dinsdag 6 april 2010

Israel als Schurkenstaat 93


Dames en heren,

Zoals bekend houdt de staat Israël de schijn op dat het mogelijk niet beschikt over kernwapens. Israël wil het bezit ervan bevestigen noch ontkennen. Dit heet het ‘beleid’ van ‘nuclear ambiguïty’, hoewel het meer klinkt als een woordenspelletje dan als ‘beleid’. Er is nog zo’n Israëlisch woordspel dat tot doel heeft de werkelijkheid te versluieren, in plaats van in klaar daglicht te plaatsen. Israëlische politici hebben het bij voorkeur over ‘de betwiste gebieden’, of kortweg over ‘de gebieden’ in plaats van over de bezette Palestijnse gebieden, als Palestina in het geding is. Woorden dienen politici en diplomaten maar al te vaak om de werkelijkheid te verpakken, in plaats van hem bloot te leggen, niet alleen in Israël overigens.

Het dure woord ‘ambiguïteit’ in ‘nuclear ambiguïty’ moet suggereren dat er goed is nagedacht en dat het gaat om een serieuze zaak. Om redenen waar ik op terugkom, acht ik dat inderdaad heel waarschijnlijk, al vermoed ik dat het de bedenkers van de frase er vooral om te doen is geweest hun echte bedoelingen te verbergen.

Maar eerst iets anders. Op het recente Cidi-symposium in het Vredespaleis in Den Haag werd het woordspelletje weer opgevoerd, door de Israëlische vice-premier Dan Meridor. ‘Ver wacht u van mij niet dat ik het bestaan van een Israëlisch kernwapen zal beamen of ontkennen’, zei hij op een vraag ongeveer. De zaal , vol met rond de 500 goed geklede gasten, slikte het, en vond het best vermakelijk, Dan Meridor glimlachte en je zag iedereen denken: die dekselse Israëli’s toch, wat verkopen zij hun zaak weer behendig.

Waartoe dient het, zou je denken, dit ritueel, deze formule ‘wij bevestigen noch ontkennen het bezit van nucleaire wapens’ ? Het is een onlogische stelling. Waarom zou een staat die werkelijk geen kernwapens heeft, de indruk willen wekken dat het die misschien toch heeft? Een vermeend voordeel kan zijn: het scheppen van de fictie van nucleaire afschrikking. Of dat echt een voordeel is staat te bezien: wie vrees wil inboezemen moet niet verbaasd opkijken – en niet klagen- als anderen hun maatregelen treffen om zich niet te laten intimideren, bedreigen of chanteren. Zo’n staat is duidelijker door te zeggen: nee, wij beschikken niet over kernwapens; zij heeft in het diplomatiek verkeer een veel betere uitgangspositie om te verlangen dat andere staten die zich niet aanschaffen.

In het geval van Israël zou echter niemand dat geloven; daarvoor is er teveel bekend over de nucleaire capaciteit van het land. Ik zal u niet vermoeien met een overmaat aan détails, en er bestaan ook wel de nodige onzekerheden, maar niet over het basisfeit dat er sprake is van nucleaire bewapening.

Van de nucleair technicus Vanunu hebben we allemaal gehoord, de moedige klokkenluider van Dimona, nog voor het begrip klokkenluider bestond; hij heeft foto’s en tal van gegevens uit de reactorfaciliteit naar buiten gebracht; gekidnapped door de Mossad kreeg hij 18 jaar gevangenisstraf, waarvan 11 jaar in een isoleercelen en na zijn vrijlating een verbod om interviews te geven; het doet vermoeden dat hij de waarheid sprak, voor wie daar nog aan twijfelde. Ex-president Carter, van wie we mogen aannemen dat hij goed geïnformeerd was, zei ronduit dat Israël de beschikking had over 150 tot 200 atoomwapens; inmiddels circuleren er schattingen tot wel 400 kernwapens, waaronder mogelijks zelfs waterstofbommen. De eerste berichten daarover gaan terug tot 1989.

Wapenontwerp-, productie-, assemblage- en opslagfaciliteiten in Israël zijn met een grote mate van zekerheid bekend. Ze zijn na te lezen in een, niet op geheime gegevens maar op openbare bronnen gebaseerde studie uit maart 2009, door Abdullah Toukan en Anthony Cordesman, de laatste één van de beter geïnformeerde militair analisten wat betreft het Midden Oosten, met alles behalve een afkeer van Israël.

Israël beschikt over de onmisbare dragers, om nucleaire wapens naar hun doel te brengen, in de vorm van vliegtuigen en raketten, de Jericho I, II en II, de laatste een intercontinentale raket met een bereik van mogelijk 4800 tot 6500 kilometer, die operationeel zou kunnen zijn sedert 2008. Israël beschikt bovendien over zogeheten second strike capability, het vermogen om na een nucleaire aanval te hebben ondergaan zelf de tegenstander alsnog nucleair te vernietigen. Dit vermogen is geïnstalleerd op onderzeeboten; de eerste berichten daarover dateren van 2000.

De conclusie, ondanks allerlei onzekerheden, staat wel vast: Israël beschikt over de kennis, de infrastructuur en de middelen om een nucleair conflict aan te gaan.

Waarom dan toch de fictie overeind gehouden dat het bezit van nucleaire wapens bevestigd noch ontkend wordt, de ‘nuclear ambiguïty’. Het scheppen van onzekerheid bij tegenstanders over Israëls antwoord in geval van een aanval, en de voorzichtigheid die daar bij tegenstanders het gevolg van is, is de reden die wel eens opgegeven wordt. Ik geloof er niets van: immers, het publiek gelooft het sprookje niet, en er is geen echte of vermeende vijand die het wel geloven zal.

Een van de werkelijke redenen lijkt mij deze: Israël is geen partij bij het non-proliferatieverdrag, het NPV, net zo min overigens als India en Pakistan, in tegenstelling tot Iran overigens. Partijen bij het NPV zijn gehouden openheid te verschaffen en diverse soorten inspecties toe te laten. Toegeven te beschikken over nucleaire faciliteiten betekent dat de discussie een stap verder kan worden gebracht: namelijk naar de vraag waarom het betreffende land niet toetreedt tot het NPV, en het daarbij behorende regime aanvaardt van openheid en diverse soorten inspecties.

Dàt is wat Israël niet wil, en de eerste en tegen beter weten in volgehouden verdedigingslinie daartegen is: het bezit van kernwapens niet erkennen. Ik meen dat in mei 2009 de Amerikaanse regering heeft geopperd dat alle landen tot het NPV-verdrag zouden moeten toetreden, ongetwijfeld als een weg naar het bezweren van de spanningen met Iran, nog los van Obama’s beschaafd en nobel streven de wereld kernwapenvrij te maken, of althans kernwapenluw, als ik de vergelijking mag maken met het begrip ‘autoluw’.

Blijkens berichten in de krant was de schrik bij de Israëlische regering en diplomatie enorm, en het idee is weer even snel verdwenen als het door Clinton geopperd was. Niets meer van vernomen, sedertdien.

Waarom Israël geen partij bij het NPV wil zijn is rationeel eigenlijk nauwelijks te vatten. Het zou immers de Israëlische positie jegens Iran in één klap veranderen, van fanatiek, propagandistisch en buitengewoon gevaarlijk drijven en drammen, tot een voor iedereen aanvaardbaar en bijna moreel te omarmen standpunt. Nu verlangt Israël immers van Iran een vorm van medewerking en openheid die het zelf voor iedereen zichtbaar weigert te verschaffen. Dan echter zou Israël kunnen zeggen: wij betrachten de vereiste openheid, wij staan inspectie toe, wij houden ons aan de afgesproken spelregels, maar dan moet Iran dat ook doen, als wij zorgen hebben over ontwikkelingen daar.

Ik was in de gelegenheid afgelopen najaar een vraag hierover te stellen aan een andere Israëlische vicepremier, Danny Ayalon, tijdens een andere Cidibijeenkomst, die waar de voormalige nachtportier, nu minister van buitenlandse zaken van Israël, Avigdor Lieberman sprak. Ik heb Ayalon gevraagd of het geen dubbele standaard was: van Iran verlangen dat het afziet van zijn recht –want het is nog altijd een recht van Iran- om uranium te verrijken, maar zelf elke inspectie af te wijzen, en in tegenstelling tot Iran geen partij te zijn bij het NPV.

Ayalons antwoord was even voorspelbaar als onwaarachtig: het was geen dubbele standaard -hij zei dit zonder enige nadere argumentatie- Hij vervolgde brutaalweg met te beweren dat het NPV juist ‘bewees’ dat toetreding zinloos was, aangezien Iran binnen dat verdrag kennelijk nucleaire wapens kon proberen te verwerven. Dat dat vooralsnog in weerwil van alle propaganda, en ook zorg, toch nog steeds niet bewezen is, dat de inspecties in Iran juist plaatsvinden op basis van het NPV, dat het verwerven van nucleaire wapens Iran zou dwingen het verdrag te verlaten, dat liet Ayalon natuurlijk onvermeld.

Om te begrijpen waarom Israël weigert te doen wat ook politiek voor de hand ligt: toetreden tot het NPV, zou ik mijn toevlucht kunne nemen tot psychologische verklaringen, zoals de gedachte: de buitenwereld is voor joden nooit te vertrouwen, wij zijn op onszelf aangewezen en wij willen uitsluitend op onszelf kunnen bouwen. Ik zie daar van af: India en Pakistan zijn ook geen partij bij het NPV, en daar geldt een dergelijke psychologische verklaring niet. Ik denk dat de reden van machtspolitieke aard is: het zou van Israël een land maken dat rekening heeft te houden met wetten en internationale regels en daarmee een precedent scheppen dat het land slecht gebruiken kan: dat zou immers de voortgaande kolonisatie van Palestina in de wielen kunnen rijden. Dat is wat ik het Bushmotief in internationale betrekkingen noem: elk verdrag, alles wat ons kan verhinderen onze eigen zin te doen, wijzen we af, zeggen we op, of laten we doodbloeden. In dat licht zie ik ook Israëls pogingen om na de oorlog tegen Gaza en na het Goldstonerapport belangrijke beginselen van het internationaal recht ter discussie te stellen, zoals het onderscheid tussen combattanten en non-combattanten en het proportionaliteitsbeginsel. Israël wil oorlog kunnen voeren, niet gehinderd door het internationale recht, Israël wil kernwapens kunnen koesteren, zonder verantwoording af te keggen.

Om dezelfde reden, die van machtpolitiek, denk ik, dat Israël zo mordicus gekant is tegen het idee dat Iran een kernwapen zou ontwikkelen: het zou de ‘machtsbalans’ in het Midden Oosten verstoren, die nu nog immer in belangrijke mate doorslaat naar de kant van Israël, in samenwerking met de VS. Ik vraag mij af, of het idee dat een nucleair Iran een doodsgevaar voor Israël zou betekenen, werkelijk leeft onder de poitiek-militaire elite van Israël. Ik deel het in ieder geval niet. Ik was het eens met Chirac, die destijds beeldend zei: ‘wel , en dan zal Iran één of twee kernwapens hebben; op het moment dat de draagraket boven de stratosfeeer uitstijgt, op weg naar Israël, weten de Ayatollahs dat zij de totale vernietiging van hun eigen land en volk over zich afgeroepen hebben.’ Om aannemelijk te maken dat dat is wat de ayatollahs willen, worden constructies bedacht waaruit zij naar voren komen als door redeloos fanatisme en doodsverachting bevangen leiders, die geen enkele scrupule kennen om hun waanzinnige doelen te realiseren. Ik kan het tegendeel van deze visie niet bewijzen, maar mijn indruk is dat we te maken hebben met uitgekiende, uitgekookte, opportunistische en ervaren onderhandelaars, gemotiveerd door nationalistische drijfveren, die precies weten hoever ze kunnen gaan zonder echte risico’s te lopen. Niet het type fanaten dat va-banque speelt met de eigen belangen.

Het is mijn overtuiging dat ‘de veiligheid van Israël en de vrede in het Midden Oosten’ baat zouden hebben bij toetreding tot het NPV, in plaats van de confrontatiepolitiek jegens Iran waarin Israël de politiek en militair belangrijke landen van de wereld mee wil slepen, Amerika voorop, door het voor te stellen alsof Iran ons allen bedreigt. Daaraan gekoppeld zouden diplomatieke initiatieven van Israël om van het Midden Oosten een kernwapenvrije regio te maken, wonderen kunnen doen voor de veiligheid van alle landen. Want laten we wel bedenken: als twee landen kernwapens hebben die elkaar zo diep wantrouwen als Israël en Iran –al hebben ze in het verleden intensieve betrekkingen onderhouden- dan zit een nuclair misverstand met desastreuze gevolgen in een klein hoekje.

Welke handvaten biedt dit alles de antikernwapenbeweging?

Ik zou zeggen, deze vier.

Ø Het beleid van ‘nucleaire ambiguïteit’ aan de kaak stellen. Wie van anderen ondubbelzinnige duidelijkheid over intenties en stand van zaken in nucleaire aangelegenheden verlangt, heeft pas recht van spreken, als hij die zelf biedt. Israël: wees duidelijk!

Ø Daaruit volgt onvermijdelijk: de dubbele standaard blootleggen. Israël kan pas rekenen op onze zorg, als het zelf eerst alles doet om die zorg weg te nemen, en dat betekent: toetreden tot het NPV. Israël: treedt toe!

Ø Aandringen op diplomatie in plaats van confrontatie. In plaats van andere landen keer op keer Israëls echte of vermeende zorgen op te dringen, en te verlangen dat die worden weggenomen, moet Israël zelf met diplomatieke initiatieven komen, en dáár steun voor verwerven.Israël: onderhandel in plaats van te dreigen!

Ø Streven naar een kernwapenvrij Midden Oosten. Israël: kernwapens de regio uit, te beginnen uit Israël.

Jaap Hamburger, Een Ander Joods Geluid.

2 opmerkingen:

Paul zei

Why there are no ‘Israelis’ in the Jewish state

Citizens classed as Jewish or Arab nationals

http://www.informationclearinghouse.info/article25153.htm

http://desertpeace.files.wordpress.com/2010/04/apartheid.gif

AdR zei

Avner Cohen, kritisch-theoreticus die voor de veiligheid maar in de VS is gaan wonen en werken over Israel, Iran en de bom.

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...