maandag 23 juni 2008

De Commerciele Massamedia 122

Naar aanleiding van een aantal reacties van lezers van deze weblog, even een samenvatting.

Dit schreef ik in de tweede aflevering van een drietal artikelen over olie voor het tijdschrift de Humanist in het begin van 2003, voorafgaand aan de illegale inval van de Verenigde Staten in Irak:

"'De verborgen hand van de markt zal nooit werken zonder een verborgen vuist. McDonalds kan niet floreren zonder McDonnell Douglas, de ontwerper van de F-15,' zo omschreef Thomas Friedman het uitgangspunt van de Amerikaanse buitenlandse politiek. De vooraanstaande columnist van de New York Times voegde er tevreden aan toe: 'De verborgen vuist die de wereld veilig houdt voor de technologie van Silicon Valley heet het Amerikaanse Leger, Luchtmacht, Marine en het Mariniers Korps.' Op zijn beurt verklaarde een andere Amerikaanse strategische denker, Stephen Pelletiere: 'Het draait om de olie, maar u moet weten binnen welke context. Het is niet zo dat de Verenigde Staten de olie van Irak fysiek moet bezitten, het is dat de Verenigde Staten het vruchtgebruik, de heerschappij over de olie moet hebben. Want als het die zeggenschap er niet over heeft, dan heeft het geen greep op OPEC en kan het de wereld olieprijs niet bepalen. Daarnaast: als de Verenigde Staten de Irakese olie niet beheerst, als de Irakezen er de heerschappij over hebben, dan zullen de Irakezen ervoor zorgen een regionale supermacht te worden en dat zal botsen met de Amerikaanse belangen in de Golf.' Met deze feiten als achtergrond voorspelde Pelletiere al meer dan een jaar geleden een Amerikaanse invasie van Irak. Als voormalig hoofd van de sectie Irak van de CIA en emeritus hoogleraar Nationale Veiligheid van het Army War College weet Pelletiere uit eerste hand wat de drijfveren zijn achter de Amerikaanse energie politiek. Centraal daarbij staat de snel toenemende Westerse afhankelijkheid van olie uit de OPEC-landen. Volgens de National Energy Policy Development Group van het Witte Huis, met aan het hoofd vice president Cheney, is sinds 1985 de Amerikaanse olie import verdubbeld en zal tegen 2020 tweederde van zijn benodigde olie moeten worden ingevoerd, waardoor 'de Golf de voornaamste focus van de internationale energiepolitiek van de Verenigde Staten [zal] zijn,' aangezien 'een aanzienlijke inkrimping van de wereldwijde olievoorziening onze economie ernstig zou treffen… onze buitenlandse- en economische politiek ingrijpend zou beperken.' In het kader daarvan sprak het Congres met generaal Tommy Franks, commandant van de Amerikaanse troepen in het Perzische Golf gebied, om vervolgens te concluderen dat het verschaffen van de 'toegang tot energiebronnen' in die regio zijn voornaamste taak is. Vooruitlopend daarop heeft de Verenigde Staten in de jaren negentig in acht olielanden militaire bases aangelegd…"

Tezamen met talloze andere gedocumenteerde feiten concludeerde ik destijds dat de belangrijkste reden van de gewelddadig inval was: "Het is olie, almaar meer olie om een imperium met een dreigend begrotingstekort van 1.8 biljoen dollar, een handelstekort van meer dan 500 miljard dollar en een buitenlandse schuld van 2 biljoen dollar in stand te houden. Een moreel en financieel failliet imperium, bezig met een vlucht vooruit, in een poging zijn hegemonie te handhaven."

Lees verder: http://home.planet.nl/~houck006/oorlogomolie2.html

Geen van de andere Nederlandse commerciele massamedia hebben dit onderwerp uitgebreid onderzocht en geanalyseerd, zelfs niet het Radio I-programma van de VPRO, onder leiding van de conformistische Kees Schaepman, de eindredacteur en inmiddels voormalige voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Journalisten. Toch was er wel degelijk grote belangstelling van de luisteraars voor deze informatie. Er werd massaal op op mijn programma's op Radio 5 gereageerd. Want in tegenstelling tot mijn collega's zijn de meeste luisteraars en lezers alles behalve naief. Desalniettemin, olie als drijfveer van het Amerikaans imperialisme behoorde niet tot de context waaruit bericht mocht worden. Ik kreeg nog een prijs voor mijn berichtgeving en mocht me een jaar lang Journalist voor de Vrede beschouwen, maar dat hielp niets, want een paar maanden later vernam ik van de toenmalige hoofdredacteur van de VPRO-Radio Arend Jan Heerma van Voss dat voor "dit soort programma's bij de VPRO geen ruimte meer is." Wel mochten de journalisten op Radio I de Amerikaanse propaganda blijven herhalen. Via alle beschikbare kanalen kon men vernemen dat het Westen, wij dus, Saddam Hoessein zijn massavernietigingswapens gingen onschadelijk maken, en toen die er niet bleken te zijn, toen was de boodschap dat het Westen, wij dus, er de democratie gingen verspreiden, wat neerkwam op Abu Ghraib, fosforbommen in Fallujah, een burgeroorlog, etnische zuivering van grote gebieden, en vele honderduizenden dode burgers, hoeveel weet niemand precies, omdat degenen die er de democratie zouden brengen in deze bijkomende schade niet geinteresseerd waren. Toen werd de leugen verspreid dat de inval nodig was om het internationaal terrorisme te bestrijden en nadat alle leugens een voor een doorgeprikt waren, vond niemand van mijn collega's, die al deze propaganda vrijwillig hadden verspreid, het de moeite waard om de vraag te stellen wat nu dan werkelijk de redenen van de inval zijn geweest. Er werden ook geen excuses aangeboden aan het publiek die door mijn collega's al die tijd foutief waren voorgelicht.

Kortom, een brevet van onvermogen. En daar komt geen eind aan. Afgelopen donderdag berichtte de slijpsteen voor de geest het volgende:

"Oliecontracten Irak naar vier concerns
Gepubliceerd: 19 juni 2008 13:04 Gewijzigd: 19 juni 2008 13:43
Door een onzer redacteuren

Rotterdam, 19 juni. Vier internationale oliemaatschappijen, waaronder het Brits-Nederlandse Shell, staan op het punt contracten af te sluiten voor oliewinning in Irak. Daarmee krijgen ze voor het eerst sinds 36 jaar weer toegang tot de olievelden van het land.

Dat meldt de Amerikaanse krant International Herald Tribune vandaag. Ingewijden bevestigen het bericht. Het Amerikaanse ExxonMobil, het Britse BP, het Franse Total en Shell zijn, samen met een aantal kleinere bedrijven, in de laatste fase van de onderhandelingen met de Iraakse olieminister, Hussein Al-Shahirstani. De olieconcessies zijn niet geveild, zoals normaal gebeurt, maar weggegeven.
De toegang tot de Iraakse olievelden ligt politiek erg gevoelig. De Tweede Golfoorlog, die Amerika in 2003 begon, was volgens sommigen juist bedoeld om zich de olie van Irak toe te eigenen. Amerika begon de oorlog destijds omdat Irak over massavernietigingswapens zou beschikken. Een gevaar dat, zo bleek later, door de VS sterk overdreven was.
Voor de oliemaatschappijen is Irak aantrekkelijk. Zij krijgen de de laatste jaren moeilijk toegang tot rijke olie- en gasbronnen in bijvoorbeeld Rusland en Venezuela. Irak heeft na Saoedi-Arabië en Iran de grootste oliereserves ter wereld. Als de contracten worden getekend, krijgen ze weer toegang tot een land waar ze in 1972 zijn uitgezet. Irak nationaliseerde toen zijn oliebronnen, onder leiding van Saddam Hussein."

Lees verder: http://www.nrc.nl/economie/article1135308.ece/Oliecontracten_Irak_naar_vier_concerns

Vooral deze zin is een juweel: "Wie stelde dat het de Verenigde Staten met haar inval vooral te doen was om de olie – en niet om het verdrijven van een meedogenloze dictator – zal in de contractonderhandelingen met de westerse maatschappijen bevestiging zien van die stelling." Wat ziet de NRC zelf? Een bevestiging van de bewering van de krant destijds dat de inval nodig was om de massavernietigingswapens van Saddam onschadelijk te kunnen maken, die een acute bedreiging vormden voor de wereldvrede? We zullen het nooit weten.

Trouw berichtte een dag later:

"Westerse oliebedrijven na lange tijd weer terug in Irak
Van onze redactie economie

Vier grote internationale oliebedrijven, waaronder Shell, gaan heel waarschijnlijk na 36 jaar weer olie winnen in Irak.

Oliebedrijven Shell, Exxon Mobil, Total en BP keren hoogstwaarschijnlijk na 36 jaar terug naar Irak om olie te winnen. De vier grote internationale concerns staan, samen met Chevron, op het punt contracten af te sluiten met de Iraakse olieminister Hussein Al-Shahristani.
Dat meldde The New York Times gisteren. Met de contracten, die niet zoals gebruikelijk worden geveild maar worden weggegeven, krijgen de oliebedrijven toegang tot de grootste olievelden in Irak. In 1972 moesten de westerse oliebedrijven Irak onder druk van Saddam Hoessein verlaten. Nu loont het weer om zaken te doen met het land.
Irak heeft enorme oliereserves, maar deze zijn moeilijk winbaar omdat er veel verwoest is door de oorlog. Volgens de olieminister zijn slechts 27 van de 80 olievelden in gebruik. De Iraakse overheid wil dat de olieproductie met een half miljoen vaten per dag omhoog gaat. Westerse oliebedrijven kunnen daar met hun expertise en moderne technologie een bijdrage aan leveren.
Critici waren destijds van mening dat de Amerikanen een oorlog begonnen tegen Irak om de enorme oliereserves veilig te stellen.
De regering-Bush ontkende dat. De president verklaarde dat de Amerikanen naar Irak trokken om het internationale terrorisme aan te pakken. Het is niet duidelijk welke rol de Amerikanen nu spelen bij het afsluiten van de contracten met de internationale oliebedrijven, hoewel de Iraakse olieminister nog steeds advies krijgt van Amerikanen.
Grote westerse oliebedrijven, die profiteren van een olieprijs van bijna 140 dollar per vat, zien in Irak grote kansen vanwege de enorme reserves en het voordelige investeringsklimaat. In de olielanden Bolivia en Venezuela, die hun olie-industrie genationaliseerd hebben, is het lastiger zaken doen door tussenkomst van de overheden.
De vier westerse oliebedrijven adviseren de Iraakse olieminister al twee jaar kosteloos bij het moderniseren van de olieproductie. „Daarom hebben we deze bedrijven de contracten aangeboden en hebben we ze niet geveild”, zei een woordvoerder van de olieminister.
Wie aan Iraakse kant precies profiteert van de olieopbrengsten is nog niet geheel duidelijk. Dat komt doordat de wetgeving is neergelegd bij zowel soennieten en sjiieten als Koerden. Zij steggelen nog over voorwaarden en opbrengsten."

Zie: http://www.trouw.nl/hetnieuws/wereld/article1017755.ece/"
Westerse_oliebedrijven_na_lange_tijd_weer_terug_in_Irak

Deze zinnen zijn al even briljant: "Critici waren destijds van mening dat de Amerikanen een oorlog begonnen tegen Irak om de enorme oliereserves veilig te stellen.
De regering-Bush ontkende dat. De president verklaarde dat de Amerikanen naar Irak trokken om het internationale terrorisme aan te pakken. Het is niet duidelijk welke rol de Amerikanen nu spelen bij het afsluiten van de contracten met de internationale oliebedrijven, hoewel de Iraakse olieminister nog steeds advies krijgt van Amerikanen."
Het is onduidelijk of het door hun christelijke achtergrond komt, maar de Trouw-redacteuren lijden collectief aan een ernstige vorm van geheugenverlies. De allereerste en belangrijkste reden waren de massavernietigingswapens, collega's! En omdat jullie niet beseffen hoe in de grote mensenwereld de zaken geregeld worden heb ik deze informatie: als een imperium een groot leger in een relatief klein land heeft dan is het zo dat degenen met de meeste vuurkracht bepalen wat de regels van het spel zijn. Dat was al in de oudheid zo en dat feit wordt keer op keer opnieuw aangetoond. Met andere woorden jongelui: bij het afsluiten van de contracten bepalen degenen die deze contracten met geweld hebben afgedwongen, de Amerikanen dus, hoe die contracten er in grote lijnen gaan uitzien. Zij spelen een doorslaggevende rol daarbij. Want anders had het geen zin om er zo'n groot leger op af te sturen. Begrijpen jullie het nu?


De volgende patient, de Volkskrant:

"Oliecontracten Irak naar het Westen
Van onze verslaggever Marc van den Eerenbeemtgepubliceerd op 20 juni 2008 02:47, bijgewerkt op 02:47

Amsterdam - Vier internationale oliemaatschappijen staan op het punt grote contracten binnen te halen in de olie-industrie van Irak. Shell, BP, Total en Exxon Mobil zijn in gesprek met het ministerie van Olie in Irak over service-contracten voor de olie-industrie.
Dat meldt de Amerikaanse krant International Herald Tribune op gezag van anonieme bronnen. De servicecontracten geven de maatschappijen volgens de krant een uitstekend uitgangspunt voor onderhandelingen over een belang in de oliewinning in het land.
De contracten zijn niet geveild maar worden gegund. De westerse maatschappijen verslaan daarmee concurrentie uit onder meer China, Rusland en India. De contractpartijen zijn op een na gevestigd in landen die betrokken zijn of waren bij de oorlog in Irak en het verjagen van dictator Saddam Hussein. Exxon Mobil is Amerikaans, Shell is Brits-Nederlands en BP is Brits. Total heeft haar zetel in Frankrijk, een verklaard tegenstander van de invasie van Irak.
De vier ondernemingen waren al eerder betrokken bij oliewinning in Irak, tot de olievelden in 1972 werden genationaliseerd. Met de huidige recordprijzen voor olie en de veronderstelde grote oliereserves van Irak kan de aanwezigheid in het land zeer lucratief zijn.
De burgeroorlog maakt participatie in de olieindustrie ook risicovol. Dat geldt voor westerlingen, maar ook voor de Iraki’s die met hen willen samenwerken.
De opbrengsten van de olie zijn niet alleen welkom bij de oliemaatschappijen. Het jonge, door interne twisten verscheurde land heeft nog geen begin gemaakt met zijn economische opbouw. Inkomsten uit de olievelden zijn van harte welkom. Om die velden, gelegen onder woestijnen en moerassen, weer volop te kunnen exploiteren, is de moderne technologie en kennis van bedrijven als Shell eveneens welkom.
Een door Westerse bedrijven gesteunde wedergeboorte van de Iraakse olie-industrie zal koren op de molen zijn van critici van de Irak-oorlog. Wie stelde dat het de Verenigde Staten met haar inval vooral te doen was om de olie – en niet om het verdrijven van een meedogenloze dictator – zal in de contractonderhandelingen met de westerse maatschappijen bevestiging zien van die stelling. Volgens de Herald Tribune zijn 46 bedrijven geïnteresseerd in de servicecontracten, waaronder de grootste olieconcerns van China, Rusland en India.
Total bevestigt via een woordvoerder in Frankrijk dat het bedrijf in gesprek is met het Irak ‘over technische dienstverlening ten behoeve van olievelden in het zuiden van het land.’ Vragen over het verloop van de onderhandelingen wil de woordvoerder niet beantwoorden.
Exxon Mobil laat desgevraagd vanuit Amerika weten dat het bedrijf geïnteresseerd is in ‘zakelijke kansen’ in Irak, ‘net als in andere landen waarin het ons wordt toegestaan om te werken.’ Praten over contracten noemt de onderneming in een persverklaring ‘prematuur’. Shell wilde donderdag zijn contacten met Irak niet toelichten."

Zie: http://www.volkskrant.nl/economie/article1033320.ece/
Oliecontracten_Irak_naar_het_Westen

Deze zinnen zijn ronduit briljant: "Een door Westerse bedrijven gesteunde wedergeboorte van de Iraakse olie-industrie zal koren op de molen zijn van critici van de Irak-oorlog. Wie stelde dat het de Verenigde Staten met haar inval vooral te doen was om de olie – en niet om het verdrijven van een meedogenloze dictator – zal in de contractonderhandelingen met de westerse maatschappijen bevestiging zien van die stelling."

De vraag is nu: welke conclusie trekt de Volkskrant redactie die destijds vrijwillig en plichtsgetrouw de Amerikaanse propaganda herhaalde? We zullen het nooit weten. Nog steeds heeft geen van deze commerciele massamedia zelf een onafhankelijk onderzoek verricht naar de rol van de olie. Het past nog steeds niet binnen de consensus. In tegenstelling tot Trouw, die beweert dat het om de bestrijding van "het internationaal terrorisme" ging, beweert de Volkskrant dat het "om het verdrijven van een meedogenloze dictator" handelde. De massavernietigingswapens, de glansrijke rol van Colin Powell in de VN, is men weer vergeten. En zo liegt en bedriegt de hele commerciele pers de boel bij elkaar. Amateurs in dienst van professionals zijn mijn collega-journalisten. Schaamteloos zijn ze en ze kunnen niet anders, want elke maand weer komen de rekeningen binnen, en die moeten betaald worden.

1 opmerking:

Thesingh zei

He, maar we leven toch in een democratie met onafhankelijke media?