woensdag 13 januari 2010

Irak 291

MEDIA Waar mr. Davids fout zit: 1,3 miljoen doden in Irak!
Door Guido ⋅ april 18, 2009 ⋅ Reageer

De commissie Davids heeft vandaag (12 Januari 2010) haar rapport uitgebracht. Dit rapport spreekt ONTERECHT over een totaal dodental van 650.000. Hoe bizar dat dit aantal precies de helft is als uit OFFICIËLE tellingen gewoon blijkt. Laten wij van WantToKnow.nl even dit artikel van 18 april 2009 aanhalen.
~~~~~~~~~~~~~~

De boosheid waarmee we dit verhaal brengen, wordt niet alleen veroorzaakt door de ongelooflijke laksheid waarmee de FEITEN en ACHTERGRONDEN worden verzwegen door de bestaande media, maar onze boosheid wordt vooral veroorzaakt door de diepe respectloosheid waarmee wij in Nederland en Europa met de slachtoffers van de Irak-oorlog zijn omgegaan… Let wel, het aantal van 1,3 miljoen doden is geen gerucht, maar het resultaat van kille statistieken die door gerespecteerde organisaties zijn bijgehouden.
(Guido/vertaling © 2009 WantToKnow.nl)

“Zoveel burgerslachtoffers, Saddam Hoessein zou er jaloers op geweest zijn”.. LOESJE
Achter het verzwijgen van deze berichtgeving zit een kracht die niet gebaat is bij het publiekelijk worden van deze informatie, dat wordt duidelijk uit dit stuk. Het is aan de publieke media in Nederland deze informatie openbaar te maken; wat voor belang hebben zij om deze informatie niet te delen?

Meer Dan Een Miljoen Irakese Doden Als Gevolg Van Amerikaanse Bezetting
in Top 25 gecensureerde artikelen voor 2009 [http://www.projectcensored.org/top-stories/category/y-2009/]


Verwoestende Irak-oorlog
Volgens een onderzoek uitgevoerd door het prestigieuze Britse peilingbureau Opinion Research Business (ORB), zijn meer dan een miljoen Irakezen op gewelddadige wijze om het leven gekomen als gevolg van de invasie van 2003. Deze cijfers suggereren dat de invasie en bezetting van Irak geschaard kunnen worden onder de grote massaslachtingen van de afgelopen eeuw -het aantal slachtoffers overstijgt de 800.000 tot 900.000 geschatte doden van de genocide in Rwanda in 1994, en nadert het aantal (1,7 miljoen) dat omkwam in de beruchte “Killing Fields” in Cambodja ten tijde van het Rode Khmer regime uit de jaren zeventig.

Het ORB-onderzoek besloeg vijftien van de achttien provincies in Irak. Onder de provincies die niet in het onderzoek werden meegenomen bevinden zich twee van Irak’s meer explosieve regio’s -Kerbala en Anbar -en de noordelijke provincie Arbil, waar de locale autoriteiten de onderzoekers een werkvergunning weigerden te verlenen. Uit face-to-face interviews met 2.414 volwassenen bleek dat meer dan één op de vijf respondenten tenminste één sterfgeval in zijn huishouden telde, als gevolg van het gewapende conflict, in tegenstelling tot een natuurlijke oorzaak.

Het dodental in Irak nadert het aantal (1,7 miljoen) dat omkwam in de beruchte “Killing Fields” in Cambodja ten tijde van het Rode Khmer regime uit de jaren zeventig. Is het de bedoeling dat er ook een Killing Fields-Hollywood-film over Irak verschijnt vóórdat we beseffen wat daar aan de hand is?

De auteurs Joshua Holland en Michael Schwartz wijzen erop dat het dominante verhaal over Irak -dat de meeste gewelddadigheden tegen Irakezen begaan worden door Irakezen zelf, en buiten onze verantwoordelijkheid vallen -slecht ontvangen wordt. Interviewers van het Lancet bericht uit oktober 2006 (Censored 2006, #2) vroegen hun Irakese respondenten hoe hun geliefden om het leven kwamen. Van de doden waarvan de families zeker waren omtrent de daders, was 56% toe te schrijven aan Amerikaanse troepen of hun bondgenoten. Schwartz suggereert dat wanneer een laaggeschat deel van de helft van de niet-toegeschreven doden veroorzaakt zou zijn door Amerikaanse troepen, in totaal 80% van de Irakese doden aan Amerikaanse troepen toe te schrijven is.

Zelfs met de lager aangenomen cijfers werd tegen het einde van 2006 een gemiddeld aantal van 5.000 Irakezen per maand gedood door Amerikaanse troepen, sinds het begin van de bezetting. Maar het aantal slachtoffers in 2006 lag twee keer zo hoog als het totale gemiddelde, en dat houdt in dat het Amerikaanse gemiddelde in 2006 ver boven de 10.000 per maand lag, ofwel meer dan 300 Irakezen per dag. Inclusief the Surge, die in 2007 begon, ligt het huidige cijfer wellicht zelfs nog hoger.


De koning is dood, leve de koning..
Schwartz wijst erop dat de logica van deze slachting gelegen is in de statistieken vrijgegeven door het Amerikaanse leger en gerapporteerd door het Brookings Institute: tijdens de eerste vier jaar van de bezetting stuurde het Amerikaanse leger iedere dag meer dan 1.000 patrouilles naar vijandige wijken, om “opstandelingen” en “terroristen” op te pakken of te doden. (Sinds februari 2007 is dit aantal gestegen tot bijna 5.000 patrouilles per dag, als we de Irakese troepen die meedoen aan de Amerikaanse Surge meerekenen). Iedere patrouille valt ongeveer dertig Irakese huizen per dag binnen, met als missie het verhoren, arresteren of ombrengen van verdachten. In deze context is iedere volwassen man die de leeftijd heeft om te vechten niet alleen maar een verdachte, maar een in potentie dodelijke tegenstander. Onze militairen wordt opgedragen om geen enkel risico te nemen (zie Story #9).

Volgens statistieken van het Amerikaanse leger, opnieuw gerapporteerd door het Brookings Institute, resulteren deze patrouilles momenteel in grofweg 3.000 vuurgevechten per maand, ofwel net onder een gemiddelde van honderd per dag (niet meegerekend de bijkomende vijfentwintig ongeveer van onze Irakese bondgenoten). Duizenden patrouilles resulteren in duizenden onschuldige Irakese doden en onmenselijk brute detenties.

De pogingen van Irakezen om het geweld te ontvluchten hebben geresulteerd in een vluchtelingencrisis van ongekende proporties. Volgens het Vluchtelingen Comité van de Verenigde Naties en de Internationale Organisatie voor Migratie, zijn in 2007 bijna 5 miljoen Irakezen van huis en haard verdreven door het geweld in hun land, waarvan de overgrote meerderheid op de vlucht is geslagen sinds 2003. Meer dan 2,4 miljoen verlieten hun huizen in ruil voor veiliger plaatsen elders in Irak; ongeveer 1,5 miljoen vluchtelingen leefden in Syrië, en meer dan 1 miljoen vluchtelingen woonden in Jordanië, Iran, Egypte, Libanon, Turkije en de Golfstaten. De vluchtelingen van Irak, in aantal toenemend met gemiddeld bijna 100.000 iedere maand, hebben geen legale mogelijkheden om te werken in de meeste gastlanden en provincies, en voelen zich steeds wanhopiger (1).


Vrienden voor het leven?
Meer Irakezen ontvluchten hun huizen dan dat er terugkeren, ondanks officiële claims die het tegendeel beweren. Duizenden vluchtelingen zeggen dat het nog steeds heel onveilig is, en dat een terugkeer een zekere dood zou betekenen. De meesten die terugkeren raken vervolgens weer ontheemd.

Maki al-Nazzal en Dahr Jamail citeren een Irakese ingenieur die nu in een restaurant in Damascus werkt: “Terugkeren naar Irak? Er is geen Irak meer om naar terug te keren, vriend. Irak bestaat alleen nog in dromen en herinneringen”.

Een andere geïnterviewde vertelde de auteurs: “Het Amerikaanse leger zegt dat Fallujah nu veilig is, terwijl meer dan 800 mannen daar onder de meest erbarmelijke omstandigheden worden vastgehouden… Ten minste 750 van deze 800 gevangenen zijn geen verzetsstrijders, maar mensen die weigerden om te collaboreren met de bezettingstroepen en hun tails“. (Irakezen die collaboreren met de bezettingstroepen worden over het algemeen “tails of the Americans” genoemd).

Een andere vluchteling uit Bagdad vertelde: “Ik keerde met mijn familie terug naar huis in januari. De eerste nacht na onze terugkeer, vielen de Amerikanen ons huis binnen en hielden ons allemaal vast in één kamer, terwijl hun sluipschutters ons dak gebruikten om mensen te beschieten. De volgende morgen, na een verschrikkelijke nacht die we nooit meer zullen vergeten, besloot ik om hier (Damascus) terug te keren”.

Noot:

(1). “The Iraqi Displacement Crisis,” Refugees International, 3 maart 2008.


Les verder: http://www.wanttoknow.nl/overige/1300000-iraakse-doden-door-deze-oorlog/

Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...