maandag 16 november 2009

Professor Paul Frissen uit Tilburg 7

Noodzakelijke elites?

Het is interessant dat de bestuurskundige, de Tilburgse hoogleraar Paul Frissen, ondermeer de volgende analyse van mij correct acht:

AdR stuurde me een barok geformuleerd betoog van professor Frissen, waarvan de kern deze opmerking is: 'ik niet vind dat politiek en samenleving een een-op-een afspiegeling van elkaar moeten zijn. De representatie zoals die georganiseerd is moet wel als een zinvolle representatie worden ervaren.'

Met andere woorden: zolang de schijn van democratie kan worden hoog gehouden, is er niets aan de hand. De schijn legitimeert het systeem. Zodra iedereen door heeft dat er geen sprake is van democratie dan is het systeem in problemen, vandaar dat de parlementaire democratie 'als een zinvolle representatie [moet] worden ervaren.' Met de nadruk op 'ervaren'. Duidelijk is dat de Tilburgse hoogleraar schijnbaar kritisch is, dat wil zeggen: hij waarschuwt de politieke elite dat de democratie zoals hij die zich voorstelt absoluut niet 'een een-op-een afspiegeling' moet zijn, maar dat het tegelijkertijd 'wel als een zinvolle representatie [moet] worden ervaren', omdat anders het systeem zijn legitimiteit bij de bevolking verliest. Het is volkomen in lijn met wat Edward Bernays in zijn boek Propaganda in 1928 stelde: 'The conscious and intelligent manipulation of the organized habits and opinions of the masses is an important element in democratic society. Those who manipulate this unseen mechanism of society constitute an invisible government which is the true ruling power of our country.' Volgens Bernays was de ´engineering of consent´ juist de ´essence of the democratic process.' Schijn als kenmerk van democratie. In feite beweert Paul Frissen nu, bijna tachtig jaar later, hetzelfde, wanneer hij stelt dat de parlementaire democratie 'als een zinvolle representatie [moet] worden ervaren,' waarbij dient te worden benadrukt dat 'politiek en samenleving' geenszins 'een een-op-een afspiegeling van elkaar' moet zijn. Kortom, in de woorden van Bernays: 'the engineering of consent is the very essence of the democratic proces, the freedom to persuade and suggest.'

Gezien het feit dat ik Paul Frissen's ideologie volgens zijn zeggen niet in een verkeerd daglicht stel ('Mijn boek is over vrijwel alles wat u zegt veel uitvoeriger') moeten er nu de volgende vragen worden gesteld:

Als we uitgaan van het gegeven dat de meeste burgers zich geen rationeel beeld van de werkelijkheid kunnen vormen en dus niet gekwalificeerd zijn om democratisch mee te beslissen over hun eigen en andermans leven, wat is dan de rol van de intelligentsia? En, belangrijker nog, nu wereldwijd de autoriteiten hebben bewezen dat ze er een chaos van hebben gemaakt, wie moet nu die chaos bestrijden? Wie kunnen we dat toevertrouwen? Wat zijn de criteria en wie bepalen die criteria? Ik bedoel, we zijn opgezadeld met een milieucrisis, een financiele crisis, een werkloosheidscrisis, een bevolkingscrisis, een armoedecrisis, enzovoorts. Een uitzichtlozer perspectief is nauwelijks denkbaar.

Op dit punt aangekomen gaat Paul Frissen de mist in, want dit is een onoplosbaar probleem wanneer niet eerst de diepe culturele crisis van het materialistische westerse model, met zijn cultuur van produceren en consumeren, goed wordt doorgelicht. De crisis van de politieke geloofwaardigheid is slechts een afgeleide van een veel diepere crisis. Iets dat Paul Frissen beaamt, gezien zijn reactie op mij. Rome viel niet omdat een keizer niet deugde, maar omdat het systeem door en door gecorrumpeerd was geraakt en de oorspronkelijke impuls was uitgewerkt. En dat nu staat niet in het boek van de bestuurskundige Frissen, dat gaat over iets anders. Ik citeer de bijsluiter:

'Elites zijn in een politieke orde even onvermijdelijk als noodzakelijk. Paul Frissen schrijft over dit hoogst actuele thema. Alom vallen pleidooien voor leiderschap te beluisteren, terwijl het ongemak over dat thema hardnekkig blijft bestaan. dat hangt samen met het gelijkheidsdenken dat de theorie en praktijk van politiek en bestuur bepaalt.

Omdat politieke elites macht uitoefenen moeten zij over bijzondere deugden beschikken; het gevaar van de staat schept verplichtingen. Frissen bepleit daarom een aristocratische politiek. Opnieuw een controversieel en fascinerend boek op het moment dat de actuele politiek in grote verwarring verkeert.'


Mooi en wervend gesproken, een tikje hoogdravend, maar dat moet in deze barokke tijd kunnen. Het is wel een vrijblijvende tekst, waar je alle kanten mee op kan. 'Elites zijn in een politieke orde even onvermijdelijk als noodzakelijk.' Absoluut waar allemaal, maar niet als die elites eigenlijk geen elites zijn, maar luitjes die zich in niets onderscheiden van de eerste de beste hansworst, zoals in de westerse politiek maar al te vaak het geval is. Vraag bijvoorbeeld een Nederlandse politicus niet waar de slag bij Nieuwpoort over ging, want dat weten ze niet. En van cultuur begrijpen ze niets, zoals ik uit eigen ervaring weet.

Elite 'a group of people considered to be the best in a particular society or category, esp. because of their power, talent, or wealth.' En hier zitten we al midden in de problemen. Want is een multibiljonair die de steun van 'democratische' politici koopt een aanwinst voor de samenleving of een last? Ik denk het laatste, dus met het woord elite kom je ook niet ver, want het begrip suggereert toch de hele tijd dat we te maken hebben met talentvolle burgers die de samenleving vooruit helpen. Dus de stelligheid waarmee de Brabantse professor beweert dat de 'elites in een politieke orde... noodzakelijk [zijn]' is apert onjuist. De nazi's vormden ook een politieke elite, maar het is nonsens te stellen dat ze 'noodzakelijk' waren. En dat geldt ook voor de Amerikaanse neoconservatieven en zionistische extremisten, om maar wat elites te noemden. De stelligheid van professor Frissen is wel grappig tijdens een borreltafelgesprek maar absoluut onjuist zodra zijn beweringen als wetenschappelijke dogma's worden verkondigd. Meer hierover later.

Geen opmerkingen: