donderdag 5 februari 2009

Het Poldermodel 3

De Volkskrant bericht:

'Balkenende staakt zijn verzet tegen een parlementaire enquête over Irak
REPORTAGE, Van onze verslaggever Bart Dirksgepubliceerd op 04 februari 2009 23:13, bijgewerkt op 5 februari 2009 08:29
Den Haag - Hoe krijg je de meeste feiten over de Nederlandse politieke steun aan de Irak-oorlog boven tafel? Via een ‘tv-show’, zoals CDA-fractieleider Pieter van Geel de roep om een parlementaire enquête afserveerde? Of via een ‘burgercommissie’, zoals D66-voorman Alexander Pechtold denigrerend oordeelde over de door premier Balkenende voorgestelde commissie-Davids?'
Lees verder:
Balkenende_staakt_zijn_verzet_tegen_een_parlementaire_enquecirc_te_over_Irak

Zes jaar na het begin van de inval in Irak onder aanvoering van de Bush-regering besluit het Nederlandse parlement dat onderzocht moet worden waarom Nederland meedeed aan het westerse geweld dat nu inmiddels meer dan een miljoen Irakezen het leven heeft gekost. Na zes jaar en meer dan een miljoen doden en miljarden aan belastinggeld is de volksvertegenwoordiging bereid te onderzoeken waarom we aan grootscheeps geweld meededen. Een antwoord daarop is vooral ook van belang omdat de militaire inval een ernstige schending was van het internationaal recht. Zoals de BBC berichtte: 'the United Nations Secretary-General Kofi Annan has told the BBC the US-led invasion of Iraq was an illegal act that contravened the UN charter. He said the decision to take action in Iraq should have been made by the Security Council, not unilaterally.' Zie: http://news.bbc.co.uk/2/hi/middle_east/3661134.stm
Hoe het komt dat het zo lang heeft geduurd voordat de Nederlandse volksvertegenwoordiging in actie kwam, is simpel te verklaren. Er was voorheen geen bereidheid om het te weten. In het poldermodel wordt van alles door de regenten in achterkamertjes geritseld en bedisseld, en de rest accepteert dat. Een vitaal onderdeel in deze politiek zijn de massamedia. In dit geval deden de Nederlandse commerciele pers geen enkel eigen onderzoek naar de werkelijke drijfveren om Irak binnen te vallen. Sterker nog, mijn collega's gaven de rechtvaardigingen van de betrokken autoriteiten klakkeloos door. Saddam had massavernietigingswapens die ons elk moment konden treffen, Saddam volgde de VN-resoluties niet uit, wat een vrij stupide rechtvaardiging was aangezien Israel dit ook niet doet en al decennialang door het Westen wordt gesteund daarin. En dan waren er nog journalisten als bijvoorbeeld Raymond van den Boogaard van 'de slijpsteen voor de geest' die heilig ervan overtuigd waren en nog zijn dat de 'Amerikanen in Irak de democratie willen verspreiden'. Maar geen van allen kwam op het idee om deze beweringen eens te toetsen aan de werkelijkheid.

Ik bedoel dit: al jaren voordat op 20 maart 2003 het westen Irak binnentrok en Bagdad zwaar bombardeerde waren er talloze aanwijzingen dat olie een van de belangrijkste motieven was om Irak te bezetten. Omdat zowel angelsaksische wetenschappers en beleidsbepalers hierop hadden gewezen, vertrok ik een jaar voor de inval naar de VS om daar voor de VPRO-radio met deskundigen te praten over het belang van de olie voor het Westen, en de dreigende inval in Irak. Drie dagen voor de inval zond de VPRO de eerste van een serie van vijf radioprogramma's uit waarin ik aan de hand van interviews duidelijk probeerde te maken hoe belangrijk olie was bij het besluit om Irak binnen te vallen. De inleiding van de eerste uitzending was als volgt:

'Olie: bron van Amerikaanse terreur
WEEK 12 (17 - 21 maart 2003)
Serie van Stan van Houcke over olie en de bron van de Amerikaanse terreur.
In zijn internationale bestseller ‘The Prize’, over de geschiedenis van de olie industrie, concludeert Daniel Yergin dat ‘tijdens de gehele twintigste eeuw olie, heerschappij heeft betekend.’ Heerschappij over de wereld. ‘Olie heeft de politiek van de twintigste eeuw bepaald en heeft de manier waarop wij ons dagelijks leven leiden ingrijpend veranderd… petroleum blijft de drijvende kracht achter de industriële samenleving en het levensbloed van onze civilisatie… Geweld, oorlogen, technologische risico’s, politieke explosies, economische noodzaak, etnische of religieuze of ideologische of sociale conflicten – alle kunnen als een verrassing komen, en de toegang tot olie beïnvloeden… Beheersing over, of op zijn minst toegang tot, grote oliebronnen vertegenwoordigt al sinds lang een strategische prijs. Daarover kan geen twijfel bestaan. Het stelt naties in staat om rijkdom te vergaren, om hun economieën van brandstof te voorzien, om goederen en diensten te produceren en te verkopen, om te bouwen, te kopen, te transporteren, om wapens te fabriceren en aan te schaffen, om oorlogen te winnen… In oorlog en vrede bezit olie de capaciteit om naties te maken of te breken, en was doorslaggevend in de grote politieke en economische strijd van de twintigste eeuw… Veel bloed is in haar naam verspild. De intensieve en soms gewelddadige zoektocht naar olie –en daarmee naar rijkdom en macht– zal zeker doorgaan zo lang olie een centrale plaats inneemt. Want wij leven in een tijdperk waarin elk aspect van onze beschaving veranderd is door de moderne en fascinerende alchemie van petroleum. Onze tijd blijft het tijdperk van de olie.’

Al in 1998, tijdens het bewind van president Clinton, schreef een groep vooraanstaande Amerikanen een brief aan het Huis van Afgevaardigden, waarin werd opgeroepen militair in te grijpen in het Golf gebied. ‘We moeten een sterke militaire aanwezigheid in de regio vestigen en behouden, en we moeten voorbereid zijn die macht te gebruiken om onze vitale belangen in de Golf te beschermen - en zonodig, moeten we meehelpen Saddam ten val te brengen.’ Dit alles met het oog op ‘het behoud van de Amerikaanse wereldwijde superioriteit, om de toekomst van een grote machtsrivaal uit te sluiten, en om de internationale veiligheidsorde te laten sporen met Amerikaanse principes en belangen… De Verenigde Staten heeft decennialang getracht een meer permanente rol te spelen in de regionale veiligheid van de Golf. Hoewel het onopgeloste conflict met Irak een onmiddellijke rechtvaardiging verschaft, overstijgt de noodzaak van een aanzienlijke Amerikaanse aanwezigheid in de Golf het vraagstuk van het regime van Saddam Hoessein.’ De brief was ondertekend door de huidige minister van Defensie Donald Rumsfeld, de huidige vice-president Dick Cheney, de huidige onderminister van Defensie Paul Wolfowitz, de huidige onderminister van Buitenlandse Zaken Richard Armitrage en de huidige voorzitter van de Raad voor Defensiepolitiek van het Pentagon Richard Perle. Al een dag na de aanslagen van 11 september 2001 had minister Rumsfeld, zonder zelfs ook maar één enkel bewijs van wie de daders precies waren, tijdens een kabinetsvergadering geëist dat Irak ‘een hoofddoel van de eerste ronde in de oorlog tegen terrorisme’ zou moeten zijn. Vijf dagen later, op 17 september 2001, ondertekende president Bush een tweeëneenhalf pagina’s tellend document, voorzien van de stempel TOP SECRET, waarin het Pentagon opdracht kreeg om militaire operaties voor te bereiden voor een invasie van Irak, het tweede grote olieland ter wereld.
Volgens de olie-industrie zelf ligt meer dan 70 procent van alle oliereserves op aarde in tien landen met een overwegend islamitische bevolking. Tegen 2010 zullen deze naties zestig procent van ’s werelds olieproductie in handen hebben. Tot begin jaren zeventig kon de Verenigde Staten in zijn eigen oliebehoefte voorzien. Momenteel moet het rond 55 procent importeren, een percentage dat de komende jaren snel zal stijgen. December vorig jaar schreef de Britse Observer dat vooraanstaande beleidsbepalers ‘in Washington van mening zijn dat een militaire interventie de dood van OPEC teweeg kan brengen, waardoor de olieprijzen zullen dalen.’ Deze maand publiceerde The New York Review of Books een toespraak van Norman Mailer, waarin de auteur Ralph Nader citeerde, de Amerikaanse voormalige presidentskandidaat van de Groene Partij die het volgende opmerkte: ‘De Verenigde Staten verbruikt op dit moment 19,5 miljoen vaten per dag, oftewel 26 procent van de dagelijkse wereldwijde olie consumptie… De Verenigde Staten [moet] 9,8 miljoen vaten per dag [importeren], oftewel meer dan de helft van de olie die we verbruiken… De veiligste manier voor de Verenigde Staten om zijn overweldigende afhankelijkheid van olie te waarborgen is de heerschappij te hebben over de 67 procent van de bewezen oliereserves op aarde, die onder het zand van de Perzische Golf liggen. Alleen al Irak bezit bewezen voorraden van 112,5 miljard vaten, ofwel 11 procent van ’s werelds resterende reserves… Alleen Saoedi Arabie heeft meer.’ Vervolgens zei Mailer: ‘Ik zou daar aan willen toevoegen dat zodra Amerika eenmaal Irak bezet, het Saoedi Arabie en de rest van het Midden Oosten in een wurgreep heeft.’ In Madiwodo deze week het verslag van een reis door het Oosten van de Verenigde Staten, waarin gesprekken met woordvoerders van de Amerikaanse olie industrie, met Britse en Amerikaanse olie experts, met de voormalige voorzitter van Klimaatscommissie van de Verenigde Naties, met een voormalige hoge CIA-functionaris en fragmenten uit Amerikaanse en Britse beleidsnota’s. Vijf uur lang een historisch overzicht van de strijd om ’s werelds meest vitale grondstof.'

Hier kunt u de uitzendingen beluisteren: http://www.vpro.nl/programma/madiwodo/dossiers/10840950/

Ondanks de grote stroom reacties van luisteraars had geen enkele Nederlandse collega van mij na de vijf uur durende programma's enige belangstelling voor de feiten die waren uitgezonden. Deze informatie viel buiten de context van de officieel goedgekeurde versie van de werkelijkheid, zoals de Nederlandse massamedia die zich voorstelden, en was dus taboe. Daar moest bewust over gezwegen worden. En dat deden de Nederlandse commerciele massamedia dan ook braaf.

Ik schrijf dit omdat opnieuw hetzelfde dreigt te gaan gebeuren. Maar daarover in een ander stuk meer.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Dit is alleen een onderzoek naar de politieke steun. Maar volgens VPRO Argos was er wel degelijk ook militaire steun.

Als je het mij vraagt moet er strafrechtelijke vervolging komen van degenen die ons nationale leger hebben laten misbruiken als een huurlingenleger voor private belangen.

Zou Balkenende dit willen verhullen achter een zogenaamde knieval voor een parlementair onderzoek naar "politieke steun"?

stan zei

abdul
je hebt gelijk, maar de politieke kant van de zaak is voor mij niet het belangrijkste, want de politiek is nu eenmaal het spel van vuile handen. wat mij veel meer bezighoud is de rol van mijn collega's in de rechtvaardiging van geweld en de macht, in het publiekelijk acceptabel maken van een bloedbad.
stan

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...