donderdag 11 november 2010

Arie Elshout van de Volkskrant 10

Ik citeer:

Arie Elshout (1954) studeerde mo-geschiedenis in Amsterdam. Na het behalen van zijn onderwijsakte werd hij in februari 1977 leraar geschiedenis. Na tweeëneenhalf jaar stapte hij over naar de journalistiek door redacteur Buitenland te worden bij het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP).
http://opinie.volkskrant.nl/author/show/id/37/Arie_Elshout

Begin dit jaar schreef Elshout het volgende:

Het antwoord op de vraag wat dit soort moslim-radicalen beweegt, zoeken we vaak in het gedrag van het Westen. De oorlogen in Irak en Afghanistan worden dan het eerst genoemd. En inderdaad, de militaire acties van de Amerikanen en de NAVO zullen tal van jonge moslims in de armen drijven van terreurbewegingen als Al Qaida.

Toch is daarmee de opkomst van het radicalisme niet afdoende verklaard. Kijk naar de chronologie. In 1993 werd voor het eerst geprobeerd het WTC in New York op te blazen. Er werd toen geen oorlog gevoerd in Afghanistan of Irak. Sterker nog, de NAVO probeerde destijds uit alle macht de Bosnische Moslims te beschermen tegen de Serviërs. Zoals zij in 1999 de moslims van Kosovo te hulp kwam. Het bondgenootschap maakte toen hele vuile handen ten behoeve van moslims, maar dat was voor Al Qaida geen reden af te zien van de voorbereiding van de aanslagen van ‘11 september’. Het moslim-terrorisme moet dus andere bronnen hebben.

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2664/Nieuws/article/detail/971934/2010/01/06/Moslim-terrorisme-een-gevolg-op-zoek-naar-een-oorzaak.dhtml

Ik vrees dat Elshout zelfs met zijn diploma geschiedenis op zak toch niet beseft wat een historisch bewustzijn is. Arie is een korte termijn denker. Laat ik u een illustratie geven van wat een historisch bewustzijn kan betekenen.Vele jaren geleden stond ik in het noorden van Aleppo in Syrie in een stil landschap met prachtige oude vervallen kerkgebouwen in een gebied dat bekend staat om zijn 200 dode steden, waar ooit eens een schitterende christelijke cultuur had gebloeid. Ik werd rondgeleid door een Syrische vierdejaars student archeologie die me in een vloeiend Engels zei:

Kijk om u heen en u ziet het. Hier zijn talloze culturen en volkeren en imperia doorheen gestrokken, millennialang, de Hittieten, de Egyptenaren, de Grieken, de Perzen, de Romeinen, de Mongolen, Timoer Lenk en zijn horden, De Seldjoeken, de Ottomanen, de Fransen, de Engelsen, zelfs de Amerikanen in Libanon, wat oorspronkelijk Syrisch gebied was. En waar zijn ze nu al die machtige heersers? Ze zijn er niet meer. En hun rijken zijn ineen gestort. We hebben het beste wat ze te bieden hadden overgenomen en de rest hebben we verworpen. En in de toekomst zullen nieuwe imperia hier doorheen trekken en machtig zijn. Tijdelijk, want alles is zoals bekend tijdelijk.

We keken om ons heen en zagen ruines. Hij had gelijk. De student gaf een schoolvoorbeeld van wat een historisch bewustzijn inhoudt.

Voor een doorsnee westerse journalist met een kort tijdsbesef, die nog net in termen van vandaag en morgen kan denken, staat dit wereldbeeld ver van hem of haar af. Het probleem daarbij is dat het westers gebrek aan een waar historisch bewustzijn ook van diepgaande invloed is op het beeld dat men zich vormt van heden en toekomst. Daardoor begrijpen onze opiniemakers doorgaans niet dat er elders in de wereld een diepgaander historisch bewustzijn bestaat. De Amerikaanse hoogleraar Hamid Dabashi toont dienaangaande in zijn studie Iran. A People Interrupted haarscherp aan dat

The American empire and the European colonialism that came before it made deep and traumatic impressions on many countries, wounds that must not be forgotten, not consigned to oblivion at 'the end of history' [...] modernity itself went around the globe through the gun barrel of colonialism.

De ervaring van de werkelijkheid die in Arie Elshout's bewustzijn is teruggebracht tot enkele jaren strekt zich in het bewustzijn van de bewoners van bijvoorbeeld het Midden Oosten uit tot eeuwen, zo niet millennia. Arie's historisch bewustzijn is zo beperkt dat zelfs, ik doe een greep, 1953 daar niet meer onder valt. 1953? Jazeker, het jaar dat de CIA in Iran een coup liet plegen die de Sjah weer aan de macht hielp en de democratisch gekozen regering van Mohammed Mossadeq ten val bracht. De directe aanleiding was het feit dat de Iraanse regering de Iraanse oliebronnen had genationaliseerd en dat accepteerde het Westen niet. Door de westerse ingreep werd Iran van een democratie een dictatuur, met als gevolg dat het normale democratiseringsproces fundamenteel gefrustreerd werd. De Iraanse bevolking betaalt nu nog steeds een hoge prijs voor de westerse bemoeienis. En uiteindelijk blijkt ook nog eens dat de westerse politiek contraproductief is. Hetzelfde geldt voor het democratiseringsproces in de Arabische wereld dat mede door het toedoen van de westerse machten totaal verstoord is geraakt. Niet voor niets houden wij een dictatuur in onder andere Egypte en Saoedie Arabie overeind, met evenveel gemak als de westerse machthebbers decennialang Saddam in het zadel hielden, tot hij uit de pas ging lopen. Arie Elshout begrijpt niet hoe groot het historisch bewustzijn van de bewoners van het Midden Oosten is, en hoe ingrijpend onze politiek voor hen is geweest. Ondanks zijn geschiedenisdiploma lijkt hij niet verder te kunnen denken dan in termen van enkele jaren. Laat ik nog een voorbeeld geven dat bijvoorbeeld de Arabieren niet vergeten zijn:

In een moment van opmerkelijke openheid verklaarde in 1898 de Britse onderkoning van India, Lord George Curzon: 'Ik beken dat voor mij [landen] stukken zijn op een schaakbord waarmee een groot spel wordt gespeeld met als inzet de heerschappij over de wereld.' Een van die stukken was Perzië en het aansluitende gebied rond de Golf. Die strategisch belangrijke regio moest veilig gesteld worden tegen het expansionisme van het Russische rijk. In mei 1903 liet de toenmalige Britse minister van Buitenlandse Zaken, Lord Landsdowne, het Hoger Huis weten dat zijn regering 'het vestigen van een marinebasis of een versterkte haven rond de Perzische Golf door een andere grootmacht als een zeer ernstige bedreiging [zal] beschouwen van de Britse belangen, en we zullen het zeker belemmeren met alle middelen die ons ter beschikking staan.' Nog voor het einde van dat jaar maakte Lord Curzon een rondreis door het Golfgebied om naar de buitenwereld toe andermaal te benadrukken hoe serieus de oliebelangen voor het Brits imperium waren. Vijftien jaar later, tien dagen na de wapenstilstand die een einde maakte aan de Eerste Wereldoorlog, vertelde Lord Curzon, ditmaal als voorzitter van de Inter-Geallieerde Petroleum Conferentie, dat 'een van de meest verbazingwekkende dingen' die hij als lid van het Britse Oorlogskabinet tijdens de gevechten in Frankrijk en Vlaanderen had gezien 'het enorme leger van gemotoriseerde vrachtwagens' was geweest, om daar vervolgens de conclusie aan te verbinden dat 'de geallieerde zaak naar de overwinning was gedreven op een golf van olie.' De Franse afgevaardigde bij deze conferentie, senator Henry Bérenger, directeur van het Comité Général du Pétrole, was tijdens het banket nog explicieter. Olie was 'het bloed van de aarde' en tegelijk 'het bloed van de overwinning… Duitsland had teveel opgeschept over de superioriteit van ijzer en kolen, maar het had onvoldoende rekening gehouden met de superioriteit van olie. Zoals de olie het bloed van de oorlog is geweest, zo zal het het bloed van de vrede zijn. Op dit moment, bij het aanbreken van de vrede, vragen onze burgerbevolkingen, onze industrieën, onze handel, onze boeren allen naar olie, naar meer benzine.' Om zijn punt te onderstrepen sloot Bérenger zijn toespraak in het Engels af met de gedenkwaardige woorden: 'Meer olie, almaar meer olie.' Binnen twee weken nadat Curzon en Bérenger op 'het bloed van de overwinning' hadden getoast reisde de Franse premier Georges Clemenceau naar Londen om daar over de oorlogsbuit te onderhandelen. Nu olie de toekomst van de mensheid bepaalde was een van de belangrijkste gesprekthema's hoe de gebieden waar de oliebronnen lagen zouden worden verdeeld. De vraag was daarom wie welke provincie van het ineengestorte Ottomaanse Rijk in het Midden Oosten in handen zou krijgen. Groot Brittannië eiste Mesopotamië op, inclusief het olierijke gebied rond Mosul dat de Franse staat had geclaimd. De Britse premier Lloyd George stelde voor dat de Fransen Syrië zouden krijgen als ze afstand deden van Mosul. Clemenceau ging akkoord op voorwaarde dat zijn land een deel van de opbrengsten van de olieproductie zou ontvangen. En zo geschiedde. Ambtenaren gingen aan de slag en binnen twee jaar was het Midden Oosten in afzonderlijke staten opgedeeld. Met passer en liniaal was een reeks Arabische staten op een tekentafel ontworpen, geheel conform de geopolitieke belangen van de koloniale machten. Een van de landen die vanuit het niets was gecreëerd kreeg de naam Irak. Etnische en religieuze verschillen van de plaatselijke bevolking werden daarbij genegeerd. Koerden, sjiieten en soennieten waren lukraak bijeen geveegd en onder een door de Britten tot koning verheven zoon van een Saoedisch stamhoofd gesteld. Toen de Koerden daartegen in opstand kwamen en door de Britse Strijdkrachten met zenuwgas werden bestookt, reageerde Winston Churchill als minister van Koloniën met de opmerking: 'Ik begrijp die teergevoeligheid niet over de inzet van gas. Ik ben er zeer voor geporteerd om gifgas te gebruiken tegen ongeciviliseerde stammen.' Elders in Irak werd de onafhankelijkheidsbeweging de kop ingedrukt door het met artillerievuur verpulveren van dorpen, het vernietigen van landbouwgrond met fosforbommen en het verspreiden van metalen kraaienpoten om het vee te verminken. Tot 1956 zou Irak in alles behalve naam een uiterst lucratieve kolonie van het Britse rijk blijven. Een van de grootste autoriteiten op het gebied van oliepolitiek, de schrijver en adviseur Daniel Yergin, schreef in 1991: 'De Eerste Wereldoorlog maakte het overduidelijk dat petroleum een wezenlijk bestanddeel was geworden in de strategie van naties; en de politici en bureaucraten… zouden vanaf nu halsoverkop naar het brandpunt van de strijd rennen, in de competitie worden gezogen door een gemeenschappelijke besef - dat de naoorlogse wereld een steeds grotere hoeveelheid olie voor zijn welvaart en nationale macht nodig zou hebben. De strijd zou zich focussen op die ene specifieke regio - Mesopotamië.'

Ik herhaal de woorden van Winston Churchill die hij uitsprak na de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog:

Ik begrijp die teergevoeligheid niet over de inzet van gas. Ik ben er zeer voor geporteerd om gifgas te gebruiken tegen ongeciviliseerde stammen.

Arie Elshout weet dit kennelijk niet, in elk geval speelt dit soort feiten geen enkele rol van betekenis in zijn simplistische voorstelling van zaken. Maar de slachtoffers en hun nakomelingen zijn het verleden niet vergeten. Historisch bewustzijn is bij de meeste mensen die onder ons kolonialisme hebben geleden of daar nog steeds onder zwichten geen theoretisch model, maar een praktische ervaring, geen hoogdravende woorden, maar een keiharde werkelijkheid. De mensen in het Midden Oosten kijken dwars door de betoogjes van opiniemakers als Arie Elshout heen. Deze praatjes kan hij in een polderkrant verkopen, maar niet aan de grote mensenwereld, want daar weet men beter dan Arie hoe de werkelijkheid eruit ziet. Honderden miljoenen mensen, zo niet miljarden, hebben er elke dag weer mee te maken. Die weten als geen ander dat de westerse rijkdom vanaf het allereerste begin gebaseerd was op de grondstoffen van elders en nu ook op de inzet van de onderdrukte arbeiders in de goedkope lonenlanden. Zonder bloed, zweet en tranen van de Derde Wereldbewoners was het kapitalisme nooit tot ontwikkeling gekomen. Voor die mensen is het gebabbel van de woordvoerders van de westerse autoriteiten niet meer dan een overtollige luxe die ze zich niet kunnen permitteren. Dat gebabbel dient alleen maar om de westerse macht nog enig postuur te kunnen geven, maar het blijft natuurlijk nonsens. De werkelijke functie van onze goedbetaalde opiniemakers in de mainstream media is nu juist het vernietigen van een serieus historisch bewustzijn, omdat het anders zo duidelijk wordt hoe de kaarten geschud zijn. Ze moeten 1953 en al die andere jaartallen waarin het Westen zijn koloniale of neokoloniale terreur toonde wel negeren. Niet journalisten als ik, maar mensen als Arie Elshout kunnen adjunct-hoofdredacteur worden van een commercieel dagblad als de Volkskrant. En juist deze opiniemakers kunnen niet begrijpen dat veel volkeren net als de

Iranians became colonized and exposed to European modernity at one and the same time; thus, they can be modern only in a colonial sense, and they cannot be decolonized without simultaneously losing the presiding sense of how to live with the modernity of their own history... Caught in the snare of that paradox, the cul-de-sac of colonial modernity, of being modern in the indignity of colonial terms or else decolonized with the delusions of cultural authenticity, which is itself the worst kind of 'Westoxication,' Iranians (like all other people around the world marginalized around the imaginary center of 'the West') have fended for themselves by oscillating among nationalist, socialist, and Islamist terms of their struggles for freemdom and democracy

Een interview met professor Dabashi kunt u hier beluisteren:



13 opmerkingen:

Anoniem zei

Elshouts historische bewustzijn mag tekortschieten, van zijn analyse van wat er vandaag de dag aan de hand is sla ik ook niet achterover:

"...Hij zag tribale hartstochten, etnische haatgevoelens en religieus fanatisme en zei dat die ‘onvermijdelijk’ zouden resulteren in geweld.

Nu vrezen we niet meer het communisme, nu vrezen we iets onbestemds, had hij kort daarvoor geschreven. Tot op vandaag echoot dat ‘iets onbestemds’ nog na bij mij..."

http://opinie.volkskrant.nl/artikel/show/id/3790/Vrees_voor_het_onbestemde

jan

Anoniem zei

"Sterker nog, de NAVO probeerde destijds uit alle macht de Bosnische Moslims te beschermen tegen de Serviërs."

Jazekers.

anzi

Sonja zei

"De directe aanleiding was het feit dat de Iraanse regering de Iraanse oliebronnen had genationaliseerd"

"met evenveel gemak als de westerse machthebbers decennialang Saddam in het zadel hielden, tot hij uit de pas ging lopen."

In 1972 nationaliseerde Saddam Hoessen de Iraq Petroleum Company die in Westerse handen was, en het monopolie had op de Iraakse oliemarkt.
Eind 2000 accepteerde hij voor Irak's olie alleen nog maar euro's in plaats van dollars.

Lees ook The Guardian: The real reasons Bush went to war (2004)

Paul J zei

Maar Stan, Elshout in onze Nederlandse Tom Friedman! Dezelfde voorliefde voor "hooggeplaatste" insiders, dezelfde pseudo-geïnformeerdheid en, zoals jij uitstekend beschrijft, dezelfde ahistorische bijziendheid.

Een belangrijke 'nabije' factor in de voorgeschiedenis van Al Qaeda-terreur (in aanvulling op de bredere historische die jij beschrijft) is natuurlijk het Amerikaanse verbond met de Moedjahedien in Afghanistan in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Daaruit is Al Qaeda rechtstreeks voortgesproten. Zoals de journalist Robert Dreyfuss beschrijft in zijn boek Devil's Game, gaat de steun van het Westen aan rechtse Islamfundamentalisten zelfs nog verder terug, nl. naar de jaren dertig. Oa tegen Nasser steunde de Amerikanen het Moslimbroederschap (dat was in de jaren vijftig en zestig). De aanslagen van 11/9 worden door echte deskundigen vaak omschreven als typische 'blowback'. Dat lijkt me precies de spijker op de kop.

Lucas zei

"Arie Elshout (1954) studeerde mo-geschiedenis in Amsterdam. Na het behalen van zijn onderwijsakte werd hij in februari 1977 leraar geschiedenis. Na tweeëneenhalf jaar stapte hij over naar de journalistiek door redacteur Buitenland te worden bij het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP)."

Is misschien wel helemaal niet waar, maar hij zegt het zelf, op een opiniepagina moet dat kunnen, net zoals "Yochanan Visser woont en werkt in Israël."

Paul J zei

Naar aanleiding van wat Sonja zei: misschien ken je hem al maar de Engelse stand-up comedian Robert Newman heeft een sublieme conference over dit alles, 'Rob Newman's History of oil' (een politiek geëngageerde conferencier, kom daar eens om in ons landje).

http://video.google.com/videoplay?docid=-5267640865741878159#

Anoniem zei

Geweldige video van Robert Newman. Goed & geestig.

eGast

Sonja zei

Leuk Paul, bedankt! (nou ja, leuk...)

Anoniem zei

Inderdaad, Stan, "Arie is een korte termijn denker". Nog sterker: binnen dit enkele stuk moet hij per zin nog korter denken dan over het geheel. Voor elk onderwerp in "moslim-terrorisme" dat hij noemt, moet hij een mini-periode kiezen (met bijbehorende mini-logica) om zijn stelling te ondersteunen.

Armoede? "de terroristen die we kennen zijn meestal helemaal geen arme doetsloebers".

Israel? "De Israëlische bezetting van Palestijnse gebieden [btw, nou schrijf je het zelf, Volkskrant! eG] wordt ook gezien als belangrijke steen des aanstoots, maar een feit is [dat] Osama bin Laden zich aanvankelijk [sic] helemaal niet om de Palestijnen bekommerde". Mini-conclusie Elshout: het gedrag van het westerse Israel doet er niet toe voor moslims.

Sjiieten en sunnieten onderling? "... aanslagen op sjiieten in Pakistan, Irak en Afghanistan. Ik neem niet aan dat zij werden gedood wegens een grief tegen het Westen" (Alsof het Westen in die drie landen geen "gedrag" vertoont. Maar goed). Hoe is dit "moslim-terrorisme"? Als een blanke Nederlander een fiets jat van een blanke Nederlander, hoe noem jij dat dan?

Is nou Rumsveld of Bush fout? "òf de moslim-wereld wordt [het is nu enkelvoud geworden!] boos omdat de Amerikanen Saddam hebben afgezet, òf ze is kwaad omdat de Amerikanen Saddam omarmen". Wat gemeen, dat die moslim zo inconsekwent is! Nou snapt Elshout het niet meer. Het is geméén. Ik krijg er hoofdpijn van. Het gaat me draaien!

Ik herinner me dat Alan Dershowitz laatst op de AIPAC meeting op dezelfde manier Israel vrijpleitte: alles is incidentje, momentje, logicaatje. Zoiets als: 'in de maanden x,y,z pleegden Palestijnen 5 aanslagen, terwijl Israel helemaal niks deed in die drie maanden.'

Beste Arie Elshout,
Het is niet moeilijk. Moslims zeggen: rot op met je koloniale gedoe.

egast

eGast

stan zei

egast

ik was ook van plan de hele tekst te analyseren met alle verborgen aannames.
stan

Sonja zei

Ik ben wel eens begonnen met het maken van web software waar je de dagelijkse ANP-berichten mee kunt ophalen en je vervolgens voor bepaalde woorden en zinsneden meerdere opties krijgt (zo'n select box) met synoniemen en eufemismen. Op die manier maak je een geheel nieuwe tekst, die je vervolgens kunt opslaan, printen of op het web kunt publiceren e.d. Tongue in cheek natuurlijk, maar met een serieuze ondertoon. Ik noemde het The Journalizer. Misschien moet ik het weer eens opvatten.

Anoniem zei

Re Stan: ga je gang hoor, er zit nog genoeg in. Ik heb eerst de makkelijkste gepakt, om het te leren zeg maar.

eGast

AdR zei

Koerden, sjiieten en soennieten waren lukraak bijeen geveegd en onder een door de Britten tot koning verheven zoon van een Saoedisch stamhoofd gesteld.

"Saoedisch" kan hier alleen een geografische aanduiding zijn. Immers, de koloniale machten installeerden juist leden van de door de Saoeds verdreven Hasjem-dynastie in de door hen gecreëerde stukken op de kaart: Irak, Syrië, Jordanië. De monarchie in Syrië heeft nooit gefunctioneerd, in Irak vond de republikeinse revolutie plaast op 14 juli (!) 1958 - in de straten van Bagdad zong men de Marseillaise, de VS-bezetters hebben het herdenken van deze dag verboden - en inmiddels is het uitgesneden hoekje (Trans-)Jordanië het latste toevluchtsoord van deze dynastie. De Hasjems waren verdreven door de door het wahabisme geïnspireerde Saoeds, naar wie het grootste deel van Arabië inmiddels vernoemd is, en met wie goede zaken gedaan konden worden terwille van de oliewinning, tot op heden.

De Hasjems hadden tot de opkomst van de Saoeds het beheer over de heilige steden Mekka en Medina. De kolonialen vonden dat ze voor dit verlies gecompenseerd moesten worden vanwege bewezen diensten tijdens de Eerste Werledoorlog.