dinsdag 14 juli 2009

Ben Knapen van de NRC 14


Beste collega Ben Knapen,

In de NRC schreef je: 'Een paar functies van media zijn wezenlijk voor een democratie. Klassieke media doen als geen ander aan onderzoek en verslaggeving, zij verbinden een breed publiek en maken daarmee een breed maatschappelijk debat mogelijk en bovendien bieden zij impliciet een permanente opfriscursus maatschappelijk functioneren.'

Ik heb in vorige stukken proberen aan te geven dat deze bewering onjuist is. Dat heb ik gedaan niet met citaten van wat Henk Hofland noemt 'de politiek-literaire elite' in de polder, want die 'elite' gedraagt zich in mijn optiek vanuit mondiaal oogpunt bekeken doorgaans als een te verwaarlozen groepje pluimstrijkende opportunistische provincialen. Ik heb expres mensen van wereldnaam geciteerd, intellectuelen wier inzichten niet domweg terzijde geschoven kunnen worden door serieuze waarnemers. Mensen als bijvoorbeeld de befaamde Amerikaanse socioloog C. Wright Mills die het westerse model omschreef als 'rationalisme zonder rede'. In de jaren zestig schreef hij: 'De machthebbers verschaffen de opinies en de middelen waarmee die gerealiseerd kunnen worden. Mensen bestaan in de mediamarkten alleen als massa; hun acties verlopen parallel omdat hun opinies parallel verlopen, en hun opinies zijn parallel omdat ze alle uit één bron afkomstig zijn: die van de media. [...] De mensen zijn, zelfs als ze handelen, meer toeschouwers dan medespelers. Het publiek van de massamaatschappij handelt bij acclematie, bij plebisciet. Passief staat het toe, actief klapt het in de handen. Het is geen handelen dat uit eigen, autonome beslissingen of initiatieven voortkomt; het is geconditioneerde reactie op gecontroleerde stimuli die van het centrale beheerapparaat uitgaan. Omdat het publiek van de massamaatschappij markt voor de media en geactiveerde massa is geworden, is de discussiefase van het proces van opinievorming vrijwel uitgeschakeld.'

C. Wright Mills toonde gedocumenteerd aan dat 'het doel van de opinie-organisatoren [is] om de bevolking in een voortdurende staat van emotionele onderworpenheid te houden... Immers, als het maar eenmaal gelukt is om een mentaliteit van volgzaamheid en gehoorzaamheid te kweken, is het niet moeilijk meer om de mensen te doen geloven en te doen voelen wat men maar wil... hun opinies zijn parallel omdat ze alle uit 1 bron afkomstig zijn: die van de media.'

Op het volgende opmerkelijke feit wees Noam Chomsky toen hij over de verlichtingsfilosoof David Hume schreef: 'in considering his First Principles of Government, he expressed his puzzlement over ''the easiness with which the many are governed by the few" and "the implicit submission with which the men resign their own sentiments and passions to those of their rulers". "When we enquire by what means this wonder is brought about", Hume concluded, "we shall find, that as Force is always on the side of the governed, the governors have nothing to support them but opinion. It is therefore, on opinion only that government is founded; and this maxim extends to the most despotic and most military governments, as well as to the most free and most popular.'''

Een praktisch voorbeeld waar de macht van de opiniemakers toe leidt geeft de angelsaksische sociaal wetenschapper Alex Carey in zijn boek 'Taking the Risk out of Democracy: 'While the image-makers... re-created and projected Nixon so that he won more popular votes than any previous presidential candidate in American history... the presidential tapes reveal, the President and his highest aides and ministers were plotting, in the diction and the moral temper of a clique of Mafia thugs, how they might use the power of the presidency even further to corrupt and deceive. Nor is there any longer, unfortunately, substantial reason to believe that, if Kennedy or Johnson had been reckless enough to put the reality behind their public images on as many spools of tape as Nixon, their credibility gaps would have been notably less.'

Carey stelt dit: 'Contrary to common assumptions, propaganda plays an important role -- and certainly a more covert and sophisticated role -- in technologically advanced democratic societies, where the maintenance of the existing power and privileges are vulnerable to popular opinion.'

Ben Knapen, de analyses van deze mensen van naam en faam staan haaks op jouw beweringen. Je kunt dit feit niet negeren, tenzij je alleen voor je eigen parochie in de provincie preekt. Een democratie staat en valt bij een open en serieus debat. Ik verzoek je dat debat met mij aan te gaan. Ik geef je alle ruimte daarvoor op deze website.

Ik stel voor we deze visie van jou als uitgangspunt nemen: ''Wall Street maakte vele jaren de dienst uit, betaalde voor praktisch elke senatorcampagne, kortom, was het centrum van financiele, politieke en ideologische zwaartekracht.' De eerste vraag daarbij is natuurlijk: hoe was het mogelijk dat een volgens jou ondemocratische plutocratie in de VS de macht kon grijpen terwijl we daar toch persvrijheid zouden hebben? En vervolgens ontrolt de discussie zich als vanzelf.

In afwachting van je reactie,

collegiale groet,

Stan van Houcke,

journalist/schrijver

Amsterdam.

Geen opmerkingen: