vrijdag 3 maart 2006

Frits Abrahams



Op de achterpagina van NRC/Handelsblad staat vanavond een wonderlijk stukje van Frits Abrahams. Het gaat over de onlangs overleden journalist Willebrord Nieuwenhuis. Abrahams meldt over het pro-Amerika standpunt dat Nieuwenhuis tijdens de Vietnam oorlog innam: 'Later, te laat, beseft hij dat hij naief met de Amerikaanse oorlogspropaganda is omgegaan. "Ik kon me niet goed voorstellen dat het machtige en idealistische Amerika zich van die tactiek (van de leugen - F.A.) zou bedienen," schrijft hij dan.' Dat is niet zo vreemd omdat het provincialisme van de Nederlandse journalistiek, geschoold in het poldermodel-denken, het moeilijk zo niet onmogelijk maakt om te beseffen dat in de grote mensenwereld macht uit de loop van een geweer komt en niet aan een borreltafel ontstaat. Ook op dit moment weer blijkt hoeveel moeite Nederlandse journalisten hebben om in te zien dat de Irak-oorlog een geopolitiek machtspel is om de olie en om het beperken van de groeiende invloed van China. Maar daar gaat het Frits Abrahams niet om. Hij verbaast zich over iets anders. Ineens voert hij de dichter Lucebert op die al in een in 1968 herdrukt boekje (toen Nieuwenhuis dus nog pal achter de Amerikaanse genocide in Vietnam stond) het volgende constateert: 'De overgrote meerderheid van het Amerikaanse volk is politiek onmondig en daardoor ook zondermeer bereid een agressieve politiek te volgen die zowel op binnen- als buitenland is gericht...' Wat Abrahams nu zo frappeert is niet de politieke onnozelheid van de latere chef-buitenland van de NRC, maar de 'diepe afkeer van de Westerse politiek' van de dichter/beeldend kunstenaar Lucebert. Voor de NRC-columnist is het 'opvallende verschil' tussen Nieuwenhuis en Lucebert het volgende: 'Lucebert, de schrijver nota bene, wist alles zeker, Nieuwenhuis, de journalist, zocht de nuance.' Een nuance die naar schatting tussen de 2 en 3 miljoen Zuid-Oost Aziaten het leven heeft gekost en nog steeds talloze slachtoffers in Vietnam veroorzaakt als gevolg van de massale verspreiding van het chemische wapen Agent Orange, een ontbladeringsmiddel dat een aanzienlijk deel van het landbouwgebied en bossen daar heeft vergiftigd. Willibrord Nieuwenhuis zocht dus de nuance door de Verenigde Staten journalistiek te steunen, terwijl het 7.6 miljoen ton bommen op Indo China liet vallen, meer dan drie keer zoveel als tijdens de gehele Tweede Wereldoorlog op Nazi Duitsland terecht kwam. Daar tegenover staat 'Lucebert, de schrijver nota bene,' die onmiddellijk zeker wist dat de Amerikaanse agressie onmenselijk was. Hij had de waanzin van de Tweede Wereldoorlog meegemaakt en wist uit eigen ervaring zeker dat oorlogsmisdaden verwerpelijk waren en sprak zich daar tegen uit, in tegenstelling tot Nieuwenhuis die deze oorlogsmisdaden intellectueel steunde in zijn zoektocht naar de nuance, als we tenminste Frits Abrahams moeten geloven. Lucebert was immuun voor de ongenuanceerde boodschap van propaganda. Na de dood van de kunstenaar en de journalist probeert de columnist alsnog de kunstenaar te betuttelen voor diens menselijkheid en zijn NRC-chef te prijzen voor diens onnozelheid. Ziehier het fundamentele verschil tussen kunst en journalistiek. Niet voor niets zei Milan Kundera, de schrijver nota bene, dat journalisten 'de termieten van de reductie' zijn die zelfs de grootste liefde weten terug te brengen tot een geraamte van schrale herinneringen. Later wees Kundera erop dat 'de moderne dwaasheid niet de onwetendheid (betekent), maar de gedachteloosheid van pasklare ideeen.' En voor dat gevaar waarschuwde hij toen hij in zijn Jeruzalem-rede over de roman en Europa verklaarde: 'als de Europese cultuur mij vandaag de dag bedreigd lijkt, als ze van buitenaf zowel als van binnenuit bedreigd wordt in het kostbaarste dat ze heeft, haar respect voor het individu, respect voor zijn oorspronkelijke denken en voor zijn recht op een onschendbaar prive-leven, dan meen ik dat deze kostbare essentie van het Europese individualisme als in een zilveren schrijn gebed ligt in de geschiedenis van de roman, in de wijsheid van de roman.' En dat oorspronkelijke denken, dat niet ontvankelijk is voor de grofheid van welke propaganda dan ook, staat onder druk van de termieten van de reductie, zoals Frits Abrahams die deze houding ongenuanceerd vindt, zoals hij impliciet laat weten. Hoe durft die Lucebert zo uitgesproken tegen de waanzin van de Westerse wereld te zijn. Wie denkt die man wel dat hij is? Op die onuitgesproken gedachte berust het ressentiment van de kleine journalist. De grootsheid moet omlaag om de laagheid nog enig niveau te geven. We hebben in de geschiedenis gezien waartoe dat leidt.

Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...