dinsdag 16 maart 2010

Israel als Schurkenstaat 55

In mijn boek De eeuwige oorlog kunt u de volgende analyse van de joods-Israelische hoogleraar Idith Zertal lezen:

‘De enige dialoog die Israël onderhoudt met de diaspora is een utilitaire: “stuur ons geld en treedt op als een lobby voor onze zaak”. Die houding is destructief omdat Israël daarmee een dubbele loyaliteit eist. Israël erkent niet dat de joden in de diaspora ingezetenen zijn van een ander land. Hun eerste loyaliteit dient ‘‘de Joodse natie’’ te zijn en pas dan hun eigen land. Israël zou zijn mentaliteit ten opzichte van de diaspora fundamenteel moeten wijzigen. Pas als het de culturele rijkdom van de diaspora-joden beseft en pas als het Israëlische zionisme het recht erkent om anders te zijn en om andere keuzes te maken, alleen dan kan Israël iets leren van de joodse gemeenschappen in andere landen. Tot nu toe is er geen kritische dialoog met de diaspora, er is geen open en respectvolle gedachte-uitwisseling met het jodendom. Overigens, er is ook geen echte pluralistische dialoog in Israël zelf. Israël heeft nooit naar de diaspora geluisterd en heeft de joden in de wereld alleen maar de les gelezen en onder druk gezet. De vraag is waarom Israël zichzelf als het centrum van de joodse wereld beschouwd. Waarom kan de diaspora dat niet zijn? Het woord diaspora alleen al is onthullend omdat het impliceert de marge te zijn, terwijl Israël het centrum is. Waarom kan er geen sprake zijn van een dialoog tussen twee gelijken? En niet alleen een dialoog, maar ook een relatie tussen gelijken, tussen verschillende joodse gemeenschappen, die van Israël en die van bijvoorbeeld Nederland, Frankrijk en de Verenigde Staten. Een dergelijke dialoog is er nooit geweest. Integendeel, het zionisme heeft de diaspora nodig als de inferieure ander om zichzelf te kunnen definiëren als het superieure centrum. De term aliyah betekent opstijgen, omhoog gaan, met andere woorden: als een joodse Nederlander naar Israël emigreert, dan emigreert hij niet zozeer, maar hij stijgt op, hij wordt heiliger, hij komt van een inferieure plaats en arriveert in een hogere plaats. Deze gedachte is vervuld van zowel een religieuze betekenis als een politiek neerbuigende betekenis. De manier waarop het Israëlische zionisme de diaspora-jood heeft afgebeeld is vreselijk; die is zwak, lelijk, steriel. Zo kon men een nieuwe zionistische Jood scheppen, er is een hele cultuur daaromheen gebouwd, die mannelijk is, de Sabra is viriel en krachtig, terwijl de diaspora als vrouwelijk wordt gezien, volgzaam en zwak. Het zionisme wilde een schone lei. De geschiedenis moest opnieuw beginnen, de Joden moesten zichzelf opnieuw uitvinden, een nieuwe identiteit scheppen en daar paste het beeld niet in van de -- in hun ogen -- altijd vernederde diaspora-jood. Ze schaamden zich ervoor. Hannah Arendt was het slachtoffer van deze zionistische doofheid en blindheid, haar woorden waren zo bedreigend dat ze geboycot werd. Pas in 2000 verscheen haar eerste boek in het Hebreeuws, Eichmann in Jeruzalem, bijna veertig jaar nadat het gepubliceerd was. Ik heb onlangs The Origens of Totalitarianism vertaald, een boek dat in alle mogelijke talen is verschenen, een meesterwerk van de 20e eeuw. De stem van Hannah Arendt werd al die jaren gesmoord en dat toont het gebrek aan een open politiek discours in Israël. De democratie is hier niet werkelijk geïnternaliseerd, de res publica is hier nog zeer problematisch. De publieke sector wordt niet beheerst door een gemeenschap van mensen die zich inspant voor een goed bestuur, burgerlijke deugden en een fatsoenlijk functionerende democratie. Alles staat hier in het teken van het geweld en de veiligheid. Ook dat is een groot probleem, dat opgelost moet worden.’



Het moment komt steeds dichterbij dat de joodse Amerikanen gedwongen worden hun loyaliteit ten opzichte van hun eigen land te laten prevaleren boven de loyaliteit met Israel, een land waar ze niet willen wonen, maar waarmee ze zich wel emotioneel mee verbonden voelen.


De Amerikaanse hoogleraar Stephen Walt verklaarde tegenover mij:


' De Israëllobby is zo machtig geworden doordat het op verschillende fronten actief is, groepen als AIPAC zijn zeer actief in het Congres. Naast een jaarlijks budget van 50 miljoen dollar bezit het een leger aan lobbyisten, dat de kantoren van de volksvertegenwoordigers afloopt om druk uit te oefenen. AIPAC heeft locale afdelingen in kiesdistricten die onophoudelijk Congresleden opbellen zodra het relevant is voor hun standpuntbepaling over het Midden-Oostenbeleid. Een ander wezenlijk onderdeel van hun werk is het inzamelen en distribueren van campagnefondsen, miljoenen dollars die natuurlijk naar politici gaan die Israël praktisch onvoorwaardelijk steunen. De politici worden eerst doorgelicht, AIPAC bijvoorbeeld interviewt iedere potentiële volksvertegenwoordiger over diens loyaliteit ten opzichte van Israël. Ze vragen de politieke kandidaten een verhandeling te schrijven over hun positie tegenover het Midden-Oosten. En hoewel deze lobbygroep zelf geen geld aan politici geeft, bepaalt ze wel wie het campagnegeld krijgt. In de laatste 15 jaar hebben pro-Israëlcomités ongeveer 55 miljoen dollar besteed aan Amerikaanse verkiezingen. Ter vergelijking: er zijn slechts een paar Arabisch-Amerikaanse politieke actiecomités en die hebben in dezelfde periode rond de 800.000 dollar gedoneerd aan politici om ze gekozen te laten worden. Een politieke kandidaat weet dat hij nauwelijks of geen geld krijgt als hij een kritische positie tegenover Israël inneemt. Erger nog, hij of zij kan er zeker van zijn dat het geld van de Israël lobby naar zijn of haar tegenkandidaat gaat. In het verleden werd een tiental prominente volksvertegenwoordigers niet herkozen nadat ze een standpunt hadden ingenomen dat AIPAC niet beviel, AIPAC begon vervolgens hun tegenkandidaat financieel te steunen. Als dit een paar keer gebeurt, dan weet iedere politicus dat kritiek zeer gevaarlijk kan zijn voor een politieke carrière. Tijdens de presidentsverkiezingen zien we keer op keer hoe kandidaten van beide partijen zich veel moeite getroosten om hun persoonlijke steun aan Israël te demonstreren en hoe ze niets zullen doen om de relatie tussen de Verenigde Staten en Israël te veranderen. Het resultaat is er ook naar. Israël wordt altijd krachtig gesteund door het Amerikaanse Congres. Dat bleek weer tijdens de Israëlische inval in Libanon in 2006.’



The
New York Times, die zelf gezien wordt als een pro-Israëlspreekbuis, beschreef AIPAC als ‘een belangrijke macht bij het bepalen van de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten in het Midden-Oosten’. Het artikel stelde tevens vast dat de joodse lobbyorganisatie

‘de macht heeft gekregen om een presidentiele kandidaat te beïnvloeden bij de keuze van zijn stafmedewerkers, het blokkeren van praktisch elke wapenverkoop aan een Arabisch land, en als katalysator te dienen voor hechte militaire banden tussen het Pentagon en het Israëlische leger. De leidinggevende functionarissen (van AIPAC, SvH) worden geraadpleegd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en de beleidsbepalers van het Witte Huis, door senatoren en generaals.’


En op zijn beurt zei de Amerikaanse hoogleraar Norman Finkelstein tegen mij:

' er bestaat een vaak onuitgesproken veronderstelling dat er een of andere fundamentele tribale band bestaat die alle joden op aarde samenbindt, met als gevolg dat joden eerder voor Israël kiezen dan voor andere loyaliteiten. Ik vind dit een grote misvatting en dat wordt ook bewezen door de ontwikkelingen in de Verenigde Staten. Na de Tweede Wereldoorlog verdwenen tamelijk snel de belangrijkste barrières voor de joodse assimilatie en kregen de Amerikaanse joden alle mogelijkheden om deel te nemen aan de macht en privileges. Een voorbeeld daarvan is dat er in de jaren vijftig slechts een handjevol joodse hoogleraren aan de gerenommeerde universiteiten doceerde en dat dit nu radicaal anders is. Op hetzelfde moment dat hun kansen in de VS toenamen, werd Israël gesticht. Zoals gezegd hebben de joden altijd het stigma gedragen van de dubbele loyaliteit. Niet alleen zouden ze loyaal zijn aan het volk waarmee ze leven, maar ook aan het internationale jodendom. En ineens was er een staat die een concrete geïnstitutionaliseerde basis gaf aan de bewering van dubbele loyaliteit, want Israël claimt als “Joodse natie” namens alle joden ter wereld te spreken en eist de onvoorwaardelijke trouw van alle joden op. De eerste premier van het land, Ben-Goerion, wond daar geen doekjes om. In het begin van de jaren vijftig verklaarde hij tegenover Amerikaanse joden dat ze de staat Israël onder alle omstandigheden moesten steunen, of ze de betrokken regering zagen zitten of niet. De Amerikaanse joden waren volgens hem verplicht de belangen van Israël op de eerste plaats te zetten. Maar juist deze boodschap wilden ze niet horen, want hun mogelijkheden om vooruit te komen in de Verenigde Staten waren voor het eerst reëel geworden. En wat er dus gebeurde was niet verwonderlijk, de eerste generatie Amerikaanse joden na de Tweede Wereldoorlog bemoeide zich nagenoeg niet met Israël in de periode van de oprichting in 1948 tot de Juni Oorlog in 1967, behalve dan dat het land een object was van liefdadigheid. De bekendste joodse socioloog van zijn generatie, Nathan Glazer, concludeerde in 1957 in zijn boek American Jewry dat Israël, ik citeer, “opmerkelijk weinig uitwerking had op het innerlijke leven van Amerikaanse joden… Israël heeft nagenoeg niets betekend voor het Amerikaanse judaïsme… Het idee dat Israël… op een of andere serieuze manier het judaïsme in Amerika kon beïnvloeden… wordt als denkbeeldig beschouwd.” In april 1967, vlak voor de Juni Oorlog, stelt een journalist van Haaretz de schrijver Elie Wiesel een vraag over Amerikaanse joden die zo massaal assimileren dat ze hun jood-zijn vergeten. Wiesel antwoordt dan dat de joodsheid van de joodse jeugd nog wel kan worden aangesproken, maar niet door middel van Israël. Misschien via de problemen van de joden in Rusland, misschien via vragen over de Holocaust, maar niet via Israël. Het werd als vanzelfsprekend beschouwd dat Amerikaanse joden niet nauw betrokken waren bij Israël. En dit gold in het bijzonder voor joodse intellectuelen in de VS. Tijdens meerdere symposia over de wijze waarop Amerikaanse joden hun joodse identiteit beleefden was kenmerkend dat Israël nauwelijks genoemd werd. Bijna geen van de joodse intellectuelen noemde Israël als element van zijn/haar joodse identiteit. U kent misschien Norman Podhoretz, de vroegere hoofdredacteur van Commentary, dat in 1945 door het American Jewish Committee werd opgericht. Norman is een voormalige linkse opiniemaker, die momenteel overtuigd neoconservatief is. 35 jaar lang werkte hij voor dit maandblad, dat gezien wordt als het belangrijkste joodse intellectuele tijdschrift in de VS. De loopbaan van Podhoretz is bijzonder illustratief voor de wijze waarop een groot deel van de Amerikaanse joden in de war raakte. Wanneer u zijn houding ten opzichte van Israël bestudeert dan ontdekt u dat in 1960, het eerste jaar van zijn hoofdredacteurschap, van de honderd hoofdartikelen in Commentary slechts twee artikelen over Israël gingen, 2 procent dus. Tijdens de laatste zes maanden voorafgaand aan de Juni Oorlog in 1967 werden er 57 hoofdartikelen gepubliceerd waarvan wederom slechts 2 iets te maken hadden met Israël of het zionisme. Pas veel later schreef Podhoretz, overigens terecht, dat Israël na 1967 “de religie van de Amerikaanse joden” was geworden. De hele veronderstelling van het bestaan van een eeuwige tribale loyaliteit is dan ook een absolute mythe. Die vermeende joodse onderlinge fundamentele trouw is niet gebaseerd op feiten. Een van de wonderlijke ironieën in deze geschiedenis is dat de enige twee echt joodse intellectuelen die vóór 1967 publiekelijk geïdentificeerd werden met Israël Noam Chomsky en Hannah Arendt waren. Beiden waren zionisten, professor Chomsky heeft zelfs in een kibboets geleefd, en de filosofe Arendt was geruime tijd een actieve linkse zioniste. Beiden zijn ook bekend vanwege hun fundamentele kritiek op “de Joodse staat”, en ze werden de belangrijkste zwarte schapen van de Israëllobby op het moment dat degenen die vroeger ongeïnteresseerd waren geweest, ineens veranderden in fanatieke verdedigers van het Israëlische expansionisme. De vraag is: vanwaar die ommezwaai? Wat was er gebeurd? De belangrijkste verandering was dat Israël een strategische aanwinst voor de Amerikanen was geworden. Het land voerde de Amerikaanse bevelen in het Midden-Oosten uit en daarom werkte de beschuldiging van de dubbele nationaliteit niet meer, loyaliteit aan Israël betekende loyaliteit aan de Verenigde Staten. Een dubbele loyaliteit betekende vanaf toen eigenlijk een superloyaliteit. Immers, Israël, dat in de frontlinies lag van het Midden-Oosten, verdedigde de Amerikaanse belangen tegen de horden van de Arabische wereld. En in tegenstelling tot de Amerikaanse militairen in Vietnam, wonnen de Israëlische strijdkrachten ook nog eens van de derdewereldbewoners. Er bestond geen conflict meer tussen het joods-zijn, pro-Israël zijn en pro-Amerika zijn, al die zaken waren nu keurig samengebundeld in één pakketje. Bovendien konden de Amerikaanse joden trots zijn op Israël. Niet alleen bleken ze goede krijgers te zijn, waardoor het beeld werd uitgewist dat joden zich alleen maar als makke schapen lieten afslachten, maar Israël leek ook nog eens een baken te zijn van de beschaving, democratie en liberale waarden die Amerikaanse joden zo waardeerden. Wat we nu zien, is dat die trotse houding aan haar eind is gekomen. De Israëlische politiek in de bezette gebieden en tegenover zijn buurlanden kan niet meer worden verenigd met liberale opvattingen.'

Het probleem dat hierbij speelt is volgens de joods Israelische hoogleraar Benjamin Beit-Hallahmi:

‘In ruil voor de onbeperkte politieke steun aan Israël hebben de Amerikaanse joden gekregen waaraan het ze het meest ontbreekt: een ideologische inhoud om de leegte van hun identiteit te vullen.'

Intussen is het volgende bekend geworden:



Major Israel supporters in Congress "deeply troubled" by Netanyahu Laura Rosen/ here "..... Jewish members of Congress are invited to meet with him Tuesday, as they often are when he and other Israeli prime ministers are in town. Invites went out this morning from Rep. Henry Waxman (D-Ca.) and Sen. Carl Levin (D-Mich.). Privately, several pro-Israel Congressional Democrats and their staffs have expressed sympathy for the administration's sense of betrayal that the Israeli government made a provocative housing announcement regarding East Jerusalem just two days after the Palestinians finally agreed to go into U.S.-mediated proximity talks with the Israelis, even short of a full Israeli settlement halt, after months of American diplomatic heavy lifting. "How different is it from the game Netanyahu played during his last stint in office?" one staffer said yesterday. "Members -- even major Israel supporters -- are deeply troubled by it."..... Some Hill staffers said the Jewish members' invitation to meet Netanyahu did not constitute a leaning to him in the current dispute, ....... Some Democratic Hill staffers and members saw the upcoming meeting as an opportunity for the administration to clarfy and round up support for its position in advance of the meeting so Netanyahu gets a united message. "As for support, check on the coverage of his last visit with them," another Hill staffer said. Asked if the administration is being uncomfortably tough with Israel in its public rebukes, one pro-Israel Congressional Democrat told POLITICO yesterday that he wasn't overly concerned. "It’s the only way sometimes to get the parties’ attention. In the end, the Israelis have got to know that the status quo is unsustainable.”

http://friday-lunch-club.blogspot.com/

Het moment van de waarheid dreigt aan te breken. Uit de recente geschiedenis blijkt dat op die momenten de 'Joodse natie' met geweld begint. Dus let op.

2 opmerkingen:

Lucas zei

ADL said the unprecedented criticism leveled by the US was aimed at placating the Palestinians.

"We cannot remember an instance when such harsh language was directed at a friend and ally of the United States," ADL's statement said. "One can only wonder how far the US is prepared to go in distancing itself from Israel in order to placate the Palestinians in the hope they see it is in their interest to return to the negotiating table."

J Street chose to slam Israel's conduct while endorsing the Administration's position.

"Israel's recent announcement of 1,600 new housing units in East Jerusalem wasn't just a slap in the face to Vice President Joe Biden," J Street said. "It was a wake-up call to us all that business-as-usual peace processing is bringing us no closer to ending the Israeli-Palestinian conflict. And now it may derail or delay the proximity talks just announced by Special Envoy Mitchell.

"The alarm bells couldn’t be ringing more loudly, telling us that hope is fading for a future where a Jewish, democratic Israel lives side-by-side in peace and security with the state of the Palestinian people," the organization said.
http://www.ynetnews.com/articles/0,7340,L-3861973,00.html

AP zei

De VS zijn er bijna klaar voor.

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...