woensdag 24 november 2010

De Nuance van de NRC 189

Waarom ik NRC Handelsblad opgezegd heb

.:.

Hieronder volgt het schrijven dat ik vandaag aan de hoofdredactie van NRC Handelsblad gestuurd heb. Het spreekt voor zich, denk ik.

.:.

Geachte hoofdredactie,


Op de voorpagina van afgelopen maandag, 15 november 2010, kondigde u een aantal veranderingen in de opzet van de krant aan. U vroeg daarbij om reacties. Gisteren herhaalde u die oproep nog eens in een kadertje bij de politieke wisselcolumn van Femke Halsema. Ik geef daar graag gehoor aan.

Op een andere wijze heb ik al gereageerd. Dinsdagochtend heb ik mijn abonnement op NRC Handelsblad opgezegd. Ik weet niet sinds wanneer mijn huidige abonnement liep, maar ik lees de NRC al ruim dertig jaar; in sommige tijden kocht ik de krant echter dagelijks los. Tot maandagmiddag was de gedachte aan het beëindigen van mijn abonnement geen ogenblik bij me opgekomen. De aankondiging dat u aan het PVV-Kamerlid Martin Bosma een column ter beschikking hebt gesteld, leidt er toe dat ik de krant na afloop van de huidige termijn (die nog tot het eind van het jaar loopt) niet langer wens te ontvangen. Naar mijn oordeel is hier een principiële grens overschreden.

-

Op zich lijkt me het idee om aan drie leden van de Tweede Kamer een politieke column aan te bieden, al ietwat ongelukkig. Voor zover ik weet, is het gebruikelijk dat columnisten die toetreden tot het kabinet, hun column beëindigen. Dat is in 2002 gebeurd met Eduard Bomhoff en recent met Ben Knapen. De gedachte is kennelijk dat het deelhebben aan de macht niet goed samengaat met het leveren van onafhankelijk, persoonlijk commentaar. Leden van de Staten-Generaal verkeren in een enigszins andere positie. Zij controleren de macht juist. Tegelijk zijn ze echter ook medewetgever. U stelt weliswaar dat de drie auteurs op persoonlijke titel schrijven, maar tegelijk meldt u ook nadrukkelijk dat ze in de Tweede Kamer een oppositiepartij, een gedoogpartij en een regeringspartij ‘vertegenwoordigen’. Het lijkt mij niet verstandig om columnisten aan te trekken die zo nadrukkelijk rekening moeten houden met partijpolitieke overwegingen.

Er is niets op tegen als we weten van welke politieke partij een columnist lid is – Bart Tromp, die jarenlang in Het Parool schreef, is een uitstekend voorbeeld – maar van een columnist verwachten we toch dat we hem of haar primair als een onafhankelijk commentator zonder nadere belangen kunnen zien. Dat is hier niet het geval. Bovendien is de verdeling vreemd. In de Tweede Kamer beschikken de partijen die de regering steunen, over 76 zetels, de overige partijen hebben er 74. Voor het evenwicht had u binnen de laatste groep dan minstens twee columnisten moeten zoeken.

Beter was het echter geweest om andere, meer onafhankelijke politieke commentatoren aan te trekken, indien er al behoefte was aan nieuwe columnisten dan. In deze tijd van internet kunnen politici op alle mogelijke manieren hun mening kwijt. In een krant als NRC Handelsblad verwachten we juist politieke beschouwingen die vanuit een meer vrije positie geschreven zijn. Maar vanwege het aantrekken van Ton Elias of Femke Halsema zou ik zeker mijn abonnement niet beëindigd hebben.

-

Met Martin Bosma ligt dat anders. Door hem een column aan te bieden, hebt u naar mijn idee een journalistieke kwaliteitsgrens overschreden. Ik haast me hieraan toe te voegen dat ik zeker niet van mening ben dat u geen opinieartikelen van de hand van Bosma zou mogen plaatsen. In juli hebt u bijvoorbeeld een artikel van zijn fractieleider, Geert Wilders, geplaatst en dat gaf een uitstekend beeld van diens denken. Ik heb de gelegenheid gekregen daar in de krant van 24 juli op te reageren en ben op een zo welwillend mogelijke wijze op zijn stellingen ingegaan. Zoals ik politiek tegen een zogenaamd cordon sanitaire rond de PVV ben en ervoor pleit om met de partij in dialoog te treden en te proberen die te bewegen tot erkenning van de fundamentele beginselen van ons rechtsbestel, zo ben ik er in intellectueel opzicht zeker voor om kennis te nemen van mogelijk belangwekkende bijdragen aan de meningsvorming uit die hoek en om daar soms op te reageren.

Er is echter een groot verschil tussen een vaste column en losse opinieartikelen. Stukken uit de laatste categorie worden individueel, stuk voor stuk, beoordeeld. Over elk artikel velt de opinieredactie eerst een oordeel: voldoet het aan minimale kwaliteitseisen, kloppen de feiten, draag het nu iets bij aan het debat? Een glorieus moment in de geschiedenis van de krant is altijd nog de afwijzing in 2007 van het stuk van Geert Wilders voor een verbod op de Koran: niet vanwege inhoudelijke redenen, maar omdat het niet aan minimale kwaliteitseisen inzake argumentatie en onderbouwing voldeed. De uitleg van Sjoerd de Jong destijds was subliem. Een krant die niet primair op scoren uit is, maar de kwaliteit voorop stelt, die bouwt vertrouwen op.

Een column is iets anders. Terwijl de redactie aan opiniestukken elke keer het kwaliteitsoordeel a posteriori meegeeft, verleent ze dat bij een columnist a priori. Kennelijk heeft men op grond van wat men weet, een zodanig vertrouwen in een scribent dat men diens stukken ook ongezien wenst te plaatsen. Uiteraard zal een redactie ook columns bekijken en ik neem aan dat als men feitelijke vergissingen of onheldere zinnen of redeneringen aantreft, men daarover met de auteur in overleg treedt, maar bij een column gaat het toch om – hopelijk gegrond – vertrouwen vooraf in de persoon van de columnist; bij opinieartikelen gaat het om een oordeel achteraf over een stuk. Dat is een belangrijk verschil.

Er is daarom helemaal niets op tegen om van tijd tot tijd artikelen van Martin Bosma te plaatsen, indien die aan enkele minimale criteria voldoen. Er is echter wel heel veel tegen om deze volksvertegenwoordiger een vaste column te geven. Ik zie twee hoofdbezwaren.

-

Het eerste is dat Bosma deel uitmaakt van een fractie die gekozen is op een politiek program dat evident antirechtsstatelijk is. (Ik kan zelfs niet schrijven dat hij ‘lid’ is van de PVV, omdat de partij waar hij op de een of andere wijze bij hoort, slechts één lid telt.) Iedereen die het program van de PVV toetst aan de elementaire beginselen van de liberale rechtsstaat, zal zien dat de partij tornt aan een aantal elementaire grondrechten – de rechtsgelijkheid, de vrijheid van meningsuiting, levensovertuiging en onderwijs onder meer – en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht teniet wil doen. Ik hoef dat hier nu niet uitvoerig uit te leggen. Ik heb dat eerder gedaan en bovendien heeft uw krant zelf een en ander in hoofdredactionele commentaren opgemerkt.

Een liberale krant als NRC Handelsblad hoort aan vele stemmen ruimte te geven, van links tot rechts, juist omdat ze liberaal is, en dat heeft de krant ook altijd op een uitstekende wijze gedaan. Maar moet men nu werkelijk een column geven aan een vertegenwoordiger van een beweging die de fundamenten van ons rechtsbestel bestrijdt? Ik denk het niet. Het kan inzicht bieden om zo iemand daar afzonderlijke artikelen over te laten schrijven, maar als men iemand een column aanbiedt, wijst dat op een minimaal kwaliteitsstempel. Moeten we het normaal vinden dat iemand die de gedeelde en beproefde waarden van onze samenleving afwijst, a priori de vrije hand krijgt? Nee, zeer zeker niet.

In het befaamde eerste commentaar van 1 oktober 1970, ‘Onze beginselen’, waar de huidige hoofdredacteur precies veertig jaar na dato op de voorpagina naar verwees, staat onder meer deze zin: ‘De grens van die verdraagzaamheid ligt evenwel daar waar anderen onze vrijheid dreigen aan te tasten.’ Ik vind die uitspraak enerzijds iets te streng, anderzijds iets te ruim. Ze doet denken aan de tegenwoordig herhaaldelijk geponeerde stelling – veelal onder verwijzing naar een opmerking van Karl Popper in een voetnoot van diens The Open Society and Its Enemies (1945) – dat men tolerant moet zijn tegenover de toleranten, maar intolerant tegenover de intoleranten. Mij gaat dat net te ver. Tolerantie schept een vrije ruimte op zich en als men die eenmaal vastgesteld heeft, geldt die ook voor de intoleranten. Tolerantie is geen kwestie van do ut des, van onderhandelen en uitruilen, maar van principes. Tegelijk gaat het niet alleen om ‘onze’ vrijheden, maar ook om de vrijheden van anderen. Ook tegenover intoleranten dient men vaak tolerant te zijn, maar tegelijk dient men ook de vrijheid van allen te beschermen. Welnu, het is volstrekt helder dat de PVV niet voor de vrijheid van alle Nederlanders opkomt, maar die van sommige landgenoten wil aantasten. Dat dient men te tolereren, maar niet te erkennen door een vertegenwoordiger van die partij van te voren de vrije hand te geven. Men hoeft slechts naar de beginselen van de eigen krant te kijken.

-

Dan het tweede bezwaar. Ik heb het boek van Martin Bosma, De schijn-élite van de valse munters (2010) gelezen. Wat Femke Halsema daar gisteren in haar eerste column over schreef, kan ik alleen maar beamen: het bevat ‘een lange reeks verdachtmakingen, waarbij willekeurige citaten worden voorzien van gepeperde conclusies: suggestief en veroordelend, zonder enig werkelijk bewijs.’ Het probleem van het boek is niet zozeer wat Bosma nastreeft. Daarover komen we eigenlijk nauwelijks iets te weten, behalve dan dat hij voor een monoculturele samenleving is. Hoe hij die denkt te kunnen verwezenlijken, daarover zegt hij in praktische zin bijna niets. Het grote probleem van het boek is dat de auteur het zicht op de werkelijkheid totaal kwijt is. Zin en onzin zijn op een schier onontwarbare wijze verweven.

Bosma kan zeker schrijven en hij heeft ook wel eens iets gelezen, maar tot een open, kritische, onafhankelijke analyse is hij niet in staat. Het boek is een product van ideologische verblinding, waarbij moeilijk valt te construeren wat de samenhang van deze voorlopig nog naamloze ideologie is. Wat vooral blijkt, is dat Bosma wanhopig op zoek is naar vijanden, die hij alleen maar kan vinden door van de opvattingen van werkelijk bestaande mensen grove karikaturen te schetsen. Typerend is bijvoorbeeld dat hij het steeds heeft over de zogenaamde ‘massa-immigratie’, maar zich geen moment afvraagt hoe en waarom immigranten bijvoorbeeld naar Nederland zijn gekomen, kortom welke processen zich feitelijk hebben voorgedaan. Hij doet net alsof ze bewust gehaald zijn – in zijn mythologische wereldbeeld natuurlijk door vermaledijde ‘elites’ - terwijl het overgrote deel toch echt zelf is gekomen. (Bij mijn weten is slechts een relatief kleine groep vluchtelingen, waaronder een huidige NRC-columnist uitgenodigd en dat zeker niet zonder goede redenen.) Bosma is zozeer door vijanddenken en ideologische verblinding bevangen dat hij niet meer in staat is te vragen naar de werkelijkheid of kritisch na te denken.

Het lijkt mij niet dat men zo iemand als columnist dient aan te trekken. Van een columnist mag men allereerst verwachten dat hij eerbied heeft voor feiten en ten tweede dat hij in staat is tot zelfstandig en kritisch nadenken. Iedereen die het boek van Bosma gelezen heeft – het is hier niet de plaats voor een uitgebreide analyse of recensie -, weet dat hij niet aan deze twee voorwaarden voldoet. Dat zegt, nogmaals, niet dat hij niet in staat zou zijn incidenteel een belangwekkend artikel te schrijven, aan zo iemand dient men echter niet het vertrouwen te schenken dat de voorwaarde voor een vaste column vormt.


Lees verder: http://jandirksnel.web-log.nl/jandirksnel/2010/11/waarom-ik-nrc-handelsblad-opgezegd-heb-.html

4 opmerkingen:

Anoniem zei

Een kritische krant zou sowiezo geen politici aantrekken als columnist,zo kan men van de NRC niet verwachten dat de columnist kritisch is.

anzi

Sonja zei

Martin Bosma in NRC:

"Ik ben vierkant pro-Israël ('extreem-rechtse kolonistenleiders' - zoals de krant hen noemt - zijn voor mij mensen bij wie ik graag over de vloer kom)."

Column hier te lezen

Anoniem zei

Geen verrassing,ook geen verrassing dat de NRC 1 van de grootste viespeuken van de PVV een podium geeft. Geld en criminaliteit blijft altijd met elkaar verweven. Tegenwoordig ga ik wat regelmatiger buurten bij Geen Stijl. Moet bekennen dat ik daar wat selectief in ben, maar toch, ik bedoel maar, ik vroeg me al af, waar blijft het antwoord, maar hier is tie weer. Artikel 7 ploft uit elkaar van ellende.

Vandaag Billenkoek voor Van Bemmel vier maanden te laat

Het is RTL gelukt om nauwkeurig in beeld te brengen wie van onze parlementariërs zoet is geweest en wie de roe krijgt. Stout zijn één SP'er, één VVD'er en vijf PVV'ers. O ja, en een GroenLinkser die ooit betrapt is op zwartrijden. Valt weer vies tegen met het buiten de pot pissen van de Nederlandse volksvertegenwoordigers, de brave borsten. Maar consequenties heeft de inquisitie van de Life&Cooking-journalisten wel. Jhim van Bemmel gaf namelijk toe valsheid in geschrifte te hebben gepleegd en kreeg onmiddellijk billenslaag van patriarch Wilders. Nou ja, 'onmiddellijk', 'onmiddellijk', dat valt natuurlijk ook wel weer mee. Geert had dit vier maanden geleden namelijk al kunnen oplossen. Toen was namelijk allang bekend dat Jhim enorm creatief kan goochelen met cijfertjes. Oftewel, OUD REPOST -1 FAIL! Toen was er echter geen hype om snoeihard op te treden tegen misstappen uit het verleden, dus vond Wilders het blijkbaar niet zo interessant om standjes uit te delen. Politiek minder effectief op dat moment, of zo. Ach ja, ad hoc strompel- en struikelpolitiek, hoort er allemaal bij als nieuwe partij. Jij nog wat leuks toe te voegen, Eric Lucassen? "In de afweging of deze feiten mijn lidmaatschap van de Tweede Kamer of mijn functioneren als Kamerlid in de weg zouden staan, heb ik beoordeeld dat dat niet het geval hoefde te zijn. Ik had die beoordeling niet zelf mogen maken." Nou, Eric, kastijd jezelf vooral niet te hard, zo'n beoordeling wordt vanzelf door anderen gemaakt. Hebben we media voor. Tja, mensen, succesvol besluiten nemen, helemaal zo makkelijk nog niet. Nu we het daar toch over hebben, wanneer is het 'Welkom Terug!'-feestje voor Sharpe eigenlijk?

anzi

Anoniem zei

Geef mij zo,n straf. In plaats van een knieschot extra vrije dagen. Wij dokken wel voor dit stelletje ongein. En die anderhalve voorgekauwde zin die eruit zijn strot kwam zal ook zeker 6 weken gemist worden.


DEN HAAG - PVV-Tweede Kamerlid Jhim van Bemmel mag de komende zes weken nergens het woord over voeren.
© ANPOok raakt hij zijn eerste woordvoerderschap op het gebied van de rijksuitgaven kwijt.

Dat heeft PVV-leider Geert Wilders donderdag laten weten. Hij neemt de maatregelen, omdat Van Bemmel bij zijn sollicitatie als Kamerlid heeft verzwegen dat hij in 2006 is veroordeeld voor valsheid in geschrifte.




Strafrechtelijk verleden

Wilders kondigde woensdag al aan dat Van Bemmel een deel van zijn portefeuille moet inleveren. Aanleiding daarvoor was het onderzoek van RTL Nieuws naar het strafrechtelijk verleden van alle Tweede Kamerleden.

''Van Bemmel zal tot het einde van het kerstreces nergens het woord over voeren'', aldus Wilders. Het kerstreces duurt tot 10 januari 2011.

Nu.nl 25.11.2010

anzi

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...