donderdag 19 april 2012

Hendrikus Colijn. Nederlandse Oorlogsmisdadiger 5



Na tien maanden nagedacht te hebben over een door mij voorgestelde naamsverandering van de Dr. H. Colijnstraat in het hoofdstedelijke stadsdeel Nieuw-West maakt mevrouw I. Plasmeijer, Directeur Groen en Openbare Ruimte namens mevrouw Els Verdonk, PVDA-wethouder Beheer Openbare Ruimte Stadsdeel Nieuw-West het volgende bekend:


'In navolging van uw voorstel zal ik een onderbord bij de straatnaam aan laten brengen met de volgende tekst:

'Hendrikus Colijn (1869-1944) politicus en staatsman. Diende in Nederlands Oost-Indie als officier. Opvolger van Abraham Kuyper als leider van de Anti Revolutionaire Partij (ARP). Was een aantal malen Minister-president. Bekend als "bezuinigingsminister". Wordt bekritiseerd vanwege zijn gewelddadig optreden als officier tijdens de Atjehoorlog en de Lombokexpeditie waarbij veel burgerslachoffers vielen.'


Daar zijn tien maanden lang vele compromissen aan vooraf gegaan binnen het ambtelijke en politieke apparaat. Het ene woordje wel, het andere niet, hier een eufemisme, daar een rookgordijntje, zolang het woord 'oorlogsmisdadiger' er maar niet in zou staan. Dat was de allerbelangrijkste voorwaarde. Want wie wil nu een straat vernoemen naar een oorlosmisdadiger die had laten weten dat hij vrouwen en kinderen, 'die genade vroegen,' in koele bloede had laten vermoorden? Wie? Niemand toch? Behalve dan de dames Plasmeijer en Verdonk, die daar geen principiele bezwaren tegen hebben, zoals uit hun brief aan mij blijkt.  


En dan krijgt men zinnen als deze: 'Wordt bekritiseerd vanwege zijn gewelddadig optreden als officier tijdens de Atjehoorlog en de Lombokexpeditie waarbij veel burgerslachoffers vielen.'


De volgende reactie die ik kreeg geeft aan wat aan deze formulering niet klopt.  



de Atjehoorlog en de Lombokexpeditie waarbij veel burgerslachoffers vielen.'


Altijd "knap" hoe de handelende moordende subjecten weggeformuleerd worden.'


Slachtoffers vielen? Hoe? Op de grond? Door wie vielen ze? Tijdens de gevechten? Of als straf? Is het de lezer van die ambtelijke/politieke tekst duidelijk dat het om vrouwen en kinderen ging die volgens Dr. H. Colijn zelf om 'genade vroegen,' maar die desondanks toch 'met genot' aan de 'bajonetten' van zijn manschappen werden geregen? Het antwoord is: nee. De slachtoffers 'vielen' tijdens oorlogshandelingen, zal de lezer opmaken. En ja, er is altijd wel sprake van 'collateral damage,' bijkomende schade, waar gehakt wordt vallen spaanders, kijk maar naar Irak en Afghanistan en Vietnam, en Gaza en al die andere plaatsen waar 'de westerse beschaving democratie en mensenrechten verspreidt.'

Ik stel daarom een aangepaste tekst voor aan de politici en ambtenaren van Nieuw-West. Zou na alle compromissen misschien deze formulering niet meer recht doen aan de werkelijkheid?

'In 1955 werd deze straat de Dr. H. Colijnstraat genoemd. Destijds was niet bekend dat Dr. H. Colijn in een brief aan zijn vrouw het volgende had geschreven over zijn oorlogsmisdaden in Indonesie:

"Ik heb er een vrouw gezien die, met een kind van ongeveer 1/2 jaar op den linkerarm, en een lange lans in de rechterhand op ons aanstormde. Een kogel van ons doodde moeder en kind. We mochten toen geen genade meer geven. Ik heb 9 vrouwen en 3 kinderen, die genade vroegen, op een hoop moeten zetten, en zo dood laten schieten. Het was onaangenaam werk, maar 't kon niet anders. De soldaten regen ze met genot aan hun bajonetten. 't Was een verschrikkelijk werk. Ik zal er maar over eindigen."

Om nu recht te doen aan onze koloniale geschiedenis wordt deze straatnaam gehandhaafd.'


Ik zal deze tekst aan de dames Plasmeijer en Verdonk toesturen en ik houd u op de hoogte. 





Ik bedenk ineens: welke formulering zouden de dames gebruiken als het niet islamitische gekleurde vrouwen en kinderen in Indonesie had betroffen, maar blanke christelijke en/of joodse vrouwen en kinderen in Europa? Misschien moeten de inwoners van Nieuw-West het volgende in overweging nemen:
De Indiase socioloog Ashis Nandy schreef in The Intimate Enemy. Loss and Recovery of Self Under Colonialism:


'Sinds ongeveer de 17e eeuw, hebben de hypermannelijke en overgesocialiseerde aspecten van de Europese persoonlijkheid stap voor stap de culturele eigenschappen verdrongen die werden vereenzelvigd met vrouwelijkheid, kinderjaren, en naderhand met “primitivisme”. Als onderdelen van een natuurfilosofie van boeren waren deze karaktereigenschappen gewaardeerde aspecten geweest van een cultuur die niet gekoppeld was aan prestatie en productiviteit. Van toen af aan werden ze afgewezen als strijdig met de heersende stroming van de Europese beschaving en toegeschreven aan de “lage culturen” van Europa en de nieuwe culturen waarmee de Europese beschaving geconfronteerd werd. Het was onderdeel van dit proces dat de koloniën geleidelijk aan gezien werden als de leefomgeving van volkeren die enerzijds kinderlijk en onschuldig waren, en anderzijds sluw, verwijfd en passief-agressief.'

Het gevolg van dit westerse wereldbeeld is allereerst dat

'de kolonisator, die om zijn geweten te sussen de gewoonte heeft de andere mens als een beest te zien, zichzelf eraan went om hem als een beest te behandelen, en de neiging heeft om zichzelf in een beest te veranderen […] Ze dachten dat ze alleen maar indianen, of Hindoes, of bewoners van Zuidzee eilanden of Afrikanen aan het afslachten waren. Maar in feite hebben ze een voor een de verdedigingswallen vernietigd waarachter de Europese beschaving vrij had kunnen ontwikkelen,'

aldus de Franse intellectueel Aimé Césaire. De Zweedse hoogleraar en auteur Sven Lindqvist onderstreept dit proces nog eens aan het eind van zijn boek Exterminate all the Brutes, wanneer hij concludeert dat

'Auschwitz de moderne industriële toepassing [was] van een uitroeiingspolitiek waarop de Europese overheersing van de wereld […] lang heeft gesteund.'
De titel van zijn boek verwijst naar de zin uit Joseph Conrads Hart der Duisternis, ‘verdelg al het gespuis’. Lindqvist vraagt zich af waarom de westerse protagonist ‘Kurtz zijn rapport over de beschavingstaak van de blanke man in Afrika met deze woorden eindigt?’ Hij schrijft dan:

'Ik las Conrad als een profetische auteur die alle gruwelijkheden die in het verschiet lagen, voorzien had. Hannah Arendt wist beter. Zij zag dat Conrad over de genocides van zijn eigen tijd schreef. In haar eigen boek The Origens of Totalitarianism (1951), toonde ze hoe imperialisme racisme noodzakelijk maakte als het enig mogelijke excuus voor zijn daden… Haar these dat nazisme en communisme van dezelfde stam komen is algemeen bekend. Maar velen vergeten dat zij ook de “verschrikkelijke slachtpartijen” en het “barbaarse moorden” van Europese imperialisten verantwoordelijk hield voor “de zegevierende introductie van dergelijke pacificatiemiddelen in de alledaagse, respectabele buitenlandse politiek”, daarmee totalitarisme en zijn genocides producerend.'

Lindqvist ontdekt gaandeweg dat de

'Europese vernietiging van de “inferieure rassen” van vier continenten de grond voorbereidde voor Hitlers vernietiging van zes miljoen joden in Europa… Het Europese expansionisme, vergezeld als het was door een schaamteloze verdediging van het uitroeien, schiep manieren van denken en politieke precedenten die de weg baanden voor nieuwe wandaden, die uiteindelijk culmineerden in de gruwelijkste van alle: de Holocaust… En toen hetgeen was gebeurd in het hart der duisternis werd herhaald in het hart van Europa, herkende niemand het. Niemand wilde toegeven wat iedereen wist. Overal in de wereld waar kennis wordt onderdrukt, kennis die als ze bekend zou worden gemaakt ons beeld van de wereld aan gruzelementen zou slaan en ons zou dwingen om onszelf ter discussie te stellen – daar wordt overal het Hart der Duisternis opgevoerd. U weet dat al. Net als ik. Het is geen kennis die ons ontbreekt. Wat gemist wordt is de moed om te begrijpen wat we weten en daaruit conclusies te trekken.'

In zijn A History of Bombing beantwoordt Sven Lindqvist de volgende vraag kort maar krachtig: ‘Wat is toegestaan in oorlogen tegen wilden en barbaren? Antwoord: alles.’ Ook in laatstgenoemde boek toont hij aan dat de barbarij eerst op gekleurde volkeren werd uitgeprobeerd voordat de westerlingen het op hun eigen blanke bevolkingen gingen toepassen. Het eerste bombardement op een ongewapende burgerbevolking vond ook niet plaats in 1937 op het Spaanse Guernica, maar 12 jaar eerder op de Marokkaanse stad Chechaouen, niet door Duitse nazipiloten, maar door Amerikaanse democratische piloten, die in dienst van de Fransen deze onverdedigde stad vernietigden, waarbij volgens Walter Harris, toenmalige correspondent van de Londense Times ‘weerloze vrouwen en kinderen afgeslacht werden en vele anderen verminkt en blind raakten’. 








Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...