnen we verder kijken dan onze neus lang is, afstappen van het dwangmatige herdenking- en slachtofferperspectief (wie herdenkt nu daders?). Beseffen dat de meeste onder ons ook toen omstanders waren, wegkeken van andermans leed. Dat we op onze hoede moeten zijn voor onszelf, apathie, zelfzucht.
Men is hardleers, denkt stereotiep. Geen ­Vlaams holocaustmuseum, wel een uitbreiding van het Joods Museum over deportatie en verzet, expansie dus van een door herdenking en slachtofferidentificatie vervormd perspectief.
Identificatie met de slachtoffers, ze is bijna automatisch. Zo ook Verhofstadt toen hij het in Jeruzalem over dat jongetje in het getto van Warschau had. Hij beweert door de ogen van het jongetje te kijken, projecteert in hem de vragen waarop hij, Verhofstadt, geen andere antwoord kent dan bijzonder laattijdige verontschuldigingen en 'dit nooit meer'. Decennialang al kijken we door de verkeerde ogen, onder meer omdat bij slechte daden bijna niemand zich met de daders identificeert.
Verhofstadt weet niet dat de foto van het jongetje een daderfoto is en cijfert weg dat er veel meer mensen op staan, nog kleinere kinderen. Mensen die, zoals het onderschrift van de foto luidt, 'Met geweld uit een bunker werden gehaald'. Eén van de iets meer dan vijftig foto's die het in leder ingebonden album opsmukken dat Jürgen Stroop, de SS-generaal die de vernietiging van het getto van Warschau leidde, attent aan zijn oversten offreerde. Even zovele getuigenissen die meer te zeggen hebben over daders dan over de vereeuwigde slachtoffers. Anders dan wat wij ervan maken (vaak door de foto's te manipuleren), zijn het geen meelijwekkende tot identificatie aansporende beelden.
Anders dan Verhofstadt stelde, begreep het jongetje niet wat hem overkwam, het kijkt ons niet vragend of beschuldigend aan. Hij (en andere slachtoffers) kunnen ons van binnen uit niet duidelijk maken hoe alles had voorkomen kunnen worden. Om daarop zicht te krijgen moet door ogen van daders gekeken worden. Doorgronden, begrijpen wat hén bewoog; welke structuren, instellingen, ideologieën mogelijk maakten dat ze joden (en anderen) vervolgden en uitroeiden én dat ook nog eens op de 'gevoelige' plaat vastlegden. Waarschijnlijk omdat ze er geen mensen in zagen. Iets wat we, los van alle herdenking, ook bij onszelf mogen onderkennen.
Gepubliceerd in De Standaard van 21 maart 2005


WOENSDAG 30 JUNI 2010


Holocaust

Slaven in Belgisch Kongo.

Wij leven in een wonderlijke wereld. Het Acht Uur Journaal van de NOS berichtte over 50 jaar onafhankelijkheid van Kongo. Er werd terloops verteld dat Kongo destijds onder koning Leopold II van Belgie tot kolonie van hemzelf werd gemaakt en dat het land toen flink werd geplunderd. Maar het absoluut belangrijkste feit werd verzwegen, namelijk de genocide waarmee deze roof gepaard ging en die misschien wel tien miljoen zwarten het leven heeft gekost, zoals de Amerikaanse schrijver Adam Hochschild ons voor rekent. Daarover zweeg het blanke NOS-Journaal. Kunt u zich voorstellen dat de Tweede Wereldoorlog wordt herdacht zonder de moord op zes miljoen joodse Europeanen? Nee toch. Waarom worden dan wel die tien miljoen zwarten in Kongo vergeten? Omdat ze zwart waren? Omdat ook wij Nederlanders als kolonialen hebben gemoord, geroofd en verkracht? Omdat ze bij de NOS niks uitzoeken? Zou iemand dit eens aan de NOS kunnen vragen?

The story of Leopold's Congo

The story chronicles the efforts of King Leopold II of Belgium to make the country into a colonial empire. With a complex scheme of political intrigue, corruption and propaganda, he wins the assistance of one of the best-known explorers of the time, Henry Morton Stanley, as well as that of public opinion and of powerful states. Through the Berlin Conference and other diplomatic efforts, he finally obtains international recognition for his colony. He then establishes a system of forced labour that keeps the people of the Congo basin in a condition of slavery.
The book places King Leopold among the great tyrants of history. The death toll in the Congo under his regime is hard to pin down, both because accurate records were not kept and because many of the existing records were deliberately destroyed by Leopold shortly before the government of Belgium took the Congo out of his hands. Although Wm. Roger Louis and Jean Stengers[3] characterize the earliest population and mortality estimates as "wild guesses", Hochschild cites many subsequent lines of inquiry that conclude that the early official estimates were essentially correct: roughly half the population of the Congo perished during the Free State period. Since the census taken by the Belgian government (after acquiring the Congo from Leopold) found some 10 million inhabitants, Hochshild concludes that roughly 10 million perished, though the precise number can never be known.
Hochshild profiles several people who helped make the world aware of the reality of the Congo Free State, including:
George Washington Williams, an African American politician and historian, the first to report the atrocities in the Congo to the outside world.
William Henry Sheppard, another African American, a Presbyterian missionary who furnished direct testimony of the atrocities.
E. D. Morel, a British journalist and shipping agent checking the commercial documents of the Congo Free State, who realized that the vast quantities of rubber and ivory coming out of the Congo were matched only by rifles and chains going in. From this he inferred that the Congo was a slave state, and he devoted the rest of his life to correcting that.
Sir Roger Casement, a British diplomat and Irish patriot, put the force of the British government behind the international protest against Leopold. Casement's involvement had the ironic effect of drawing attention away from British colonialism, Hochschild suggests. The Congo Reform Association was formed by Morel at Casement's instigation.
Hochschild devotes a chapter to Joseph Conrad, the famous Anglo-Polish writer, who captained a steamer on the Congo River in the first years of Belgian colonization. Hochschild observes that Conrad's novel Heart of Darkness, despite its unspecific setting, gives a realistic picture of the Congo Free State. Its main character, Kurtz, was inspired by real state functionaries in the Congo, notably Leon Rom. While Heart of Darkness is probably the most reprinted and studied short novel of the 20th century, its psychological and moral truths have largely overshadowed the literal truth behind the story. Hochschild finds four likely models for Kurtz: men who like Kurz boasted of cutting off the heads of African rebels and sometimes displayed them.


2 reacties:

  1. BBC Documentaire Leopold II in Congo: White King, Red Rubber, Black Death (1 uur 50 min)
    BeantwoordenVerwijderen
  2. De BBC Radio deed vanmorgen geen moeite uit te leggen waarom Lumumba zich boos toonde tegen Boudewijn, die zoals dat heette "geschoffeerd" werd.
    Maar de wraak was totaal.
    Hij heeft tien weken geregeerd, werd gevangengenomen, ontvoerd en door Belgische gendarmes in tien stukken gehakt, voor iedere week regeren een.
    Dat zal ze leren.

    Vijftig jaar later. In het binnenland woedt nog steeds wat als de Afrikaanse Wereldoorlog wordt omschreven. Conservatieve schattingen bedragen zo'n vijf miljoen doden. Nog minder nieuwswaardig dan de doden van Irak of Afghanistan (en we weten hoe weinig nieuwswaardig die doden zijn).

    Begin over Afrika als je me nog eens authentiek kwaad wilt hebben.
    BeantwoordenVerwijderen

1 opmerking:

Sonja zei

Alles wordt gepolitiseerd en om het maar cru te zeggen keer op keer misbruikt en verkracht, en nog een keer, en nog een keer. Beschaving, menselijke waarden, mensenrechten, alle basale rechten, vrijheden, ze gaan er allemaal overheen in één grote mondiale gangbang om aan het gerief, welk gerief dan ook, te komen. Een recht is pas een recht wanneer de politiek dat heeft beslist, en dat geldy ook voor wie een mens is en wie niet. En ja, zelfs de werkelijkheid is tegenwoordig een uiterst kneedbaar instrument om de globale gangbang te continueren. War is over if you want it, en eerlijk delen en de aarde redden ook. Maar ja, dat is links hè, van die linksmenschen, hippies, anarchisten, krakers en Occupiers, die uitvreters die hun ouders niet eens dankbaar zijn voor dat ze zo hard gewerkt hebben en gevochten voor vrijheid en democratie voor de hele wereld in verre landen, zodat zij hun linkse hobbies in alle comfort kunnen uitoefenen.

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...